Severus van Antiochië

theoloog uit Byzantijnse Rijk (456-538)

Severus van Antiochië (Sozopolis, Pisidië, 465 - Egypte, 5 februari 538) was patriarch van Antiochië van 512 tot 518. Door de Oriëntaals-orthodoxe Kerk werd hij evenwel tot zijn dood als patriarch erkend. Hij was een van de voornaamste tegenstanders van het Concilie van Chalcedon.

Severus van Antiochië

Leven bewerken

Rond 465 werd hij geboren in Pisidië in een heidens gezin. Na de dood van zijn vader werd hij naar Alexandrië gestuurd om daar grammatica en retoriek te studeren. Daar werd hij door christelijke studenten aangespoord om de werken van Basilius van Caesarea en Gregorius van Nazianze te bestuderen. In 486 verhuisde hij naar Beiroet om daar rechten en filosofie te studeren. In 488 werd hij gedoopt in het martyrium van Leontius in Tripoli.

Na zijn doop werd hij steeds ascetischer, en was dan ook vaak in de kerk te vinden. Uiteindelijk trad hij dan ook toe tot een klooster in Palestina. Kortstondig probeerde hij als een anachoreet in de woestijn te overleven. Dit mislukte en hij moest, ernstig verzwakt, opgelapt worden in een klooster.

Severus was een miafysiet en wees Chalcedon rigoureus af. Een compromisformule tussen de chalcedoniërs en de miafysieten, de Henotikon genaamd, wees hij dan ook af omdat het Chalcedon niet veroordeelde maar juist verzweeg. De miafysitische patriarch van Antiochië, Petrus de Voller, die de Henotikon wel accepteerde, werd door Severus afgewezen.

Zijn harde lijn zorgde ervoor dat hij in 508 uit een Egyptisch klooster werd gegooid nadat de abt Chalcedon aanvaard had. Vervolgens zou Severus sectarisch geweld in Alexandrië uitgelokt hebben. Om vervolging te ontlopen vluchtte hij naar Constantinopel. In 511 werd hij door de miafysitische keizer Anastasius naar Antiochië gestuurd om daar de vacante patriarchentroon te vullen. Op de dag dat hij patriarch werd vervloekte hij het Concilie van Chalcedon en nam de Henotikon, die hij eerst veroordeeld had, aan.

Heel lang duurde zijn patriarchaat niet. Toen Anastasius in 518 stierf kwam de chalcedonische keizer Justinus I aan de macht. Een van de eerste dingen die hij deed was het laten arresteren van Severus. Toen Severus hoorde dat de keizer hem wou arresteren vluchtte hij naar Alexandrië. Hier kreeg Severus het aan de stok met Julianus, de verbannen bisschop van Halicarnassus, die leerde dat Christus lichaam onvergankelijk en van nature onmogelijk kon lijden. Dit heette aphthartodocetisme.

Rond 535 werd Severus door keizer Justinianus I, opvolger van Justinus, naar Constantinopel gehaald. Justinianus wou de miafysieten herenigen met de Oosters-orthodoxe Kerk en organiseerde daarom discussies tussen vooraanstaande chalcedoniërs en miafysieten. Eenmaal daar wist Severus de patriarch van Constantinopel, Anthimus, te bekeren tot het miafysitisme. Toen Paus Agapitus I, die toevallig in de stad was voor diplomatieke zaken, hier lucht van kreeg zette hij Anthimus af.

In 536 liepen de gesprekken vast. Justinianus veroordeelde Severus en beval dat alle werken van Severus verbrand moesten worden. Bij wie betrapt werd op het bezitten van een werk van Severus werd de rechterhand afgehakt[1]. Hierdoor is er ook niet veel van de werken van Severus in het oorspronkelijke Grieks bewaard gebleven, maar alleen in Syrische vertalingen. Hierna keerde Severus terug naar Egypte, waar hij in 538 stierf.

Voetnoten bewerken

  1. Novellae, 42