De Black Hills (letterlijk: Zwarte Heuvels) vormen een klein geïsoleerd gebergte dat boven de grasvlakten van de Great Plains uittorent. Het is gelegen in het westen van South Dakota, met uitloop in Wyoming. De bergen zijn veelal begroeid met bomen en worden daarom beschreven als een "eiland van bomen in een zee van gras."

Black Hills
Hoogste punt Harney Peak (2207 m)
Lengte 160 km
Breedte 96 km
Oppervlakte 13.000 km²
Locatie South Dakota, Wyoming
Coördinaten 43° 59′ NB, 103° 45′ WL
Black Hills (South Dakota)
Black Hills
Foto's
Black Hills nabij Mount Rushmore
Black Elk Wilderness met Horsethief Lake
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

In de Black Hills zijn veel nationale parken en monumenten. Onder hen Mount Rushmore, Nationaal park Wind Cave, Jewel Cave National Monument, Harney Peak (het hoogste punt ten oosten van de Rocky Mountains), Black Hills National Forest, Custer State Park (het grootste staatspark van South Dakota, en een van de grootste in de Verenigde Staten), Bear Butte State Park, Devils Tower National Monument en Crazy Horse Memorial.

De Black Hills werden voor de komst van de kolonisten bewoond door Lakota-indianen. Na de vondst van goud in de jaren 1870 kwam er een goudkoorts op gang en steeg het inwonertal van het gebied aanzienlijk. De meeste mensen trokken naar Deadwood, Lead en Central City. In 1880 waren de Black Hills het dichtstbevolkte gebied van het Dakota-territorium. Sindsdien is de mijnbouw (in goudmijnen) lange tijd een belangrijke economische rol gaan spelen. Tegenwoordig is het toerisme van groot economisch belang.

De Black Hills zijn een betwist gebied: de Verenigde Staten namen het gebied in 1876 af van de Lakota-indianen en schonden daarmee het Verdrag van Fort Laramie van 1868. Het Amerikaanse Hooggerechtshof kende de indianen in 1980 een schadevergoeding toe, maar zij wezen dat af en eisen teruggave van het gebied. In 2007 verklaarden de Lakota van de Black Hills zich onafhankelijk van de Verenigde Staten.