Slag bij Jemmingen (1533)

veldslag in Duitsland

De eerste Slag bij Jemmingen (Duits: Schlacht von Jemgum) vond plaats in 1533 tijdens de Gelderse Vete. In deze oorlog poogde Balthasar van Esens met hulp van de hertog van Gelre, Karel van Egmond, zijn heerschappij terug te winnen in het Oost-Friese Harlingerland. De troepen van Balthasar en de hertog van Gelre, ongeveer 2000 geoefende huursoldaten onder leiding van Meindert van Ham, drongen Oost-Friesland binnen en verschansten zich in de kerk van Jemgum. De aanrukkende grafelijke Oost-Friese strijdmacht was weliswaar grotendeels ontoereikend getraind, maar getalsmatig ver superieur. De Oost-Friese graven Enno II en Johan I Cirksena sloegen zelfs een aanbod af van de Gelderse troepen om zich gewonnen te geven en zich zonder strijd uit Oost-Friesland terug te trekken.

Slag bij Jemmingen (1533)
Onderdeel van de Gelderse Vete
Slag bij Jemmingen (1533) (Duitsland (hoofdbetekenis))
Slag bij Jemmingen (1533)
Datum 14 oktober 1533
Locatie Jemgum, Oost-Friesland, HRR
Resultaat Gelderse overwinning
Strijdende partijen
Hertogdom Gelre Graafschap Oost-Friesland
Leiders en commandanten
Meindert van Ham Enno en Johan Cirksena
Troepensterkte
2.000 huursoldaten 15.000 bewapende troepen
Verliezen
400

Toch handelden de grafelijke troepen vervolgens zodanig tactisch onhandig, dat hun troepen neergeschoten en op de vlucht gedreven werden. Hoewel er met 400 man verhoudingsgewijs weinig mensen om het leven kwamen, waren daaronder aan de Oost-Friese kant talrijke edelen, die vooraan hun leger reden. Als gevolg van de slag werden Leer en Oldersum in brand gestoken en geplunderd. Aan het einde van de oorlog had Balthasar weer de macht, zij het als vazal van Gelre.

Zie ook bewerken