Socotra (eiland)
Socotra is het grootste eiland van de Socotra-archipel, dat toebehoort tot Jemen. Het hoogste punt ligt op 1525 m. De hoofdplaats is Hadiboh. Het eiland wordt omringd door koraalriffen.
Eiland van Jemen | |||
---|---|---|---|
Locatie | |||
Land | Jemen | ||
Eilandengroep | Socotra-archipel | ||
Locatie | Indische Oceaan | ||
Coördinaten | 12° 29′ NB, 53° 54′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | ca. 3625 km² | ||
Inwoners (2004) |
42.442 | ||
Hoofdplaats | Hadiboh | ||
Lengte | 133 km | ||
Breedte | 42 km | ||
Hoogste punt | Dschabal Haggier (1519 m) | ||
Detailkaart | |||
![]() | |||
Foto's | |||
![]() | |||
Dracaena cinnabari op Socotra | |||
|
Vanwege de geïsoleerde ligging komen veel dieren endemisch voor op het eiland, wat betekent dat ze nergens anders leven. Er werden 1.142 endemische soorten geteld (800 ongewervelden, 308 planten, 27 reptielen en 7 vogelsoorten).[1]
Geografie, geologie en klimaatBewerken
Socotra heeft een oppervlakte van 3625 km². Het eiland heeft een tropisch woestijnklimaat en steppeklimaat (Klimaatclassificatie van Köppen: BWh en BSh), met matige neerslag die groter is in de bergen.
Socotra bestaat uit drie geografische gebieden: de kustvlakten, een kalksteenplateau (het Maalahplateau) met karstverschijnselen zoals grotten, en het Hajhirgebergte.
Socotra is een van de meest geïsoleerde gebieden op aarde die van continentale oorsprong zijn (en dus niet van vulkanische oorsprong zoals Hawaï of Tristan da Cunha). Men neemt aan dat het eiland is losgeraakt van Afrika in het midden-Plioceen (ca. 6 miljoen jaar geleden). Tijdens dezelfde plaattektonische gebeurtenissen is de Golf van Aden ontstaan.
Het eiland is onderhevig aan moessonregens: van juni tot september is het eiland nagenoeg onbereikbaar met de boot door de stormachtige zee ten gevolge van de sterke moessonwinden. In 1999 werd een luchthaven geopend om gedurende het gehele jaar toegang tot het eiland te verlenen.
Flora en faunaBewerken
Door de lange geografische isolatie is op het eiland een unieke endemische fauna en flora. Onderzoek heeft aangetoond dat meer dan een derde van de ongeveer 800 voorkomende soorten nergens anders ter wereld kunnen gevonden worden. Botanici zijn van mening dat de flora van Socotra tot de tien meest bedreigde eilandflora ter wereld behoort.
Een erg opvallende plant op, en tevens het symbool van Socotra, is de drakenboom (Dracaena cinnabari), een grote parasolachtige boom. De naam verwijst naar het rode sap, waarvan vroeger gedacht werd dat het drakenbloed was. Een andere endemische soort is een plant uit hetzelfde geslacht als de granaatappel, Punica protopunica. Uniek en endemisch is ook de Dendrosicyos socotrana (komkommerboom), de enige boom die tot de Cucurbitaceae (komkommerplantachtigen) behoort.
Reptielen die alleen op Socotra leven zijn de wormhagedis Pachycalamus brevis, verschillende draadwormslangen uit het geslacht Myriopholis en de gekko Hemidactylus dracaenacolus.[2] Zoals bij zoveel geïsoleerde eilanden zijn de enige zoogdieren die er van nature voorkomen vleermuizen. Het mariene leven is echter erg divers: er komt een groot aantal unieke soorten voor die hun oorsprong vinden in de Indische Oceaan, de Rode Zee, Oost-Afrika en de Zuidoost-Aziatische zeeën.
GeschiedenisBewerken
De naam Socotra is waarschijnlijk afgeleid van het Sanskriet dvipa sukhadhara, wat "gelukzalig eiland" betekent. De archipel werd door de Periplus van de Erythreïsche Zee omstreeks de eerste eeuw genoemd als Dioskourides en zou toen geregeerd zijn geweest door de heerser van Hadramawt. Het aanvankelijk onbewoonde Socotra kwam tot leven door de Indo-Romeinse handel over open zee (voor kustvaarders was het niet bereikbaar). Een diverse gemeenschap van kooplieden vestigde zich aan de noordkant van het eiland, in plaatsen als Kosh.[3] Het barre eiland leverde nauwelijks voedsel op, maar produceerde schildpadmateriaal en wierook die konden worden verhandeld. In sommige perioden was Socotra een piratennest.
De inwoners lijken vooral Indiërs uit het gebied rond de Indusdelta te zijn geweest. In de Hoq-grot zijn in 2000 zo'n 250 inscripties en tekeningen ontdekt, meestal in het Sanskriet, maar ook in Iraanse, Ethiopische, Zuid-Arabische en zelfs Griekse talen. Ze bestrijken de periode van de eerste eeuw v.Chr. tot de zesde eeuw n.Chr., met de bloeitijd in de jaren 100-400. Vermoedelijk fungeerde de grot als een boeddhistische cultusplaats.
Volgens overleveringen werden de eilandbewoners in het jaar 52 tot het christendom bekeerd, maar in realiteit gebeurde de kerstening – door bekering of migratie – rond de vierde eeuw.[4] In het gebied vond toen een confrontatie plaats tussen joden uit Zuid-Arabië en christenen uit Aksum. De Byzantijn Kosmas Indikopleustes sprak in de zesde eeuw met Griekse Socotranen die beweerden dat hun priesters door Perzische bisschoppen werden gewijd. De Arabische geograaf Al-Masudi stelde vast dat in zijn tijd de meeste bewoners christen waren. Marco Polo (1254-ca.1324) meldde in zijn reisverslagen dat de inwoners van Socotra christenen waren, met een aartsbisschop in Bagdad, die "niets te maken heeft met de paus in Rome". Ze behoorden dus tot de Assyrische Kerk van het Oosten oftewel Oost-Syrische Kerk.
In 1507 werd Socotra veroverd door de Portugezen, nadat de ontdekkingsreiziger Tristão da Cunha er voet aan wal had gezet. Ze kwamen tot de vaststelling dat het barre eiland te ver van de kust lag om het verhoopte strategische voordeel te bieden in de strijd om de Indische Oceaan.[5] In 1511 gaf Portugal het eiland op, dat toeviel aan het Mahra-sultanaat. In de 17e eeuw vond er een grootscheepse islamisering van de bevolking plaats.
Een expeditie van de Britse Oost-Indische Compagnie onder leiding van officier James Raymond Wellsted bezette het eiland in 1834. Een halve eeuw later, in 1886 werd Socotra een Brits protectoraat. De geostrategische ligging van het eiland maakte het tot een belangrijke tussenstop en doorvoerhaven voor Groot-Brittannië.
In 1967 raakte het Verenigd Koninkrijk de zeggenschap over Socotra geheel kwijt door de onafhankelijkheid van Zuid-Jemen (thans Jemen), waar het eiland onderdeel van werd. Binnen het conflict van de Jemenitische burgeroorlog is de situatie van Socotra sinds mei 2018, dat het eiland bezet wordt door troepen van de Verenigde Arabische Emiraten en dat het onder het gezag valt van de zgn. Zuidelijke Afscheidingsbeweging. Zie verder Jemen: geschiedenis.
BevolkingBewerken
Het eiland heeft een bevolking van ca. 50.000 inwoners, waarvan zo'n 8.500 in de hoofdstad Hadiboh[6].
De bewoners van Socotra fokken voornamelijk koeien en geiten en doen aan visserij en dadelpalmcultuur. De taal, het Soqotri, wordt enkel op Socotra gesproken. De meeste inwoners hebben geen elektriciteit of stromend water. Van west naar oost loopt één goede asfaltweg (met viaducten over de talrijke wadi's) van het ca. 3.500 inwoners[6] tellende vissersdorp Qalansyah via de luchthaven en dan om Hadiboh heen naar een kleine haven ten oosten van de hoofdstad. Verder zijn er nagenoeg geen verharde wegen. Op het einde van de jaren negentig hebben de Verenigde Naties een programma opgesteld om het eiland nader te bestuderen.
Een mogelijke bron van inkomsten in de toekomst is het ecotoerisme. Het eiland Socotra heeft diverse fraaie zandstranden.
LiteratuurBewerken
- Wolfgang Wranik (red.), Sokotra. Mensch und Natur, 1999. ISBN 389500099X
- Zoltán Biedermann, Soqotra. Geschichte einer christlichen Insel im Indischen Ozean vom Altertum bis zur frühen Neuzeit, 2006. ISBN 3447054212
Bronnen, noten en/of referenties
|