Daniel Paul Schreber

Duits schrijver

Daniel Paul Schreber (Leipzig, 25 juli 1842 – aldaar, 14 april 1911) was een Duitse jurist en schrijver. Op latere leeftijd werd hij paranoïde, waarover hij zelf een boek schreef en waarover Sigmund Freud een beroemde en omstreden studie publiceerde.

Schreber, Daniel Paul
Daniel Paul Schreber
Algemene informatie
Geboren 25 Juli 1842
Geboorteplaats Leipzig
Overleden 14 april 1911 in Leipzig
Overlijdensplaats Leipzig
Land Duitsland
Beroep Jurist en schrijver
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Leven bewerken

Paul Schreber was een zoon van de pedagoog en orthopeed Moritz Schreber, de naamgever van de latere Schreber-beweging, ook wel volkstuin-beweging. Vader Schreber was een gezondheidsfanaticus en voedde zijn kinderen op met behulp van orthopedische apparaten, die voor een gezonde houding moesten zorgen. Schreber had een broer en drie zussen.

Na zijn eindexamen aan de Thomasschool studeerde Schreber rechten en werd in 1893 senaatspresident bij het gerechtshof in Dresden. Hij is de schrijver van het boek Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken, dat hij in 1903 publiceerde na een langdurig verblijf in een inrichting wegens een dementia paranoides; het boek geldt als een klassieke casestudie vanuit het standpunt van psychoticus zelf.

Op basis van deze casestudie schreef Sigmund Freud in 1910/11 de verhandeling Psychoanalytische Bemerkungen zu einem autobiographisch beschriebenen Fall von Paranoia (Dementia Paranoides) (Psychoanalytische aantekeningen over een autobiografisch beschreven geval van paranoia), die in 1911 verscheen. Daarin ontwikkelde hij zijn visie op paranoia, doordat hij zijn [Schrebers] geval gebruikt voor de stelling, dat er aan de mannelijke paranoia een homoseksueel conflict ten grondslag ligt.[1]

In de jaren 1950 begon de psychiater/psychoanalyticus William Niederland met het onderzoek naar de achtergrond van Schreber. Hij was de eerste die op het idee kwam om een paar boeken te lezen die de vader van Schreber had geschreven over het opvoeden van kinderen. Hij was ervan overtuigd dat in eerdere onderzoekingen de rol van de vader verwaarloosd was. Niederland wijdde tientallen jaren een groot deel van zijn wetenschappelijke belangstelling aan het geval Schreber. Hij publiceerde talrijke artikelen over Schreber waarin hij zich vooral richtte op de vader-zoon-verhouding. Zijn eerste artikel over Schreber werd in 1951 gepubliceerd onder de titel 'Three Notes on the Schreber Case.'[2]

Morton Schatzmann, een jonge in Engeland woonachtige Amerikaanse psychiater, baseerde zijn in 1973 verschenen boek, met de oorspronkelijke titel Soul Murder. Persecution in the Family, op het onderzoek van Niederland over het geval Schreber; ook hij richtte zich uitsluitend op vader Schreber. Niederlands boek over Schreber verscheen pas in 1974, The Schreber Case. Psychoanalytic Profile of a Paranoid Personality. Er ontbrandde een hevige strijd tussen Schatzman, die destijds een aanhanger was van de antipsychiatrische beweging van Ronald D. Laing, die met een bijzondere nadruk de invloed accentueerde van het gezin op het ontstaan van een psychiatrische ziekte, en de Freudianen, waaronder Niederland. Schatzman vond Freuds stelling over de onderdrukte homoseksuele gevoelens ten opzichte van zijn vader een lachwekkende futiliteit. Hij verweet Freud dat hij de boeken van Schrebers vader, hoewel hij van het bestaan daarvan op de hoogte was, niet als ondergrond had gebruikt. Dat gevecht wordt nog steeds gevochten.

Niederland verdedigde Freud tegen dat verwijt met de opmerking dat Schatzman voorbij ging aan de politiek van terughoudendheid die Freud zich, naar eigen zeggen, in zijn verhandeling had opgelegd, om de gevoelens van Schreber, van zijn familie en zijn psychiater Paul Flechsig, te ontzien.

De Nederlandse historicus Han Israëls publiceerde in 1980 zijn proefschrift Schreber, vader en zoon, waarin hij de band tussen feit en theorie bij Freud en de freudianen als Niederland aan een strenge kritiek onderwierp.[3]

In het hoofdstuk 'Gezag en paranoia' uit het boek Massa en macht van Elias Canetti worden de memoires beschreven als het uitvoerigst geanalyseerde document over de thematiek van macht.

Citaten bewerken

  • "Een gewetensvol onderzoek over macht moet volledig afzien van het criterium resultaat. Haar eigenschappen en uitwassen moeten zorgvuldig overal vandaan bijeengebracht en vergeleken worden. Een geesteszieke, die uitgestoten, hulpeloos en veracht zijn dagen suffend in een inrichting heeft doorgebracht, kan door de door hem verschafte inzichten, belangrijker worden dan Hitler en Napoleon, en de mensheid opheldering verschaffen over haar vloek en bazen.”
-- uit Canetti (1980:504): Der Fall Schreber: Eerste deel (einde)
  • Schreber was, volgens Lothane, onderworpen aan een drievoudige “moord:” de “zielenmoord,” begaan door zijn psychiater Paul Flechsig, die zijn patiënt gewoon naar het krankzinnigengesticht verbande in plaats van hem passend te behandelen; de “justitiële moord,” begaan door de gestichtsdirecteur Weber, die de opdracht gaf tot het definitieve onder curatele stellen van Schreber en de “karaktermoord” door Elias Canetti, die in Schrebers vermeende paranoia een model voor Hitlers psychische aanleg zag.
-- uit Lothane: Zielenmoord en psychiatrie. Ter rehabilitatie van Schreber.[4]

Werk bewerken

  • Eerste editie: Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken, nebst Nachträgen und einem Anhang über die Frage: „Unter welchen Voraussetzungen darf eine für geisteskrank erachtete Person gegen ihren erklärten Willen in einer Heilanstalt festgehalten werden?“ Mutze, Leipzig 1903.
  • Nieuwe facsimile-uitgave van de editie Leipzig 1903, uitgegeven met een nawoord en voorzien van een personen- en zakenregister door Gerd Busse. Psychosozial-Verlag, Giessen 2003. ISBN 3-89806-262-7.
  • Nieuwe editie met een nawoord door Wolfgang Hagen. Kulturverlag Kadmos, Berlin 2003. ISBN 3-931659-50-X.

Literatuur bewerken

(chronologisch afdalend)

  • Klaas Huizing: In Schrebers Garten. Knaus Verlag, München 2008. ISBN 978-3-8135-0292-3. Roman over Moritz Schreber en de invloed van zijn opvoedings-methoden op zijn zoon Daniel Paul Schreber.
  • Anke Junk: Macht und Wirkung eines Mythos - die mythenhaften Vorstellungen des Daniel Paul Schreber. Hannover, Impr. Henner Junk, 2004. OCLC 993236229
  • Ulrike Greb: Erziehung und Paranoia, Eine erkenntniskritische Studie zum Fall Schreber. Mabuse Verlag, 2004. ISBN 3-935964-46-3. Greb bespreekt uitvoerig de structurele aspecten van de paranoïa, doordat zij vier klassieke vertolkers van het tot op heden omstreden geval Schreber aan het woord laat: Sigmund Freud, William G. Niederland, Morton Schatzman en Elias Canetti.
  • Zvi Lothane: In defense of Schreber. Soul murder and psychiatry. Analytic Press, Hillsdale 1992. Duitse uitgave: Seelenmord und Psychiatrie. Zur Rehabilitierung Schrebers.
  • Eric L. Santner: My Own Private Germany. Daniel Paul Schreber´s Secret History of Modernity. Princeton University Press 1996. Eric Santner levert de recentste poging tot interpretatie van Schreber, als een teken voor de verschuiving van de discussie over “Ariërs” en “Joden.”[5]
  • Roy Porter: A social history of madness. Nederlandse vertaling: De zin van waanzin, Hoofdstuk 8 Daniel Schreber: waanzin, seks en het gezin. 1987
  • Elisabeth Schreiber: Schreber und der Zeitgeist, Berlin, 1987, Uitgeverij: Matzker, ISBN 3-925789-07-3
  • William G. Niederland: Der Fall Schreber. Das psychoanalytische Profil einer paranoiden Persönlichkeit. Suhrkamp, Frankfurt a. M. 1984. ISBN 3-518-07490-3
  • Morton Schatzman: Soul murder: persecution in the family. Random House, New York 1973. Duitse uitgave: Die Angst vor dem Vater. Langzeitwirkungen einer Erziehungsmethode. Rowohlt, Reinbek 1984, ISBN 3-499-17114-7. Schatzman ziet in de waanvoorstellingen van Schreber parallellen met de opvoedingsmethoden van zijn vader.
  • Han Israëls, Schreber, vader en zoon. Historisch-kritische opmerkingen over een psychoanalytisch beschreven geval van paranoia (Proefschrift Universiteit van Amsterdam, 1980; eerder uitgegeven in 1984 door het Sociologisch Instituut, Universiteit van Amsterdam 1984), Groningen: Historische Uitgeverij Groningen 1989
  • Roberto Calasso: L' impuro folle. Adelphi, Milano 1974. Duitse uitgave: Die geheime Geschichte des Senatspräsidenten Dr. Daniel Paul Schreber. Uit het Italiaans door Reimar Klein. Uitgave Suhrkamp NF 1024. Suhrkamp, Frankfurt a. M. 1980. ISBN 3-518-11024-1. Romanessay, dat het geval weergeeft vanuit het oogpunt van Schreber.
  • William G. Niederland: The Schreber case sixty years later. In: Int. J. Psychiatry 10 (1972). S. 79-84
  • William G. Niederland: Further data and memorabilia pertaining to the Schreber case. In: Int. J. Psychoanal. 44 (1963). S. 201-207.
  • Elias Canetti: Masse und Macht. Claasen, Hamburg 1960. S. 500-533. Nieuwe editie: Fischer, Frankfurt/M. 2003, ISBN 3-596-26544-4.
  • William G. Niederland: Schreber's Father. in: J. Am. Psychoanal. Assoc. 8 (1960). S. 492-499
  • William G. Niederland: Schreber: father and son. In: Psychoanal. Q. 28 (1959). S. 151.
  • William G. Niederland: The „Miracled-Up“ World of Schreber Childhood. In: Psychoanal. Study Child, 14 (1959). S. 383-413.
  • Franz Baumeyer: Der Fall Schreber. Psyche 9 (Dez. 1955). S. 513-536
  • William G. Niederland: Three Notes on the Schreber Case. In: Psychoanalytical Quarterly 20 (1951) S. 579-591
  • Sigmund Freud: Nachtrag zu dem autobiographisch beschriebenen Falle von Paranoia. (In) jaarboek voor psychoanalytisch en psychopathologisch onderzoek. Deel III, 2. helft. Lpz./Wien, Deuticke 1912. S 588-590.
  • Sigmund Freud: Psychoanalytische Bemerkungen über einen autobiographisch beschriebenen Fall von Paranoia. In: Jaarboek voor psychoanalytisch en psychopathologisch onderzoek. III. Deel, I. helft. Franz Deuticke, Leipzig en Wenen 1911.

Externe links bewerken

Referenties bewerken

  1. Malcolm, J. (1986): Vater, lieber Vater … Aus dem Sigmund-Freud-Archiv Ullstein, p. 71 e.v.
  2. s. Abschnitt Biographical Notes
  3. Israëls, J.T.; Borch-Jacobsen, M.; Shamdasani, S. (2007): 'Schreber, Seduction, and Scholarship: Han Israëls on Idiots, Lunatics, and the Psychopathology of Freud Scholars', in: Dufresne, T. Against Freud. Critics talk back, Stanford University Press
  4. Informationen des Psychosozialverlags über das Buch
  5. Rechtssemiotik Über Namen