Doyen Sports Investment Group

Doyen Sports Investment Group, in de media meestal kortweg Doyen genoemd, is een investeringsmaatschappij, die zich met name richt op het betaald voetbal. In Nederland is de groep vooral bekend door hun bemoeienissen met FC Twente, waardoor de club in 2016 bijna failliet werd verklaard. In België was de groep betrokken bij een schandaal rond RFC Seraing.

Doyen Sports Investment Group
Rechtsvorm Public limited company
Oprichting 2011
Oprichter(s) Jorge Mendes
Land Vlag van Engeland Engeland
Hoofdkantoor Londen
Industrie voetbaltransfers
Website https://web.archive.org/web/20161019214516/http://www.doyensports.com/
Portaal  Portaalicoon   Economie

Geschiedenis bewerken

Doyen Sports Investment Group werd opgericht in 2011 door de Portugese spelersmakelaar Jorge Mendes. Mendes was zelf betaald voetballer, maar maakte vooral naam als belangenbehartiger van José Mourinho en diverse Portugese voetballers, waaronder Cristiano Ronaldo.[1] De Doyen Sports Investment Group werd opgericht met geld van de dan al bestaande Doyen Group, die onduidelijk gefinancierd werd vanuit Rusland, Turkije en Kazachstan. Waar het moederbedrijf investeerde in vastgoed en commodity's, richtte de sportgroep zich op het vergaren van transferrechten van profvoetballers.

Het bedrijf, dat in de media meestal Portugees werd genoemd, is officieel gevestigd in Londen, maar heeft ook een satellietbedrijf op Malta, waar de winsten naartoe gesluisd werden, vanwege het gunstige belastingklimaat.[2]

Werkwijze bewerken

Doyen benaderde clubs, met de vraag of zij transfersommen konden voor financieren. Met de investering sloot Doyen met de clubs een overeenkomst af, waarin zij een 30% van de uitgaande transfersom van de betreffende speler zouden terugkrijgen voor hun investering. Aan iedere speler werd echter ook een minimum vergoeding gekoppeld, dat Doyen sowieso terug moest krijgen van de club, ook als de speler transfervrij of tegen verlies de club zou verlaten.[3] Door deze constructie liep Doyen minimale risico's, terwijl de clubs wel onder druk stonden hun beste spelers op tijd lucratief te verkopen.

Doyen verlangde voor hun inleg een hogere geldsom terug. In het geval van FC Twente bedong Doyen ook inspraak in het transferbeleid van de betrokken spelers. Zo moest de club bepaalde transfer doorgang laten vinden, op straffe van het uitkopen van Doyen tegen een procentueel deel van het bedrag van het afgeslagen transferbod.[4]

Doyen betaalde de clubs meestal uit met cashgeld.[2] De betrokken spelers werd niet altijd op de hoogte gesteld van de bemoeienissen van Doyen bij hun transfer, wat tot scheve ogen en vreemde situaties leidde.[5]

De werkwijze die Doyen hanteerde werd in 2014 verboden door de FIFA, volgens de regels van het "third party ownership".[6]

Bemoeienissen met profclubs bewerken

In 2012 was Doyen betrokken bij de transfer van Marcos Rojo van Spartak Moskou naar Sporting Lissabon. De groep verwierf 75% van de transferopbrengsten van de Argentijn en zou hem later zelf bij diverse Europese clubs hebben aangeboden. Uiteindelijk vertrok Rojo in 2014 naar Manchester United en werd Sporting verplicht ruim 12 van de 17 miljoen euro aan transfergelden aan Doyen te geven.[7] Ook bij de transfer van Zakaria Labyad van naar de Portugese club was Doyen betrokken.[8]

In 2013 benaderde Doyen PSV, dat in onderhandeling was met Adam Maher van AZ. Doyen wilde een belang nemen in de tranfserrechten van de Marokkaanse voetballer. Uiteindelijk besloot voorzitter Tiny Sanders af te zien van samenwerking, om dat hij baas in eigen huis wilde blijven en de club volledig autonoom wilde blijven op transfergebied.[8]

AFC Ajax stelde zaakwaarnemers van Doyen vergoedingen in vooruitzicht als zij jeugdspelers van Ajax onder zouden brengen bij andere clubs, voor hun contract afliep, om zo een transfervergoeding veilig te stellen.[9]

In 2013 ging FC Twente via voorzitter Joop Munsterman een contract aan met Doyen. Doyen leende de club 5 miljoen, waarmee zij de transfermarkt op gingen. Doyen werd vervolgens mede-eigenaar van de spelers. In 2014 verkocht de club nog een deel van de spelers aan het inversteringsfonds. Een deel van de overeenkomsten werden verborgen gehouden voor onder andere de KNVB.[10] In het seizoen 2014-2015 en 2015-2016 kreeg de club enkele malen puntenaftrek en boetes voor financieel wanbeheer. In november 2015 lekten via de website Football Leaks contracten uit tussen Doyen en FC Twente, die afweken van de contracten die de club de KNVB ter inzage had gegeven.[11] Uit de stukken bleek dat Doyen indirect invloed kon uitoefenen op het transferbeleid van de club. In december maakte de KNVB bekend FC Twente voor drie jaar uit te sluiten van Europees clubvoetbal.[4] In april 2016 maakten Doyen en FC Twente bekend de samenwerking te hebben beëindigd.[12] In de zomer van 2016 werd de licentie van FC Twente ingetrokken, waarna de club via een doorstart weer mocht starten in de eerste divisie. Dit zou hoogste waarschijnlijk het faillissement van de club betekenen. Na beroep bleef de club echter toch behouden voor de eredivisie.[13]

In de zomer van 2015 maakte RFC Seraing, dat uitkwam in de tweede klasse, een samenwerking aan te gaan met Doyen. De samenwerking leek in veel opzichten op die met FC Twente was aangegaan en Seraing kreeg van de FIFA een reprimande, een boete van 136 duizend euro en een transferverbod voor vier transferperiodes.[14] In januari 2016 werd het transferverbod door het Arrondissement Luik ongedaan gemaakt.[15]