Chloorpromazine

chemische verbinding

Chloorpromazine, merknaam Largactil, is een fenothiazinederivaat dat bekendstaat als klassiek antipsychoticum. Het werd in 1951 gesynthetiseerd en was, als eerst bruikbaar antipsychoticum, een enorme stap vooruit in de behandeling van psychose en schizofrenie.

Chloorpromazine
Chemische structuur
Chloorpromazine
Farmaceutische gegevens
Beschikbaarheid (F) Oraal, 30/50%
Metabolisatie Hepatisch
Halveringstijd (t1/2) 16-30 uur
Uitscheiding Biliair /renaal
Gebruik
Toediening Oraal, rectaal intramusculair, intraveneus
Risico met betrekking tot
Zwangerschapscat. C
Databanken
CAS-nummer 50-53-3
ATC-code N05AA01
PubChem 2726
DrugBank APRD00482
Farmacotherapeutisch Kompas Chloorpromazine
Chemische gegevens
Molecuulformule
IUPAC-naam 3-(2-chloro-10H-phenothiazin-10-yl) -N,N-dimethyl-propan-1-amine
Molmassa 355,3 g/mol
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

De antipsychotische werking van het middel is, zoals vaker bij psychofarmaca, per toeval ontdekt. De Franse chirurg Henri Laborit deed onderzoek naar patiënten die onder narcose werden gebracht bij een chirurgische ingreep. Bij het toedienen van chloorpromazine stelde hij vast dat de patiënten rustiger werden en minder angstig. De Nederlandse psychiater Frederik Tolsma las in de vakliteratuur hierover en ging in 1952 over tot klinisch onderzoek. Hij bekwam zeer positieve resultaten.

In Nederland was chloorpromazine tot 2008 op de markt onder de naam Largactil.[1] In de merknaam werd verwezen naar het sederende effect: het kalmeren van zeer onrustige patiënten, naar het Franse "large activité"; dat verwees ook naar de brede werking die het middel heeft. Het werd weinig meer toegepast vanwege de soms ernstige bijwerkingen en de interacties met andere geneesmiddelen. De introductie van even effectieve middelen, de zogenaamde atypische antipsychotica, zoals olanzapine en quetiapine die andere bijwerkingen kennen, deden het gebruik verder afnemen.

Op 19 mei 2014 kwam de stof samen met chloroquine naar buiten als bestrijder van het MERS-virus in vitro.[2]

Als magistrale bereiding is het succesvol bij de bestrijding van hardnekkige hik. Er is een magistraal LNA-voorschrift voor zetpillen, maar de apotheek kan ook capsules maken.[3]

De stof is opgenomen in de lijst van essentiële geneesmiddelen van de WHO.