Europese kampioenschappen schaatsen 2010

De Europese kampioenschappen schaatsen 2010 werden op 9 en 10 januari verreden in het Vikingskipet in Hamar.

EK Allround 2010
Het Vikingskipet in Hamar
Kampioenschapinformatie
Plaats Hamar
Gastland Vlag van Noorwegen Noorwegen
IJsbaan Vikingskipet
Type baan Overdekt, kunstijs
Editie 107 (mannen)
35 (vrouwen)
Datum 9-10 januari 2010
Organisator ISU
Soort vierkamp Mannen: grote vierkamp
Vrouwen: kleine vierkamp
Eindrangschikking mannen
Winnaar Vlag van Nederland Sven Kramer (4e titel)
Tweede plaats Vlag van Italië Enrico Fabris
Derde plaats Vlag van Rusland Ivan Skobrev
Eindrangschikking vrouwen
Winnaar Vlag van Tsjechië Martina Sáblíková (2e titel)
Tweede plaats Vlag van Nederland Ireen Wüst
Derde plaats Vlag van Duitsland Daniela Anschütz
Statistieken
Aantal mannen 32 (slotafstand: 12)
Aantal vrouwen 26 (slotafstand: 12)
Startpl. / land 4
Startpl. NL 4 (m), 4 (v)
Kijkcijfers (piek) 2.308.000 (Huldiging[1])
Navigatie
<<< 2009     2011 >>>
Portaal  Portaalicoon   Schaatsen

Titelhouders waren de Europees kampioenen van 2009, Sven Kramer en Claudia Pechstein, die hun titel in Thialf, Heerenveen wonnen.

Sven Kramer werd de eerste Europees kampioen die de titel viermaal op rij veroverde en met zijn vierde titel evenaarde hij de prestatie van Clas Thunberg (1922, 1926, 1928, 1931) en Ivar Ballangrud (1929, 1930, 1933,1936), alleen Rintje Ritsma veroverde de Europese titel vaker (6x, 1994, 1995,1996, 1998, 1999, 2000).

De Tsjechische Martina Sáblíková klom voor de vierde keer op het eindpodium en werd voor de tweede keer Europees kampioene, in 2007 won ze haar eerste titel, in 2008 en 2009 werd ze derde.

Programma
zaterdag 9 januari zondag 10 januari
500 meter vrouwen
500 meter mannen
3000 meter vrouwen
5000 meter mannen
1500 meter vrouwen
1500 meter mannen
5000 meter vrouwen
10.000 meter mannen

Startplaatsen bewerken

4 3 2
Mannen Nederland, Noorwegen Duitsland, Rusland, Zweden Frankrijk, Italië, Polen, Wit-Rusland
Vrouwen Duitsland, Nederland Noorwegen, Polen, Rusland Oostenrijk, Roemenië, Tsjechië, Zweden

Mannen bewerken

Deelname bewerken

De mannen streden voor de 107e keer om de Europese titel (inclusief de twee kampioenschappen van voor de oprichting van de ISU). Ze deden dit voor de 32e keer in Noorwegen en voor de tiende keer in Hamar. Tweeëndertig deelnemers uit zeventien landen namen aan dit kampioenschap deel. Wit-Rusland maakte geen gebruik van hun recht om een tweede deelnemer af te vaardigen.

De Nederlanders Jan Blokhuijsen, Wouter Olde Heuvel en Renz Rotteveel schaatsten alle vier afstanden, ze eindigden respectievelijk op 5e, 6e en 8e plaats. De Belg Kris Schildermans wist zich niet te plaatsen voor de slotafstand en werd uiteindelijk 27e.

Afstandmedailles bewerken

Discipline      
500m   Konrad Niedźwiedzki   Matteo Anesi   Daniel Friberg
5000m   Sven Kramer   Enrico Fabris   Alexis Contin
1500m   Enrico Fabris   Sven Kramer   Ivan Skobrev
10.000m   Sven Kramer   Alexis Contin   Enrico Fabris

Eindklassement bewerken

Rang Schaatsster Land 500m 5000m 1500m 10.000m Punten
  Sven Kramer   Nederland 36,60 (4) 6.19,78 (1) 1.47,05 (2) 13.19,32 (1) 150,227
  Enrico Fabris   Italië 36,64 (5) 6.22,44 (2) 1.46,37 (1) 13.28,72 (3) 150,776
  Ivan Skobrev   Rusland 36,76 (9) 6.28,27 (6) 1.47,82 (3) 13.33,02 (5) 152,178
4 Alexis Contin   Frankrijk 37,30 (13) 6.25,70 (3) 1.49,27 (8) 13.25,77 * (2) 152,581
5 Jan Blokhuijsen   Nederland 36,66 (7) 6.27,95 (4) 1.50,33 (17) 13.31,12 (4) 152,787
6 Wouter Olde Heuvel   Nederland 37,07 (11) 6.32,76 (8) 1.48,31 (4) 13.45,60 (7) 153,729
7 Henrik Christiansen   Noorwegen 37,81 (21) 6.30,40 (7) 1.49,25 (7) 13.41,17 (6) 154,324
8 Renz Rotteveel   Nederland 37,30 * (13) 6.33,89 (9) 1.49,57 (13) 13.50,03 (9) 154,713
9 Konrad Niedźwiedzki   Polen 36,07 (1) 6.40,83 (16) 1.48,67 (5) 14.08,75 (10) 154,813
10 Sverre Haugli   Noorwegen 38,19 (23) 6.28,21 (5) 1.50,13 (16) 13.45,80 (8) 155,011
11 Joel Eriksson   Zweden 36,65 (6) 6.38,77 (13) 1.48,74 (6) 14.13,68 * (11) 156,457
12 Matteo Anesi   Italië 36,52 (2) 6.43,13 (18) 1.49,37 (10) 14.26,47 (12) 156,612
NC13 Robert Lehmann   Duitsland 36,70 (8) 6.40,84 (17) 1.49,55 (12) 113,300
NC14 Haralds Silovs   Letland 37,14 (12) 6.39,26 (14) 1.49,34 (9) 113,512
NC15 Johan Röjler   Zweden 37,32 (15) 6.38,15 (11) 1.49,84 (15) 113,748
NC16 Zbigniew Bródka   Polen 36,86 (10) 6.46,46 (20) 1.49,42 (11) 113,987
NC17 Daniel Friberg   Zweden 36,56 (3) 6.58,56 (28) 1.49,58 (14) 114,942
NC18 Pascal Briand   Frankrijk 37,68 (20) 6.50,59 (21) 1.51,70 (18) 115,972
NC19 Patrick Beckert   Duitsland 37,89 * (22) 6.44,63 (19) 1.52,86 (25) 115,973
NC20 Aleksandr Roemjantsev   Rusland 38,74 (26) 6.38,22 (12) 1.52,24 (21) 115,975
NC21 Marco Weber   Duitsland 38,60 (25) 6.40,38 (15) 1.52,80 (24) 116,238
NC22 Milan Sáblík   Tsjechië 37,63 * (18) 6.53,64 (23) 1.52,09 (19) 116,357
NC23 Christian Pichler   Oostenrijk 37,47 (16) 6.58,06 (27) 1.52,14 (20) 116,656
NC24 Niko Räsänen   Finland 38,56 (24) 6.51,91 (22) 1.52,60 (23) 117,284
NC25 Vitalij Michajlov   Wit-Rusland 37,66 (19) 6.56,19 (25) 1.54,14 (26) 117,359
NC26 Marian Christian Ion   Roemenië 39,15 (27) 6.56,37 (26) 1.55,75 (27) 119,370
NC27 Kris Schildermans   België 40,01 (28) 6.55,08 (24) 1.56,91 (28) 120,488
NC28 Jan Caflisch   Zwitserland 40,75 (29) 7.09,18 (30) 1.59,47 (29) 123,491
NC29 Asier Peña Iturria   Spanje 40,86 (30) 7.18,91 (31) 1.59,92 (30) 124,724
NC30 Denis Anisimov   Rusland 49,70 (31) 7.01,05 (29) 1.52,34 (22) 129,251
- Fredrik van der Horst   Noorwegen 37,56 (17) 6.34,50 (10) dns
- Håvard Bøkko   Noorwegen 1.14,68 ** (32) dns
* = Persoonlijk record
** = gevallen

De eerste vijftien schaatsers bezorgden hun land een startplek op de Wereldkampioenschappen schaatsen allround 2010. Dit betekent dat op het WK voor Nederland vier schaatsers uitkomen, voor Italië, Noorwegen en Zweden twee en voor Duitsland, Frankrijk, Letland, Polen en Rusland één schaatser.

De startplaatsen voor de Europese kampioenschappen schaatsen 2011 werden eveneens bepaald aan de hand van bovenstaand klassement. Landen met minstens drie schaatsers bij de eerste twaalf mogen vier rijders afvaardigen, landen met minstens twee schaatsers bij de eerste zestien mogen drie rijders afvaardigen, en landen met minstens één schaatser bij de eerste twintig mogen twee rijders afvaardigen. Alle overige Europese ISU leden mogen één schaatsster afvaardigen (onder voorbehoud dat aan gestelde tijdlimieten zijn voldaan).

4 startplaatsen: Nederland
3 startplaatsen: Italië, Noorwegen, Polen en Zweden
2 startplaatsen: Duitsland, Frankrijk, Letland en Rusland

Vrouwen bewerken

Deelname bewerken

De vrouwen streden voor de 35e keer om de Europese titel. Ze deden dit voor de zevende keer in Noorwegen en voor de vierde keer in Hamar. Zesentwintig deelneemsters uit dertien landen namen aan dit kampioenschap deel. Oostenrijk, Roemenië en Zweden maakten geen gebruik van hun recht om een tweede deelneemsters af te vaardigen.

Naast de Europees kampioene nam ook nummer twee Ireen Wüst voor de vierde keer op het eindpodium plaats na haar 3e plaats in 2006, 2e plaats in 2007 en 1e plaats in 2008. De Duitse Daniela Anschütz, voor de twaalfde keer deelneemster op het EK, werd derde en stond voor de derde keer op het eindpodium na haar 2e plaatsen in 2005 en 2009.

De Nederlandse schaatssters Diane Valkenburg, Jorien Voorhuis en Paulien van Deutekom schaatsten alle vier afstanden en eindigden respectievelijk op de 6e, 7e en 12e plaats.

Drie rijdsters, Katarzyna Bachleda-Curuś (voorheen als Wójcicka), Jelena Mjagkikh en Daniela Oltean, namen dit jaar voor de elfde keer deel aan het EK.

Afstandmedailles bewerken

Van de Nederlandse deelneemsters won alleen Ireen Wüst op dit kampioenschap afstandmedailles, zij bracht haar totaal tot elf stuks (5-4-2) middels goud op de 1500 en zilver op de 3000 meter.

Europees kampioene Martina Sáblíková won dit jaar drie afstandmedailles en bracht haar totaal op dit kampioenschap tot tien medailles (8-0-2). De Duitse Daniela Anschütz bracht haar totaal tot negen medailles (1-3-5). Voor het eerst sinds de zilveren medaille op de 500 meter van Else Ragni Yttredal op het EK van 1993 won Hege Bøkko (brons op de 500 meter) weer een afstandmedaille voor Noorwegen bij de vrouwen. Naast Bøkko wonnen ook Karolína Erbanová, Jekaterina Sjichova (500m) en Stephanie Beckert (3000m en 5000m) hun eerste EK-medaille(s).

Discipline      
500m   Karolína Erbanová   Jekaterina Sjichova   Hege Bøkko
3000m   Martina Sáblíková   Ireen Wüst   Stephanie Beckert
1500m   Ireen Wüst   Daniela Anschütz   Martina Sáblíková
5000m   Martina Sáblíková   Stephanie Beckert   Daniela Anschütz

Eindklassement bewerken

Rang Schaatsster Land 500m 3000m 1500m 5000m Punten
  Martina Sáblíková (7)   Tsjechië 40,45 (7) 4.03,09 (1) 1.59,75 (3) 6.59,44 (1) 162,825
  Ireen Wüst (6)   Nederland 39,77 (4) 4.08,40 (2) 1.59,08 (1) 7.13,41 (5) 164,204
  Daniela Anschütz (12)   Duitsland 40,74 (10) 4.09,27 (4) 1.59,57 (2) 7.12,02 (3) 165,343
4 Jekaterina Lobysjeva (4)   Rusland 39,81 (5) 4.14,75 (8) 2.00,08 (6) 7.27,02 * (8) 166,996
5 Maren Haugli (6)   Noorwegen 41,67 (18) 4.09,49 (5) 2.01,67 (10) 7.12,81 (4) 167,088
6 Diane Valkenburg   Nederland 40,77 (11) 4.11,80 (6) 2.00,80 (7) 7.21,61 (6) 167,163
7 Jorien Voorhuis   Nederland 40,83 (12) 4.13,69 (7) 2.01,78 (11) 7.22,93 (7) 167,947
8 Jekaterina Sjichova (2)   Rusland 39,56 (2) 4.20,74 (18) 1.59,77 (4) 7.35,83 (11) 168,522
9 Karolína Erbanová (2)   Tsjechië 39,54 (1) 4.19,93 (17) 2.00,05 (5) 7.36,65 * (12) 168,542
10 Stephanie Beckert (2)   Duitsland 43,43 (26) 4.08,76 (3) 2.03,77 (19) 7.04,55 (2) 168,598
11 Katarzyna Bachleda-Curuś (11)   Polen 40,59 (9) 4.17,45 (12) 2.00,99 (8) 7.33,58 (10) 169,182
12 Paulien van Deutekom (4)   Nederland 40,43 (6) 4.15,20 (9) 2.02,60 (16) 7.30,65 (9) 169,228
NC13 Hege Bøkko (2)   Noorwegen 39,76 * (3) 4.21,11 * (20) 2.02,23 (13) 124,021
NC14 Luiza Złotkowska (4)   Polen 41,23 (14) 4.16,03 (11) 2.01,41 (9) 124,371
NC15 Katarzyna Woźniak   Polen 40,89 (13) 4.17,74 * (13) 2.01,87 (12) 124,469
NC16 Anna Rokita (6)   Oostenrijk 41,33 (16) 4.15,89 (10) 2.02,58 (15) 124,838
NC17 Ida Njåtun   Noorwegen 40,58 * (8) 4.21,99 (21) 2.02,24 (14) 124,991
NC18 Isabell Ost   Duitsland 41,32 (15) 4.21,07 (19) 2.02,63 (17) 125,707
NC19 Svetlana Vysokova (6)   Rusland 41,36 (17) 4.18,96 (15) 2.03,94 (20) 125,826
NC 20 Katrin Mattscherodt (4)   Duitsland 42,03 (20) 4.18,31 (14) 2.03,11 (18) 126,117
NC21 Cathrine Grage (5)   Denemarken 43,13 (25) 4.19,33 (16) 2.04,81 (21) 127,964
NC22 Joelija Jasenok (7)   Wit-Rusland 41,87 (19) 4.31,62 (23) 2.06,22 (22) 129,213
NC23 Marita Johansson (5)   Zweden 42,75 (23) 4.31,10 (22) 2.06,58 (23) 130,126
NC24 Jelena Mjagkikh (11)   Oekraïne 42,50 (22) 4.35,79 (24) 2.09,22 (24) 131,538
NC25 Daniela Oltean (11)   Roemenië 42,92 (24) 4.43,05 (25) 2.11,09 (25) 133,791
NC26 Ágota Tóth (4)   Hongarije 42,23 (21) 4.46,73 (26) 2.14,08 (26) 134,878
* = Persoonlijk record

De eerste veertien schaatssters bezorgden hun land een startplek op de Wereldkampioenschappen schaatsen allround 2010. Dit betekent dat op het WK Nederland met vier schaatssters uitkomt, en Duitsland, Noorwegen, Polen, Rusland en Tsjechië elk met twee schaatssters.

De startplaatsen voor de Europese kampioenschappen schaatsen 2011 worden eveneens bepaald aan de hand van bovenstaand klassement. Landen met minstens drie schaatssters bij de eerste twaalf mogen vier rijdsters afvaardigen, landen met minstens twee schaatssters bij de eerste zestien mogen drie rijdsters afvaardigen, en landen met minstens één schaatsster bij de eerste twintig mogen twee rijdsters afvaardigen. Alle overige Europese ISU leden mogen één schaatsster afvaardigen (onder voorbehoud dat aan gestelde tijdlimieten zijn voldaan).

4 startplaatsen: Nederland
3 startplaatsen: Duitsland, Noorwegen, Polen, Rusland en Tsjechië
2 startplaatsen: Oostenrijk