Heerweg (Romeinse Rijk)

Een heerweg, heirbaan of heerstraat was een strategisch aangelegde verharde langeafstandsweg in het Romeinse Rijk. Het Romeinse wegennet was van cruciaal belang voor de expansie van het Rijk omdat het troepenbewegingen, koerierdiensten en bevoorrading veel efficiënter en sneller maakte. Daarnaast bevorderde het wegennet de handel. Het spreekwoord "Alle wegen leiden naar Rome" verwijst naar de eeuwenlange faam van de Romeinse wegen.

De bekendste heirbaan is de Via Appia, hier nabij Rome
Animatie over de heirbanen

Historici maken een onderscheid tussen een via publica (hoofdweg) en een deverticulum (zijtak). De term "heirbaan" is een overkoepelende benaming voor (Romeinse en) middeleeuwse hoofdwegen.

Naast de verbindingen over land waren de verbindingen over de grote rivieren en over zee van vergelijkbaar of groter belang, deels omdat daar geen hindernissen als bergen en kloven waren, deels omdat er grotere hoeveelheden mensen en materiaal over vervoerd konden worden.

Geschiedenis bewerken

Kenmerken bewerken

De heirbanen waren verharde wegen. Vermoedelijk volgden ze ook de meestal oudere Keltische paden. De planning en het onderhoud was een verantwoordelijkheid van de regionale prefect. Daarvoor deed deze vaak een beroep op legereenheden. De arbeiders moesten eerst een bedding uitgraven. Daarin stortte men een fundering van grote stenen. Hierop kwamen twee lagen: een basislaag van leem of zand en het wegdek uit grind. Zo ontstond een bolvormig weglichaam, de agger. De agger was minimum 5 m breed, met links en rechts een onverharde strook voor vee.[1]

In de steden waren de hoofdwegen vaak geplaveid, met kasseien of platte stenen. Buiten de steden werd dit zelden toegepast, omdat het niet comfortabel was op lange reizen.[2] Daar ging men enkel over tot plaveien indien een gedeelte moeilijk begaanbaar was, bijvoorbeeld wegens een onstabiele ondergrond. Enkele heirbanen in Italië vormen hierop een uitzondering, zoals de Via Appia die geplaveid is over de volledige lengte.

De Romeinse ingenieurs hielden zich zoveel mogelijk op hoge gronden. Moest men toch door vochtig terrein, dan werden grachten aangelegd voor de vlotte afwatering. Van de limesweg is bekend dat hij op moerassige plaatsen naar Keltisch voorbeeld werd aangelegd als knuppelpad en dan over vele kilometers een houten bekisting kreeg.[3] Kleine waterlopen werden zoveel gekruist ter hoogte van een voorde, soms ook door middel van een vonder. Bij diepere rivieren werd doorgaans een verbinding per pont onderhouden of werd een brug gebouwd.

Romeinse tijd bewerken

We kennen het bestaan van de Romeinse hoofdwegen uit kopieën van Romeinse documenten, met name de Peutingerkaart en het Wegenboek van Antoninus. Geregeld worden ook overblijfselen van Romeinse wegen blootgelegd bij opgravingen. Op knooppunten stond een wegwijzer, een zuil met vermelding van steden en afstanden. Langs de meeste hoofdwegen stonden houten of stenen Romeinse mijlpalen, met een interval van een Romeinse mijl (1,5 km) of een Gallische mijl (2,2 km).

De heirbanen bevorderden de romanisering in de veroverde provincies. Tongeren en Doornik groeiden uit tot Romeinse steden dankzij hun ligging aan belangrijke wegen. Ook grensforten zoals Utrecht, Nijmegen en Keulen waren aangesloten op het wegennet. Verder ontstonden er talrijke wegdorpen (vici), landhuizen (villae), grafvelden en grafheuvels (tumuli). Op regelmatige afstand richtte men pleisterplaatsen op: de mutationes waar verse paarden klaarstonden, de stationes waar de koeriers halt hielden, en de mansiones waar reizigers konden overnachten.

Vroegmoderne tijd bewerken

Met de Val van het West-Romeinse Rijk verdwenen ook de instanties rond het onderhoud en de planning van wegen. Wegenwerken werden een verantwoordelijkheid van lokale overheden. Naarmate het grindpakket wegsleet of bedolven raakte onder humus, vervielen de heirbanen tot veldwegen en boswegen. Desondanks bleven ze nog eeuwenlang fungeren als hoofdroutes voor handelaars, reizigers, posterijen en troepen. Dit was te danken aan hun doelgerichte tracé: vrij recht, vlak, veilig voor overstromingen, met een goede afwatering. Pas vanaf ±1700 werd er opnieuw begonnen aan bovenregionale verbindingswegen. Eerst toen verloren de heirbanen hun functie als doorgaande weg.

Door het langdurige gebruik is het tracé van heirbanen nog goed te volgen. Anno 2020 zijn diverse wegen opgenomen in wandel- en fietsroutes, onder andere tussen Katwijk en Nijmegen,[4] tussen Maastricht en Simpelveld[5] en tussen Bavay en Velzeke[6].

Naamgeving bewerken

Ook na de Romeinse tijd bleven veel heirbanen in gebruik als doorgaande wegen. Nog eeuwenlang werden ze gebruikt telkens wanneer legers door de streek trokken. Ze werden daarom vaak aangeduid als "de weg van de heirs". Heir of "heer" is een Indo-Europees woord. Afgeleide woorden bestaan nog in het Duits (Heer), Frans (la guerre en l'armée) en Engels (army). Oorspronkelijk betekende het "een menigte", waarna de betekenis verschoof naar "een groep soldaten".[7]

In de middeleeuwen werd "heirbaan/-straat/-weg" een algemene benaming voor doorgaande wegen. Hierdoor kregen veel hoofdwegen de benaming "heirbaan", ook als ze niet van Romeinse oorsprong waren. Zo is er bijvoorbeeld sprake van heirbanen in 12e/13e-eeuwse wetten in Friesland, hoewel Friesland geen deel had uitgemaakt van het Romeinse Rijk. Op diverse plaatsen in Nederland en Vlaanderen zijn straatnamen met "heir-/heer-/here-" bewaard gebleven tot op de dag van vandaag.

In Wallonië en Noord-Frankrijk heten veel middeleeuwse hoofdwegen chaussée Brunehaut. Sommige chausées Brunehaut bestonden al in de Romeinse tijd, en danken hun naam aan koningin Brunhilde die de heirbanen liet herstellen. Ook hier geldt echter dat chausée Brunehaut later een algemene benaming voor "doorgaande weg" werd.

Voormalige Romeinse wegen hebben soms straatnamen zoals:

  • Heirbaan, -straat of -weg
  • Heerbaan, -straat of -weg
  • Here(n)baan, -straat of -weg
  • Hoge Baan of Hoogstraat
  • Romeinse Baan, Romeinse Kassei of Romeinse Weg
  • Oude Baan
  • Steenstraat of Steenpad
  • Chaussée Brunehaut
  • Vecquée

Huidige naamgeving bewerken

In Nederland en Vlaanderen bestaan nog straatnamen zoals "Heirbaan" (Rekem), "Heerstraat" (Boxmeer), "Herestraat" (Groningen), "Heerbaan" (Breda), "Hereweg" (Nieuwenhagen) en "Herreweg" (Ruien). Een deel van zulke straatnamen gaat terug tot Romeinse heirbanen. Daarnaast bestaan er ook verwijzingen naar Romeinse wegen, zoals Romeinsebaan (Asse, Herne, Maastricht, Merchtem, Vissenaken) en Romeinse Weg (Affligem, Zoutleeuw). In Wallonië en het Picardische deel van België en Noord-Frankrijk heten veel van deze wegen Chaussée Brunehau(l)t (Bavay, Edingen, Herstal, Juprelle, Morlanwelz, Silly), naar Brunhilde (534-623), die als Visigotische koningsdochter zulke wegen kende uit Italië, Spanje en Zuid-Frankrijk, en ze als Frankische koningin ook in het Frankische Rijk liet bouwen, herstellen en verder onderhouden.

Overzicht van gekende heirbanen bewerken

Benelux bewerken

De belangrijkste weg in het noorden van het Romeinse Rijk was de Via Belgica, die het Kanaal met de Rijn verbond. Tongeren (de administratieve hoofdplaats van de Civitas Tungrorum) en Bavay (de administratieve hoofdplaats van de Civitas Nerviorum) fungeerden als belangrijke knooppunten, vanwaar secundaire wegen in alle richtingen vertrokken.

De Peutingerkaart en het Wegenboek van Antoninus melden zes hoofdwegen:

Daarnaast veronderstellen Gallo-Romeinse sites diverse secundaire wegen:[8]

In de vroege middeleeuwen waren er andere bovenlokale wegen die mogelijk al bestonden aan het einde van de Romeinse tijd:

Brittannië bewerken

 
Hoofdwegen in het huidige Groot-Brittannië

Drie hoofdassen:

Tussenverbindingen en aftakkingen:

Frankrijk bewerken

 
Belangrijkste wegen in het huidige Frankrijk

Spanje en Portugal bewerken

De Peutingerkaart geeft onder andere weer:[9]

Italië bewerken

 
Belangrijkste wegen in het huidige Italië
  • Diverse regionale wegen in Latium

Balkan bewerken

Midden-Oosten bewerken

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Roman Road op Wikimedia Commons.