De 400 m horden is een olympisch atletiekonderdeel. Op een standaard 400 meterbaan in de openlucht is dit de afstand van één compleet rondje in de binnenbaan. De renners blijven de gehele race in hun eigen baan na het starten vanuit de startblokken. De bedoeling is om de 400 meter zo snel mogelijk af te leggen en de 10 horden hierbij te passeren. De eerste horde staat 45 meter na de start, daarna is er een ruimte van 35 meter tussen de opeenvolgende horden. Wanneer een horde met het been stevig geraakt wordt kan de horde voorover vallen, zodat de kans op een blessure bij de atleet niet groot is. Het omvallen van een horde levert geen straftijd of strafpunten op, het aanraken vermindert echter wel de snelheid van de atleet.

400 meter
Laatste horde tijdens de 400 meter hordenfinale op het WK van 2007 in Osaka.
Algemene gegevens
Organisatie Vlag van België België: KBAB
Vlag van Nederland Nederland: KNAU
Vlag van Suriname Suriname: SAB
Mondiaal: IAAF
Locatie Atletiekbaan
Olympisch Heren: 1900
Dames: 1984
Competities / Kampioenschappen
Kampioenschappen BK / NK / EK / WK / OS
Diamond League
World Challenge
Kampioenen
Belgisch kampioen
52,81 Wout Bex
57,44 Nina Hespel
Nederlands kampioen
49,79 Ramsey Angela
54,95 Cathelijn Peeters
Wereldkampioen
46,89 Karsten Warholm
51,70 Femke Bol
Olympisch kampioen
45,94 Karsten Warholm
51,46 Sydney McLaughlin
Records
Belgisch record 48,66 Julien Watrin
54,33 Hanne Claes
Nederlands record 48,36 Nick Smidt
51,45 Femke Bol
Europees record 45,94 Karsten Warholm
51,45 Femke Bol
Wereldrecord 45,94 Karsten Warholm
50,68 Sydney McLaughlin
Verwante sporten
Disciplines 60m
80m
100m
110m
Steeplechase
Verwante sporten Duatlon
Hardlopen
Snelwandelen
Triatlon
Vijfkamp
Zevenkamp
Tienkamp
Laatst bijgewerkt op: 8 november 2023
Portaal  Portaalicoon   Sport
Atletiek

De beste mannelijke atleten kunnen de 400 m horden afleggen in een tijd rond de 47 seconden (WR: 45,94), wat gelijkstaat aan een snelheid van 8,51 meter per seconde of 30,63 kilometer per uur. De beste vrouwelijke atleten kunnen een tijd bereiken van rond de 53 seconden (WR: 50,68), wat gelijkstaat aan 7,89 meter per seconde en 28,41 kilometer per uur. Vergeleken met de 400 meter duurt de mannenrace gemiddeld 3 seconden langer en bij de vrouwen 4 seconden langer.

De 400 m horden is een olympische discipline sinds 1900 en 1984 voor respectievelijk mannen en vrouwen.

Er is ook een officieuze indoorvariant, zie onderaan het artikel.

Geschiedenis bewerken

De eerste medailles voor een 400 m hordenrace zijn gegeven in 1860 bij een race in Oxford over een baan van 440 yard (402 meter). Tijdens de wedstrijd moesten de atleten twaalf massieve, meer dan een meter hoge houten horden passeren die op gelijke afstanden geplaatst stonden.

Om de kans op een blessure te verminderen, zijn er in 1895 lichtere horden ontwikkeld, waardoor de atleten de horde beter kunnen wegstoten. Toch werd een atleet tot aan 1935 gediskwalificeerd wanneer er meer dan drie horden werden omgestoten. Een record gold destijds enkel officieel wanneer alle horden waren blijven staan.

Op de Olympische Spelen van 1900 in Parijs werd de 400 m horden een olympisch onderdeel. Doordat in banen werd gelopen waren de wedstrijden virtueel identiek aan elkaar, iedere atleet had op de finish 400 meter afgelegd en het aantal horden was teruggebracht tot tien. De officiële hoogte voor een horde werd vastgelegd op 91,44 cm (36 inch) voor mannen en sinds 1974 76,20 cm (30 inch) voor vrouwen. De horden staan 35 meter uit elkaar, de eerste horde staat 45 meter vanaf de start. Het gedeelte van de laatste horde tot aan de finish heeft een lengte van 40 meter.

De eerste 400 m hordenwedstrijd voor vrouwen stamt uit 1971. De IAAF introduceerde het onderdeel voor vrouwen officieel in 1974. De afstand werd echter niet direct opgenomen in het programma van de Olympische Spelen; bij de Spelen van 1980 in Moskou was het een demonstratie-onderdeel zonder olympische medailles. De eerste vrouwelijke wereldkampioen werd gekroond tijden de wereldkampioenschappen van 1983, de eerste olympisch kampioene tijdens de Olympische Spelen van 1984.

Techniek bewerken

De uitdaging van het hordelopen is dat het passeren van de horde zo weinig mogelijk tijdverlies oplevert. Bij de korte hordennummers (110 m voor de mannen en 100 m voor de vrouwen) kan tussen alle horden eenzelfde aantal passen gedaan worden, namelijk drie, maar bij de lange hordennummers is een constant aantal passen meestal onhaalbaar, de invloed van de toenemende vermoeidheid op de paslengte is namelijk groot. Er komt dus de extra uitdaging bij om met zo weinig mogelijk invloed op de loopsnelheid, toch bij elke horde goed uit te komen.

Toplopers maken in het eerste deel van de race 13 (mannen) of 15 (vrouwen) passen tussen de horden. Door vermoeidheid worden de passen normaal gesproken korter, maar de horden blijven op exact dezelfde afstand staan. Wat de lopers doen is gevoelsmatig met steeds iets langere passen gaan lopen, waardoor ze in de praktijk juist precies dezelfde paslengte behouden. Op een gegeven moment gaat dit echter niet langer en moet overgeschakeld worden op een ander aantal passen tussen de horden. Daar komt nog een complicatie aan het licht: de hordenpassage gaat met het ene been meestal een stuk gemakkelijker dan met het andere been, het slechte of 'chocolade'been. Tegenwoordig zijn vrijwel alle toplopers door er veel op te trainen tweebenig, al zullen ze voorkeur voor het goede been blijven houden. Zo kan van 13 op 14 pas overgegaan worden en als ook dat niet meer lukt op 15 pas.

Een enkeling krijgt het voor elkaar om alles in 13-pas ritme te lopen, of 15-pas bij de vrouwen. Maar afhankelijk van de wind, de vorm van de dag en of per ongeluk een horde hard aangeraakt is, kan het ook bij hen voorkomen dat ze aan het eind een pas moeten invoegen. Beenlengte en kracht spelen ook nog een rol en zo moet ieder een eigen ritme ontwikkelen, plus de vaardigheid om het ritme aan te passen aan de omstandigheden. Bij een man komt er dan bijvoorbeeld uit dat tot en met horde zes 13 pas gekozen wordt, dan tweemaal 14 (dat wil zeggen één passage met het verkeerde been) en vervolgens 15. Bij de vrouwen zou het telkens twee passen meer zijn. De kunst is om al lang voor de horde te zien aankomen welke correcties op de paslengte nodig zijn en wanneer er passen ingevoegd zouden moeten worden. Sommige hordelopers vinden het prettig dat onderweg nadenken over deze kwesties afleidt van de hevige vermoeidheid waardoor de 400m gekenmerkt wordt.

Mijlpalen bewerken

Meest succesvolle atleten bewerken

 
Edwin Moses, tweevoudig olympisch kampioen.

Meest opvallende nieuweling: Glenn Davis (USA), die zijn eerste wedstrijd liep in april 1956 in 54,4. Twee maanden later liep hij een nieuw wereldrecord met 49,5 en later dat jaar won hij de gouden medaille tijdens de Olympische Spelen. Ook was hij de eerste die dat kon herhalen, hij deed dat in 1960.

Atleet die geschiedenis schreef op de 400 m horden: De Amerikaan Edwin Moses won 122 wedstrijden onafgebroken tussen 1977 en 1987 plus twee gouden medailles op de Olympische Zomerspelen 1976 en op de Olympische Zomerspelen 1984. De boycot van de Olympische Spelen in 1980 zorgde ervoor dat hij geen hattrick kon behalen, maar zijn carrière wordt wereldwijd als een fenomeen beschouwd. Hij hield het wereldrecord sinds hij het zelf had gezet in 1976 zijn hele sportleven, totdat het tijdens de Olympische Zomerspelen 1992 in Barcelona werd gebroken.

Olympische medaillewinnaars bewerken

Mannen bewerken

Jaar      
1900   John Tewksbury   Henri Tauzin   George Orton
1904   Harry Hillman   Frank Waller   George Poage
1908   Charles Bacon   Harry Hillman   Jimmy Tremeer
1920   Frank Loomis   John Norton   August Desch
1924   Morgan Taylor   Erik Wilén   Ivan Riley
1928   David Burghley   Frank Cuhel   Morgan Taylor
1932   Bob Tisdall   Glenn Hardin   Morgan Taylor
1936   Glenn Hardin   John Loaring   Miguel White
1948   Roy Cochran   Duncan White   Rune Larsson
1952   Charles Moore   Joeri Litoejev   John Holland
1956   Glenn Davis   Eddie Southern   Josh Culbreath
1960   Glenn Davis   Clifton Cushman   Richard Howard
1964   Rex Cawley   John Cooper   Salvatore Morale
1968   David Hemery   Gerhard Hennige   John Sherwood
1972   John Akii-Bua   Ralph Mann   David Hemery
1976   Edwin Moses   Michael Shine   Yevgeni Gavrilenko
1980   Volker Beck   Wassili Archipenko   Gary Oakes
1984   Edwin Moses   Danny Harris   Harald Schmid
1988   André Phillips   Amadou Dia Ba   Edwin Moses
1992   Kevin Young   Winthrop Graham   Kriss Akabusi
1996   Derrick Adkins   Samuel Matete   Calvin Davis
2000   Angelo Taylor   Hadi Al Somayli   Llewellyn Herbert
2004   Félix Sánchez   Danny McFarlane   Naman Keïta
2008   Angelo Taylor   Kerron Clement   Bershawn Jackson
2012   Félix Sánchez   Michael Tinsley   Javier Culson
2016   Kerron Clement   Boniface Mucheru Tumuti   Yasmani Copello
2020   Karsten Warholm   Rai Benjamin   Alison dos Santos

Vrouwen bewerken

Jaar      
1984   Nawal El Moutawakel   Judi Brown   Cristeana Cojocaru
1988   Debbie Flintoff-King   Tatjana Ledovskaja   Ellen Fiedler
1992   Sally Gunnell   Sandra Farmer-Patrick   Janeene Vickers
1996   Deon Hemmings   Kim Batten   Tonja Buford-Bailey
2000   Irina Privalova   Deon Hemmings   Nezha Bidouane
2004   Faní Chalkiá   Ionela Tirlea-Manolache   Tetiana Terestschuk-Antipowa
2008   Melaine Walker   Sheena Tosta   Tasha Danvers
2012   Natalja Antjoech   Lashinda Demus   Zuzana Hejnová
2016   Dalilah Muhammad   Sara Petersen   Ashley Spencer
2020   Sydney McLaughlin   Dalilah Muhammad   Femke Bol

Eerste drie van de Wereldkampioenschappen bewerken

Mannen bewerken

Jaar Goud Zilver Brons
1983 Edwin Moses (USA) Harald Schmid (FRG) Alexander Karlow (USSR)
1987 Edwin Moses (USA) Danny Harris (USA) Harald Schmid (FRG)
1991 Samuel Matete (ZAM) Winthrop Graham (JAM) Kriss Akabusi (GBR)
1993 Kevin Young (USA) Samuel Matete (ZAM) Winthrop Graham (JAM)
1995 Derrick Adkins (USA) Samuel Matete (ZAM) Stéphane Diagana (FRA)
1997 Stéphane Diagana (FRA) Llewellyn Herbert (RSA) Bryan Bronson (USA)
1999 Fabrizio Mori (ITA) Stéphane Diagana (FRA) Marcel Schelbert (CH)
2001 Félix Sánchez (DOM) Fabrizio Mori (ITA) Dai Tamesue (JPN)
2003 Félix Sánchez (DOM) Joey Woody (USA) Periklís Iakovákis (GRE)
2005 Bershawn Jackson (USA) James Carter (USA) Dai Tamesue (JPN)
2007 Kerron Clement (USA) Félix Sánchez (DOM) Marek Plawgo (POL)
2009 Kerron Clement (USA) Javier Culson (PUR) Bershawn Jackson (USA)
2011 David Greene (GBR) Javier Culson (PUR) L.J. van Zyl (RSA)
2013 Jehue Gordon (TRI) Michael Tinsley (USA) Emir Bekrić (SRB)
2015 Nicholas Bett (KEN) Denis Koedrjavtsev (RUS) Jeffrey Gibson (BAH)
2017 Karsten Warholm (NOR) Yasmani Copello (TUR) Kerron Clement (USA)
2019 Karsten Warholm (NOR) Rai Benjamin (USA) Abderrahman Samba (QAT)
2022 Alison dos Santos (BRA) Rai Benjamin (USA) Trevor Bassitt (USA)
2023 Karsten Warholm (NOR) Kyron McMaster (IVB) Rai Benjamin (USA)

Vrouwen bewerken

Jaar Goud Zilver Brons
1980 Bärbel Broschat (DDR) Ellen Fiedler (DDR) Petra Pfaff (DDR)
1983 Jekaterina Fesenko (USSR) Anna Ambrosiene (USSR) Ellen Fiedler (DDR)
1987 Sabine Busch (DDR) Debbie Flintoff-King (AUS) Cornelia Ullrich (DDR)
1991 Tatjana Ledovskaja (USSR) Sally Gunnell (GBR) Janeene Vickers (USA)
1993 Sally Gunnell (GBR) Sandra Farmer-Patrick (USA) Margarita Ponomarjova (RUS)
1995 Kim Batten (USA) Tonya Buford (USA) Deon Hemmings (JAM)
1997 Nezha Bidouane (MAR) Deon Hemmings (JAM) Kim Batten (USA)
1999 Daimi Pernia (CUB) Nezha Bidouane (MAR) Deon Hemmings (JAM)
2001 Nezha Bidouane (MAR) Joelia Petsjonkina (RUS) Daimi Pernia (CUB)
2003 Jana Pittman (AUS) Sandra Glover (USA) Joelia Petsjonkina (RUS)
2005 Joelia Petsjonkina (RUS) Lashinda Demus (USA) Sandra Glover (USA)
2007 Jana Rawlinson (AUS) Joelia Petsjonkina (RUS) Anna Jesień (POL)
2009 Melaine Walker (JAM) Lashinda Demus (USA) Josanne Lucas (TRI)
2011 Lashinda Demus (USA) Melaine Walker (JAM) Natalja Antjoech (RUS)
2013 Zuzana Hejnová (CZE) Dalilah Muhammad (USA) Lashinda Demus (USA)
2015 Zuzana Hejnová (CZE) Shamier Little (USA) Cassandra Tate (USA)
2017 Kori Carter (USA) Dalilah Muhammad (USA) Ristananna Tracey (JAM)
2019 Dalilah Muhammad (USA) Sydney McLaughlin (USA) Rushell Clayton (JAM)
2022 Sydney McLaughlin (USA) Femke Bol (NED) Dalilah Muhammad (USA)
2023 Femke Bol (NED) Shamier Little (USA) Rushell Clayton (JAM)

Top tien aller tijden bewerken

Snelste mannen bewerken

Rang Tijd Atleet Land Datum Plaats
1. 45,94 Karsten Warholm   NOR 3 augustus 2021 Tokio
2. 46,17 Rai Benjamin   USA 3 augustus 2021 Tokio
3. 46,29 Alison dos Santos   BRA 19 juli 2022 Eugene
4. 46,78 Kevin Young   USA 6 augustus 1992 Barcelona
5. 46,98 Abderrahman Samba   QAT 30 juni 2018 Parijs
6. 47,02 Edwin Moses   USA 31 augustus 1983 Koblenz
7. 47,03 Bryan Bronson   USA 21 juni 1998 New Orleans
8. 47,08 Kyron McMaster   IVB 3 augustus 2021 Tokio
9. 47,10 Samuel Matete   ZAM 7 augustus 1991 Zürich
10. 47,19 André Phillips   USA 25 september 1988 Seoel

Bijgewerkt: 25 juli 2022

Snelste vrouwen bewerken

Rang Tijd Atleet Land Datum Plaats
1. 50,68 Sydney McLaughlin   USA 22 juli 2022 Eugene
2. 51,45 Femke Bol   NED 23 juli 2023 Londen
3. 51,58 Dalilah Muhammad   USA 4 augustus 2021 Tokio
4. 52,34 Joelia Petsjonkina   RUS 8 augustus 2003 Toela
5. 52,39 Shamier Little   USA 4 juli 2021 Stockholm
6. 52,42 Melaine Walker   JAM 20 augustus 2009 Berlijn
7. 52,47 Lashinda Demus   USA 1 september 2011 Daegu
8. 52,61 Kim Batten   USA 11 augustus 1995 Göteborg
9. 52,62 Tonja Buford-Bailey   USA 11 augustus 1995 Göteborg
10. 52,74 Sally Gunnell   GBR 19 augustus 1993 Stuttgart

Bijgewerkt: 9 november 2023

Continentale records bewerken

Continent Geslacht Prestatie Atleet Land Datum Plaats
Afrika M 47,10 Samuel Matete   ZAM 7 augustus 1991 Zürich
V 52,90 Nezha Bidouane   MAR 25 augustus 1999 Sevilla
Noord- en
Midden-Amerika
M 46,17 Rai Benjamin   USA 3 augustus 2021 Tokio
V 50,68 (WR) Sydney McLaughlin   USA 22 juli 2022 Eugene
Zuid-Amerika M 46,29 Alison dos Santos   BRA 19 juli 2022 Eugene
V 53,69 Gianna Woodruff   PAN 20 juli 2022 Eugene
Azië M 46,98 Abderrahman Samba   QAT 30 juni 2018 Parijs
V 53,09 Kemi Adekoya   BRN 24 augustus 2023 Boedapest
Europa M 45,94 (WR) Karsten Warholm   NOR 3 augustus 2021 Tokio
V 51,45 Femke Bol   NED 23 juli 2023 Londen
Oceanië M 48,28 Rohan Robinson   AUS 31 juli 1996 Atlanta
V 53,17 Debbie Flintoff-King   AUS 28 september 1988 Seoel

Bijgewerkt: 10 november 2023

Wereldrecordontwikkeling bewerken

Mannen bewerken

Tijd Atleet Land Datum Locatie
45,94 Karsten Warholm   NOR 3 augustus 2021 Tokio
46,70 Karsten Warholm   NOR 1 juli 2021 Oslo
46,78 Kevin Young   USA 6 augustus 1992 Barcelona
47,02 Edwin Moses   USA 31 augustus 1983 Koblenz
47,13 Edwin Moses   USA 3 juli 1980 Milaan
47,45 Edwin Moses   USA 11 juni 1977 Westwood
47,64 Edwin Moses   USA 25 juli 1976 Montreal
47,65 Edwin Moses   USA 25 juli 1976 Montreal
47,82 John Akii-Bua   UGA 2 september 1972 München
48,12 David Hemery   GBR 15 oktober 1968 Mexico-Stad
48,6 Geoffrey Vanderstock   USA 11 september 1968 Echo Summit
49,1 Warren Cawley   USA 13 september 1964 Los Angeles
49,2 Salvatore Morale   ITA 14 september 1962 Belgrado
49,2 Glenn Davis   USA 6 augustus 1958 Boedapest
49,5 Glenn Davis   USA 29 juni 1956 Los Angeles
50,4 Joeri Litoejev   URS 20 september 1953 Boedapest
50,6 Glenn Hardin   USA 26 juli 1934 Stockholm
51,8 Glenn Hardin   USA 30 juni 1934 Milwaukee
52,0 Glenn Hardin   USA 1 augustus 1932 Los Angeles
52,0 Morgan Taylor   USA 4 juli 1928 Philadelphia
52,6 John Gibson   USA 2 juli 1927 Lincoln
53,8 Sten Pettersson   SWE 4 oktober 1925 Parijs
54,2 John Norton   USA 26 juni 1920 Pasadena
54,0 Frank Loomin   USA 16 augustus 1920 Antwerpen
55,0 Charles Bacon   USA 22 juli 1908 Londen

Vrouwen bewerken

Tijd Atleet Land Datum Locatie
50,68 Sydney McLaughlin   USA 23 juli 2022 Eugene
51,41 Sydney McLaughlin   USA 25 juni 2022 Eugene
51,46 Sydney McLaughlin   USA 4 augustus 2021 Tokio
51,90 Sydney McLaughlin   USA 27 juni 2021 Eugene
52,16 Dalilah Muhammad   USA 4 oktober 2019 Doha
52,20 Dalilah Muhammad   USA 29 juli 2019 Des Moines
52,34 Joelia Petsjonkina   RUS 8 augustus 2003 Toela
52,61 Kim Batten   USA 11 augustus 1995 Göteborg
52,74 Sally Gunnell   GBR 19 augustus 1993 Stuttgart
52,94 Marina Stepanova   URS 19 september 1986 Tasjkent
53,32 Marina Stepanova   URS 30 augustus 1986 Stuttgart
53,55 Sabine Busch   GDR 22 september 1985 Berlijn
53,58 Margarita Ponomarjova   URS 22 juni 1984 Kiev
54,02 Anna Ambrosiene   URS 11 juni 1983 Moskou
54,28 Karin Roßley   GDR 17 mei 1980 Jena
54,78 Marina Makejewa   URS 27 juli 1979 Moskou
54,89 Tatjana Selenzova   URS 2 september 1978 Praag
55,31 Tatjana Selenzova   URS 19 augustus 1978 Podolsk
55,44 Krystyna Kacperczyk   POL 18 augustus 1978 Berlijn
55,63 Karin Roßley   GDR 13 augustus 1977 Helsinki
55,74 Tatjana Storosjeva   URS 26 juni 1977 Chemnitz
56,51 Krystyna Kacperczyk   POL 13 juli 1974 Augsburg

Indoor bewerken

Er bestaat sinds 2006 een officieuze variant van dit onderdeel voor de indoorbanen, bedacht door Jean-Georges Sarkadi. Er wordt in lanen gestart, maar op het tweede rechte stuk mag men naar de binnenbaan gaan. De horden staan op de rechte einden van een 200-meterbaan op een afstand van 30 meter, waarbij de horde minimaal 6 meter na de bocht moet staan. In totaal wordt achtmaal een horde genomen (tegen tien op de buitenbaan). Er staat een rijtje horden over de volle breedte van de baan, wordt een horde omvergelopen dat moet een achteropkomende loper de horde ernaast nemen. Zit laatstgenoemde atleet er te dicht op dan volgt geen diskwalificatie, maar de tijd telt niet als record. Juryleden zetten de in de eerste omloop omgevallen horden direct recht voor de tweede ronde. De lanen op een indoorbaan zijn over het algemeen smaller dan op de buitenbaan, dan passen ongeveer 4 gewone horden naast elkaar in de 6 lanen van een indoorbaan.

Het wereldrecord bij de mannen staat op naam van Félix Sánchez, die 48,78 liep in Val-de-Reuil op 18 februari 2012. Bij de vrouwen staat het record met 56,41 op naam van Sheena Tosta uit de Verenigde Staten, eveneens in Val-de-Reuil gelopen, maar een jaar eerder: 12 februari 2011.

Externe links bewerken

Zie de categorie 400 m hurdles van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.