Erwin von Witzleben

Duits militair (1881-1944)

Job-Wilhelm Georg Erwin von Witzleben (Breslau, 4 december 1881Berlijn, 8 augustus 1944) was een Duits generaal-veldmaarschalk tijdens de Tweede Wereldoorlog die deelnam aan het complot van 20 juli 1944.

Erwin von Witzleben
Erwin von Witzleben in 1940
Geboren 4 december 1881
Breslau, Duitse Keizerrijk
Overleden 8 augustus 1944
Plötzensee (gevangenis), Berlijn, nazi-Duitsland
Rustplaats Onbekend: lichaam vernietigd of verloren gegaan[1]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Reichswehr
Heer
Dienstjaren 1901 - 1944
Rang
Generalfeldmarschall
Eenheid Führerreserve (OKH)
15 maart 1942[2] -
4 augustus 1944[3]
Bevel 5e Legerkorps
12e Legerkorps
26 juni 1939 -
1 september 1939
1e Leger
1 september 1939 -
26 oktober 1940[4]
Heeresgruppe D
26 oktober 1940[5] -
4 februari 1942[6]
Opperbevelhebber West
1 mei 1941[2] -
15 maart 1942[5][7]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie decoraties
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Na de Eerste Wereldoorlog bleef Von Witzleben in de Reichswehr, het leger van de Weimarrepubliek. In 1927 was hij opgeklommen tot de rang van luitenant-kolonel. In 1931 werd hij tot kolonel bevorderd.

Op 1 februari 1934 werd hij in de Wehrmacht tot Generalmajor en in 1936 tot General der Infanterie (Generaal der Infanterie) bevorderd.

Von Witzleben was vanaf het begin tegen de machtsovername van de nazi's in 1933. Zo eiste hij een onderzoek naar de moord op Ferdinand von Bredow en Kurt von Schleicher tijdens de Nacht van de Lange Messen. Deze openlijke kritiek op Adolf Hitler had tot gevolg dat Von Witzleben gedwongen werd vervroegd met pensioen te gaan. Zijn pensioen werd echter snel weer ingetrokken toen Hitler zijn oorlogsplannen begon te ontwerpen.

Na de succesvolle invasie van Frankrijk werd Von Witzleben op 19 juli 1940 tot Generaal-veldmaarschalk bevorderd. In 1941 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de westelijke troepen. In 1942 moest hij een tweede maal vervroegd met pensioen. De officiële reden zou zijn gezondheid zijn, maar de openlijke kritiek van Von Witzleben op Operatie Barbarossa droeg er ongetwijfeld aan bij.

In 1944 werd Von Witzleben door Claus Schenk von Stauffenberg gecontacteerd om deel te nemen aan een staatsgreep en complot tegen Hitler. Von Witzleben stemde in. Volgens de plannen van von Stauffenberg zou Von Witzleben opperbevelhebber van de Wehrmacht zijn geworden. Het complot faalde echter en Von Witzleben werd gearresteerd. Op 7 augustus werd hij voor het Volksgerichtshof ter dood veroordeeld. Tijdens het proces werd hij door rechtbankpresident Roland Freisler honds behandeld. Hij moest een riemloze, flodderige broek dragen waarop Freisler brulde: "Jij vieze oude vent! Zit niet zo aan je broek te frunniken!" De straf werd de volgende dag uitgevoerd door ophanging met een dun henneptouw aan een vleeshaak. De executie werd gefilmd zodat Hitler die achteraf kon bekijken. Getuigen spreken elkaar echter tegen over de vraag of Hitler de film ook heeft bekeken.[8]

Militaire loopbaan[9] bewerken

Decoraties[9] bewerken

Selectie:

Zie ook bewerken

Zie de categorie Erwin von Witzleben van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.