'14-'18 (musical)

musical

'14-'18 was een Vlaamse musicalproductie van Studio 100 uit 2014 in regie van Frank Van Laecke. Ze ging in première op 20 april 2014.

'14-'18
Regisseur Frank Van Laecke
Choreografie Martin Michel
Muziek Dirk Brossé
Teksten Frank Van Laecke
Allard Blom
Première 20 april 2014
Laatste voorstelling 11 november 2014
Standplaats Nekkerhal in Mechelen
Productie Studio 100
Producent Gert Verhulst
Hans Bourlon
Vervolg '40-'45
Portaal  Portaalicoon   Musical
Free Souffriau tijdens een open repetitie als Anna, echtgenote van Jan
Jelle Cleymans tijdens een open repetitie als Jan
Maaike Cafmeyer tijdens een open repetitie als de verpleegster Céline
Peter Van De Velde tijdens een open repetitie als Korporaal Dedecker

De spektakelvoorstelling werd vertolkt in de grote ruimtes van de Mechelse Nekkerhal op een speelvlak van 18.000 m², waar het publiek het schouwspel kon bekijken vanop een rijdende tribune. Het script is van Frank Van Laecke en Allard Blom, die ook de liedteksten schreef. De muziek werd gecomponeerd door Dirk Brossé. Daarmee bestond het creatief team uit dezelfde personen die ook Daens uitwerkten.

De voorbereiding van de musical nam drie jaar in beslag. Bij de voorstelling speelden bijna 150 acteurs en figuranten mee, naast enkele paarden. De dag van de première waren al 120.000 tickets verkocht voor de voorstellingen van de volgende maanden.[1][2] In totaal gingen 335.000 bezoekers naar de musical kijken.

Op 22 mei 2023 werd aangekondigd dat Studio 100 de musical opnieuw op de planken zou gaan brengen vanaf juni 2024 in het Studio 100 Pop-Up theater in Puurs.[3]

Het verhaal bewerken

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

De voorstelling wordt geopend met een uitleg over het begin van de Eerste Wereldoorlog. Op 28 juni 1914 wordt de Aartshertog van Oostenrijk-Hongarije door een Servische Nationalist vermoord. Hierdoor verklaart Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië, beiden kanten gesteund door hun respectievelijke Geallieerden, Het Duitse Keizerrijk en Rusland. Als een sneeuwbal-effect verklaart Frankrijk de oorlog aan Duitsland en wordt België betrokken door een Duitse inval, in poging zo Frankrijk te kunnen flankeren. Zo verklaart ook Engeland en zijn kolonies de oorlog aan Duitsland en volgt ook jaren later de Verenigde Staten van Amerika. De oorlog heeft miljoenen doden en gewonden als gevolg. Ook blijft dit ons verhaal, omdat ook wij kinderen zijn van de Grote Oorlog ("Ouverture").

Duitse troepen trekken België binnen, dit gevolgd met vrij veel geweld. De burgerbevolking slaat op de vlucht, met alle materialen die ze mee kunnen nemen, gaande van kleren tot meubels. Terwijl er vluchtig afscheid wordt genomen van vrienden en familie, schiet het leger ook in actie en nemen ze hun posities in aan het IJzerfront in oktober 1914 (Dies Irae). Aan een van deze posities zitten de broers Jan en Kamiel Laenens, Fons de Rudder, Albert de Smet en hun sergeant, Dedecker. Terwijl iedereen aan het vechten is, zoekt Kamiel net dekking uit angst. Dedecker, die bewust is van dit gedrag, is fanatiek op zoek naar hem en, eens hij hem vindt, er op wijst dat hij er om zijn land te verdedigen. Wanneer Jan zijn broer wil verdedigen, wordt hij weer op zijn plaats gezet. Ook Fons, die Kamiel tracht te verdedigen, krijgt de volle lading. Kamiel wordt terug naar zijn oorspronkelijke positie gestuurd onder het toeziend oog van Dedecker, terwijl de mannen verder moeten vechten. Om de patstelling te doorbreken, valt Dedecker met zijn mannen frontaal aan, waarop de Duitsers terugtrekken ("On Les Aura!").

Met de terugtrekking van de Duitsers hebben de Belgische soldaten even rust. Maar toch blijft Dedecker op scherp en waarschuwt hij de broers Laenens dat hij ze in de gaten houdt. Hij overloopt met de Generaal de situatie onder zijn mannen en krijgt te horen dat hij het moreel hoog moet houden. Ook krijgt hij een nieuwe missie. Met een paar mannen moet hij, geassisteerd door Hendrik Geeraert bij sluizencomplex "de Ganzepoot" de sluizen openzetten, om zo inundatie te veroorzaken en het gebied onder water te zetten. Intussen bij de soldaten krijgt Jan nieuws van thuis. De zwangerschap van zijn vrouw Anna loopt goed. Ergens is hij bezorgd, want hij wil natuurlijk graag bij haar zijn zodra ze bevalt. Als Albert vraagt hoe koporaal Deprez aan deze informatie kan geraken, zegt hij dat dit via zijn "Connectionen" is (met Duitse tongval).

Bij de Generale staf benadrukt de Generaal het belang van deze missie aan Dedecker. Uiteindelijk kan deze missie het lot van de oorlog veranderen. Dedecker kiest voor deze missie Jan, Kamiel, Fons en Albert. Zij moeten ook een laatste brief schrijven, in het geval ze sneuvelen. Voor Kamiel en Fons lijkt dit een voorteken van de dood, maar Jan stelt ze gerust. Iedereen moet dit doen, uiteindelijk. Terwijl ze beslissen aan wie ze deze moeten schrijven, is Fons de enige die niemand direct heeft om te schrijven, dus beslist hij te schrijven naar de "grote, onzichtbare liefde". Jan plaagt hem, zeggende dat hij misschien iemand tussen de zandzakken kan vinden. Op datzelfde moment valt Albert's oog op een mooie verpleegster die met een gewonde voorbij wandelt, maar wordt zijn aandacht terug getrokken door Fons, die zegt dat hij zich moet gedragen. Jan schrijft zijn brief aan Anna, Kamiel aan zijn moeder, Albert aan een van zijn vriendinnen en Fons naar de onzichtbare liefde ("Lieve liefste").

Enkele weken eerder, bij het begin van de Mobilisatie. Jan neemt afscheid van Anna, met de gedachte dat de oorlog niet lang zal duren. Deze gedachte wordt door iedereen gedeeld. De mannen nemen afscheid van hun geliefden, vrienden en familie terwijl ze zich aanmelden voor de legerdienst en er gemijmerd wordt over hoe er op elkaar gewacht zal worden. Wanneer het bevel komt dat de mannen moeten vertrekken, worden ze door hun dorpsgenoten uitgewuifd. Kamiel vergeet echter bijna zijn belangrijkste bezit: zijn accordeon. Met een laatste kus neemt de groep afscheid en vertrekken de 4 boezemvrienden ten oorlog (Scenechange 'Wanneer'/"Voor dat ge 't weet").

29 oktober 1914, De Ganzepoot-sluis. Deze is op de moment in Duitse handen. Dit houdt de Belgen niet tegen hun missie uit te voeren. Dedecker en zijn mannen zijn er al een paar keer in geslaagd de sluis wat te openen, zonder dat zij dit door hebben. Jan garandeert Kamiel dat het even vlot zal lopen zoals de vorige keren. Echter, een van de Duitse soldaten merkt hun op en opent het vuur. Hierbij geraakt Fons gewond, in een poging om Kamiel te doen bukken die door paniek is verstijfd. Wanneer Dedecker hem beveelt Fons mee te nemen naar beneden, durft Kamiel niet. Jan wil dit in zijn plaats doen en tracht zijn broer weg te sturen, maar dit wordt door Dedecker verboden. De Duitsers openen het vuur met een machinegeweer, waardoor de groep splitst. Kamiel vlucht weg, Jan helpt Fons en Dedecker, samen met Albert helpen Geeraert, die bij zijn vlucht ook is verwond.

Fons moet met zijn beenwonde een tijd in het lokale veldhospitaal verblijven. Hier leert hij Céline kennen, een Belgische verpleegster. Deze lijkt Fons ook wel best aardig te vinden en zegt dat ze hem wel wil leren dansen, maar hij zegt dat hij zo goed danst als een blinde die met een vrachtwagen rijdt. Ook Jan en Albert komen hun vriend bezoeken, met gesmokkelde bierflesjes. Albert's flesje wordt echter afgenomen door de hoofdverpleegster, want bier is verboden in het hospitaal. Wanneer Fons vraagt waar Kamiel is, laat Albert weten dat hij te bang is en wanneer hij in het hospitaal met zijn excuses aankomt, spelt Albert Kamiel de les. Wanneer dit bijna escaleert in een ruzie tussen Jan en Albert, komt Fons tussenbeide. Ze zijn er immers om het einde van de oorlog te vieren en "zijn verovering", Céline. Het goede nieuws stopt niet daar. Desmet komt aan in het hospitaal met een bak bier, zeggend dat het op kosten is van Jan. De reden: Hij is vader geworden. Anna is bevallen van een zoontje, al was ze een maand te vroeg. Albert snapt niets van de euforie en vertelt waarom hij liever drinkt op zijn veroveringen ("Schol!"). De feestvreugde in het veldhospitaal eindigt wanneer Sergeant Dedecker binnen komt. Hij waarschuwt Kamiel: Weglopen van het slagveld kan gezien worden als desertie, een daad die zwaar bestraft kan worden. Hij gaat hem ook strenger in de gaten houden. Hij wenst Fons beterschap, zodat hij snel terug in actie kan gezet worden. Hierbij zijn de jongens in verstomming geslagen. De oorlog is helemaal nog niet voorbij. Jan is dus nog langer gescheiden van zijn vrouw en kersverse zoon.

Jan denkt terug aan zijn kindertijd in 1905, aan hoe zij "Indiaantje" speelden. Bij een van deze spelletjes wordt Kamiel door de 'stam' van Albert gevangen genomen en geforceerd een sigaret te roken. Hij zweert plichtig dat hij nooit zal roken. Hij wordt bevrijd door zijn broer Jan en Fons, die er in slagen Albert te overmeesteren. Echter bloedt Kamiel's hand en komt er weer een korte ruzie tussen Jan en Albert. Fons stelt voor dat dit echter de ideale moment is voor hun 'bloedband'. Hiermee zouden ze voor altijd verbonden zijn, tot de dood. Ze worden hier onderbroken door de meisjes, waar een jonge Anna zegt dat echte helden nooit sterven, zoals in alle boeken en verhalen. Jan, die op slag verliefd is, bevestigd dit en introduceert zichzelf. De twee hebben alleen maar aandacht voor elkaar, zelfs als Albert zich stoer probeert voor te stellen. Terug in het heden zingen Jan en Anna hoe ze naar elkaar verlangen, hoe het gemis groot is en ze weer bij elkaar willen zijn ("Wanneer").

November 1914. In de loopgraven slaat de verveling toe. Er is amper beweging in het Niemandsland en de mannen weten niet wat doen. Jan polst hoe de romance tussen hem en Céline loopt, die vlotter lijkt te gaan dan hij zelf had verwacht. Hij kan amper gelopen dat zo'n mooie vrouw ooit zou kunnen vallen op iemand zoals hem. Echter is niet alles rozengeur en maneschijn. Kamiel's zenuwen staan zeer hoog en wanneer een andere soldaat op wacht getroffen wordt door een sluipschutter, breekt hij. Hij vraagt aan Desmet een sigaret, desondanks hij niet rookt. Hij gebruikt deze echter om een lichtpuntje te maken, deze tussen zijn vingers te steken en zijn hand boven de loopgraaf uit te steken. De sluipschutter schiet weer, los door Kamiel's hand. Dedecker stuurt hem, onder begeleiding van Deprez, naar het veldhospitaal. Maar niet voor langere tijd. Jan probeert zijn broer te verdedigen, dat hij dit nodig heeft en hij de loopgraven niet aankan, maar Dedecker heeft hier geen oor naar. Hij sleept Kamiel voor de krijgsraad.

Bij de krijgsraad wordt heel het peloton van Dedecker op appel geplaatst. Kamiel's lot ziet er slecht uit. Hij heeft al meerdere keren lafheid getoond door zijn angsten, zijn vlucht bij de sluizenmissie en nu de opzettelijke verminking in het aangezicht van de vijand. Jan tracht zijn broer te verdedigen, dat hij schrik heeft van de oorlog en hij het bevel aan zijn broer had gegeven om te vluchten. De Generaal heeft hier echter geen gehoor voor. Dedecker had immers het bevel en het meermaals tonen van lafheid in het zicht van de vijand is genoeg grond om hem schuldig te vinden als deserteur. De krijgsraad toont geen genade en veroordeelt hem ter dood. Hij zal gefusilleerd worden de volgende ochtend en iedereen moet aanwezig zijn ("Ter dood!"). Kamiel wordt naar de executieplaats geleid, waar hij kijkt naar het feit dat zijn handen eigenlijk bedoeld waren om muziek te maken en niet om te doden. De executie wordt voltrokken en Kamiel sterft op slag. Jan moet hulpeloos, gesteund door Fons, toekijken hoe het lichaam van zijn broer wordt weggebracht. Hij weet ook maar al te goed dat hun moeder haar zonen allebei graag zag, maar Kamiel haar god was. Ook waren ze ook altijd voor elkaar ("Mijn handen").

Jan blikt terug naar zijn trouwdag in april 1914, waar Kamiel hielp om zijn broer klaar te hebben voor de trouw. Wanneer Jan denkt zijn ring kwijt te zijn, blijkt dat Kamiel deze speciaal voor hem heeft bewaard. Het feest is een succes en voor het einde van de avond, beslist hij nog even apart met zijn broer te zitten. Hij heeft immers nieuws dat hij alvast met hem wil delen. Binnen enkele maanden gaat hij immers 'nonkel' Kamiel worden. Kamiel is overweldigd met vreugde en loopt weg, waardoor Jan terug wordt geduwd naar het heden, alleen achterblijvend met Kamiel's accordeon ("Het dansfeest").

Het gemis aan het front en het bezette thuisfront is enorm. De brieven die Jan en Anna aan elkaar schrijven, komen nooit aan. Maar in de pijn en duister van de oorlog zijn er ook lichtpuntjes. Zo hebben Fons en Céline elkaar gevonden door deze oorlog. Toch blijft het gemis voor Jan zwaar. Hij mist zijn vrouw, maar ook zijn broer. Thuis is het enige waar hij nu naar verlangt. Wanneer zowel de soldaten als het thuisfront eindelijk nieuws krijgen, is er hoop. Maar Moeder Laenens ontvangt het nieuws dat haar jongste zoon is gesneuveld aan het front en breekt. De lieve vrede is ook van korte duur wanneer er weer een bombardement aanbreekt ("Nooit Alleen").

December 1917. Een gasaanval treft de Belgische soldaten. Albert wordt door deze aanval verrast en geraakt beneveld door het gas. Door het gas wordt hij blind en heeft hij problemen met ademen. Bij de Generaal blijkt dat de verliezen op het front enorm zijn. Er zijn nieuwe plannen voor een grote aanval, deze zal plaatsvinden op Kerstdag. Iedereen zal er ook voor ingezet worden, zelfs de gewonden die kunnen vechten. In het veldhospitaal dringt hij Jan aan te proberen minstens zijn zoon een keer te zien, voor het te laat is. Jan beseft dat dit nodig is en weet dat Deprez hem naar bezet kan gebied kan reizen. Hij legt aan Fons uit dat hun korporaal een relatie heeft met een Duitse verpleegster, die hij al van voor de oorlog kent. Als Fons met hem mee wil gaan, weigert Jan. Hij heeft immers nu Céline en het zou stom zijn om dat op te geven. Dedecker brengt het nieuws van de nieuwe missie, maar botst hier op protest van Jan. Hij stelt zich vragen welk nut dit alles heeft, want ze krijgen de leugen voorgeschoteld dat ze aan het winnen zijn, terwijl in realiteit het verlies maar al te duidelijk is. Dedecker houdt voet bij stuk en zegt dat ze Albert moeten inlichten zodra hij wakker is. Wanneer Fons zijn relaas doet tegen Jan, beseft hij dat Albert niet slaapt. Afgeleid door hun eigen conversatie, hebben ze niet gezien dat hij om hulp trachtte te seinen en is hij gestorven. Met de dood van Albert zijn nu 2 van de 4 bloedbroeders dood. Jan en Fons maken zijn kruis op, terwijl de soldaten zich afvragen waarvoor ze nu toch moeten lijden. Bij het plaatsen van het kruis wordt de realiteit getoond van het aantal doden die al zijn gevallen en hoe zij, de levenden nu moeten verder vechten voor de overwinning ("Als één man").

Tijdens een artillerie-aanval steken Jan en Deprez, vermomd in Duitse uniformstukken van lijken, het Niemandsland over. Op hun rendez-vousplek met Deprez's vriendin spreken ze af terug te keren, maar van hieruit moet Jan alleen verder. Hij sluipt door het dorp, maar botst er bijna op een Duitse patrouille. Wanneer hij zich weer probeert te verbergen van een Duitse officier op patrouille, wordt hij gespot. Hij kan zich eerst vermomd houden, maar achterdocht verraadt toch dat hij een Belgische soldaat is. In een poging de man te ontwapenen, eindigen ze in een man-tegen-mangevecht waarbij Jan het pistool van de Duitser doet afgaan en de man neerschiet. Hij moet vluchten, achtervolgt door de patrouille ("De reis"/"het gevecht").

Aan de Belgische kant is er paniek bij Fons, die te horen heeft gekregen dat het Offensief een dag vroeger valt, op Kerstavond. Hij zegt tegen Céline dat hij Jan moet gaan halen, maar wordt zot verklaard. Hij wil zijn beste vriend verdedigen, want als hij niet op tijd terug is, kan hij worden opgepakt als deserteur. Céline snapt dit, maar heeft het er moeilijk mee. Ze wil immers Fons ook niet kwijt. Fons besluit dat hij de "grote, onzichtbare liefde" naar wie hij zijn afscheidsbrief heeft geschreven, heeft gevonden. Hij geeft haar de brief, maar ze weet wat er al in staat. Toch houdt ze deze voor hem bij. Ze zullen hem na de oorlog samen verscheuren, zegt ze. Als afscheid kussen ze innig, maar wordt hun tedere moment onderbroken door Dedecker. Hij meldt dat alle verloven zijn ingetrokken en Fons zich onmiddellijk moet melden bij de kerk voor samenkomst, zonder tegenspraak. Als Fons vertrekt, probeert Dedecker bij Céline om affectie te krijgen. Ze moet hier echter niet van weten en verdedigt haarzelf met een schaar. Wanneer Dedecker toch besluit te vertrekken, roept ze hem na dat die soldaten van hem zijn jongens zijn en hij voor ze moet zorgen.

Op het thuisfront leest Anna een van de brieven van Jan die eindelijk is doorgekomen en verlangt ze naar haar man, reikend naar de moment dat ze weer samen zouden zijn. Haast een mirakel, komt Jan naar toegelopen. Na 3,5 jaar gescheiden te zijn van elkaar kunnen ze weer in elkaars armen liggen. Hun reünie is niet het enige waar Jan had op gehoopt. Louis, hun zoontje, kan niet slapen en zoekt zijn moeder op. Ook voor de eerste keer ziet hij zijn vader, nu in het echt ("Uw hand in mijn hand").

Aan de kerk verzamelt het peloton van Dedecker zich om naar de frontlinies te vertrekken. Fons loopt zenuwachtig, want Jan is nog altijd niet terug en Deprez heeft 'm ook niet gezien op hun rendez-vousplek. Als Dedecker dreigt met Jan ook voor de krijgsraad te slepen, komt hij net op tijd toegelopen. Fons die poolshoogte neemt bij Jan, krijgt het goede nieuws te horen dat zijn vriend zijn vrouw en zoon toch nog heeft kunnen zien, waarop Jan hem plaagt en vraagt wanneer hij er aan gaat beginnen. Voor Fons kan antwoorden, krijgen ze het bevel verder te marcheren. Voor de soldaten naar het front vertrekken, geeft de Generaal nog een speech, om hun er aan te herinneren dat ze in de ogen van hun landgenoten helden zijn en ze binnen 100 jaar of zelfs 500 jaar nog altijd herinnerd zullen worden. Onder de tonen van de Brabançonne trekken ze verder naar de loopgraven voor het kerstoffensief ("Van dag tot dag").

Kerstavond, 24 december 1917. De soldaten vieren een ingetogen Kerstmis, terwijl ze zich paraat houden voor de grote aanval. Uit het Niemandsland weerklinkt gezang. Wanneer de alerte soldaten hun post innemen, schieten ze niet. Jan merkt op dat de Duitse soldaat in het Niemandsland "Stille Nacht" aan het zingen is. Tegen het bevel van Dedecker in klimt hij zonder wapen de loopgraaf uit en begint hij zelf mee te zingen, in het Nederlands. Blijkbaar wekt dit sympathie op, want andere soldaten van de Duitse, Franse, Britse en ook Belgische kant sluiten zich bij hen aan en wensen onderling elkaar een prettige kerst ("Stille Nacht"). Wanneer de soldaten stilletjes terugkeren richting hun loopgraven, roept Jan op te stoppen. Wat heeft het nut om nog te vechten als ze weigeren? Hij krijgt hier gehoor en de soldaten blijven staan ("Uw hand in mijn hand - reprise"). De Generaal arriveert en beveelt dat alle soldaten terugkeren, maar krijgt eerst geen gehoor.

Hij beveelt Dedecker om in te grijpen, maar hij kan niet meer. Hij is alle moed kwijt om nog zoveel jongens de dood in te jagen. De Generaal beseft de prijs maar al te goed. Zijn eigen zonen zijn nog maar net zelf in actie gesneuveld. Maar de oorlog stopt voor niets. Weer geeft de Generaal het bevel, dit keer met nog meer kracht. Deze keer krijgt hij wel gehoor. De soldaten lopen alle richtingen uit, terug naar hun respectievelijke loopgraven, met uitzondering van Jan. Dedecker komt naar hem toe, om hem er aan te herinneren dat hij nog iets heeft om voor te vechten, dat zijnde: zijn zoon. Jan, met tegenzin, keert terug naar de loopgraaf. Wanneer de Dedecker wordt teruggeroepen door de Generaal, wordt dit slechts beantwoord met een saluut, waarop hij naar de loopgraven toe chargeert en wordt neergeschoten.

Met dit beginschot roept de Generaal de charge. De Belgische soldaten klimmen opnieuw uit hun loopgraaf, de dood tegemoet. Onder artillerievuur en de kogels van de machinegeweren vallen links en rechts de soldaten. De jongens proberen Deprez te volgen, maar deze wordt getroffen en sterft. Jan en Fons proberen hun weg te banen, maar het lijkt radeloos. Wanneer Fons uit hun schuilplek komt om te schieten, duwt Jan hem opzij, waardoor hij 2 schoten opvangt die voor Fons bedoeld waren. Fons houdt zijn vriend in zijn armen, in de hoop hem nog te kunnen redden. Jan moet denken aan wat Anna hun zoveel jaren geleden had gezegd: "Echte helden aan nooit dood". Hij zegt Fons dat hij altijd bij hem zal zijn en sterft in zijn armen. Gebroken en met pijn in het haart neemt Fons afscheid van zijn vriend op het slagveld ("Helden gaan nooit").

11 november 1918, 11 uur. De wapenstilstand gaat officieel in en brengt de oorlog op een eind na 4 jaar van gevechten. De soldaten worden onder feestgedruis en met open armen ontvangen door hun vrienden, geliefden en familie. Helaas brengt dit ook de pijnlijke realiteit dat er velen ook niet zijn teruggekeerd van het front (Fanfare "Als een man"). Voor de teruggekeerden wordt een groot feest georganiseerd, maar Fons is niet in een feestelijke stemming. Buiten wenst hij zijn betuigingen aan Moeder Laenens, diep in rouw voor het verlies van haar zonen. Zittend op een bankje krijgt hij gezelschap van Céline. Hij zegt dat ze nu de brief mag lezen die hij toen had geschreven. Echter herinnert ze hem er aan dat ze hem samen gingen verscheuren, na de oorlog. Hun rustig moment wordt onderbroken van 2 van zijn strijdkameraden, die volop aan het vieren zijn dat ze de oorlog hebben overleefd. Echter kan Fons dit niet opbrengen. Zelfs als Céline hem zegt dat hij verder moet met zijn leven, vraagt hij welk leven dit exact is. Hij is immers al zijn vrienden kwijt. Céline herinnert hem er aan dat er nog een toekomst is, een die ze maar al te graag met hem wil delen. Hij vraagt of ze hem nog wil leren dansen. Ze twijfelt even, want hij danst immers zoals een blinde die met een vrachtwagen rijdt. Hij weet dit, maar zij is de enige is die het hem wel kan leren. Al dansend delen ze een glimlach.

Bij de boom waar Anna zoveel momenten heeft gespendeerd met haar man, leest ze nu zijn laatste brief, die hij had geschreven voor de sluizenmissie. Toch moet zij ook even aan vroeger denken, toen hij al vroeg dat, als ze volwassen waren, ze met hem wilde trouwen. Dat wilde ze toen nog niet, want 'ze lust geen wortels', een grapje op het feit dat hij ros is. Hand in hand met Louis wandelt ze de toekomst tegemoet, gevolgd door de soldaten, mannen en vrouwen die de oorlog niet overleefd hebben ("Finale/curtain calls").

Rolverdeling bewerken

Versie 2014 bewerken

Rolverdeling spektakel musical 14-18 (2014 versie)
Rol Acteur vervanging/alternate/understudy
Jan Jelle Cleymans Alexander Metselaar (us)
Anna Free Souffriau Nathalie de Mey (us)
Fons Jonas Van Geel Pieter Klinck (us)
Albert Bert Verbeke James Cooke (us, later vervanging)
Kamiel Lander Depoortere Floris Devooght (us)
Sergeant De Decker Peter Van De Velde Jan Schepens (us)
Generaal Jo De Meyere Mike Verdrengh
Deprez Louis Talpe -
Celine Maaike Cafmeyer Marie Vinck (vervanging)

Jasmine Jaspers (us)

Versie 2024 bewerken

Rolverdeling spektakel musical 14-18 (2024 versie)[4]
Rol Acteur Alternate
Jan Jelle Cleymans Yanni Bourguignon
Anna Sandrine Van Handenhoven -
Fons Jonas Van Geel Jérémie Vrielynck
Albert Niels Destadsbader -
Kamiel Remi De Smet -
Sergeant De Decker Peter Van De Velde -
Generaal Marc Peeters Ron Cornet
Celine Charlotte Timmers

Wissels bewerken

2014 bewerken

De rol van de generaal werd vanaf 5 september afgewisseld tussen Jo De Meyere en Mike Verdrengh.[5] Op 17 september 2014 werd Maaike Cafmeyer vervangen door Marie Vinck.[6] Op 1 oktober werd Bert Verbeke, die de rol van Albert op zich nam, vervangen door James Cooke.[7]

Ensemble bewerken

2014

Jan Schepens, Jurgen Stein, Dirk Bosschaert, Fabrice Pillet, Joris De Beul, Dimitri Verhoeven, Steven Colombeen, Alexander Metselaar, James Cooke, Pieter Klinck, Nordin De Moor, Leendert De Vis, Hilde Norga, Karina Mertens, Anke Helsen, Olivier Bracke, Floris Devooght, Johnny Barendsen, Liv Van Aelst, Nathalie De Mey, Jasmine Jaspers, Christof Chapsis en Lien Focke.

Musicalnummers bewerken

  • Ouverture - Dies Irae Ensemble
  • On les aura Cast & ensemble
  • Lieve Liefste Jan, Kamiel, Fons & Albert
  • Voor da ge't weet Cast & ensemble
  • Schol! Cast & ensemble
  • Wanneer Jan & Anna
  • Mijn handen Kamiel
  • Nooit Alleen Cast & ensemble
  • Als één Man Fons, Jan & Ensemble
  • Wanneer (reprise)Jan & Anna
  • Uw hand in mijn hand Jan & Anna
  • Van dag tot dag Cast & ensemble
  • Stille Nacht Jan & ensemble
  • Uw hand in mijn hand (reprise) Ensemble
  • Dies Irae (reprise) Cast & ensemble
  • Lieve Liefste (reprise) Anna
  • Nooit Alleen (reprise) Cast & ensemble
  • Finale & Curtain Calls 14-18 Tutti

Sequel bewerken

Op 21 mei 2015 is door Studio 100 bevestigd dat, door het succes van de musical, er een vervolg komt. Dit vervolg focust op het verzet en collaboratie in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog en kreeg de naam '40-'45. Deze musical is op 7 oktober 2018 in première gegaan in het Studio 100 Pop-uptheater te Puurs.

Ondanks het feit dat deze musical was aangekondigd als een vervolg op '14-'18, staan de twee verhalen los van elkaar.

Trivia bewerken

  • Tijdens de voorstelling zat het publiek op een rijdende tribune. Deze tribune, waarop 1880 toeschouwers konden plaatsnemen, verplaatste zich 150 meter in het spektakel en kon een maximale snelheid bereiken van een halve meter per seconde.
  • Het decor werd gevormd door 11 decorelementen die lasergestuurd doorheen het speelvlak reden.
Zie de categorie 14-18 (musical) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.