De hond en de mus

literair werk

De hond en de mus is een sprookje, opgetekend door de gebroeders Grimm in hun Kinder- und Hausmärchen als KHM58. De oorspronkelijke naam is Der Hund und der Sperling.

De hond en de mus
Auteur gebroeders Grimm
Originele titel Der Hund und der Sperling
Origineel gebundeld in Kinder- und Hausmärchen
Uitgiftedatum Duitsland
Land 1812
Genre sprookje
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een baas laat zijn herdershond honger lijden en de hond gaat weg. Hij ontmoet een mus en deze neemt hem mee naar de stad. De mus haalt vlees en brood voor de hond en ze wandelen buiten de stad. De hond valt in slaap en de mus zit op een tak als een voerman met een kar met drie paarden komt aangereden. Hij vervoert twee vaten wijn en rijdt de hond dood, maar de mus heeft geroepen dat hij een arm man zou worden. De mus pikt aan een spongat en de wijn loopt uit het vat. De voerman ziet dat de wagen lekt en de mus pikt de ogen van de paarden uit.

De voerman wil de mus doden met zijn bijl, maar slaat per ongeluk zijn eigen paard dood. Ook het tweede vat wijn wordt door de mus geleegd en de voerman doodt per ongeluk ook zijn andere paarden met zijn bijl. De dieren zijn dood en de wagen moet hij laten staan, als hij thuiskomt vertelt zijn vrouw dat er veel vogels op zolder zitten. De vogels eten al de tarwe op, maar de mus vindt dat de man nog niet arm genoeg is. De man gooit zijn bijl naar de mus, maar gooit daarmee zijn eigen ramen in.

De man slaat dan zijn kachel stuk en alle huisraad volgt. Hij pakt de mus en zijn vrouw vraagt of ze het dier zal doodslaan, maar dit is niet gruwelijk genoeg voor de man. Hij wil hem verslinden en eet de vogel in een hap op. De vogel komt met zijn kop nog uit de mond van de man en deze laat zijn vrouw met de bijl slaan. Ze raakt de voerman en deze valt dood, terwijl de vogel wegvliegt.

Achtergronden bij het sprookje bewerken

Bronnen bewerken

Grimm, volledige uitgave (vertaald door Ria van Hengel)