Wortelende aardappelbovist

soort uit het geslacht Scleroderma
(Doorverwezen vanaf Scleroderma verrucosum)

De wortelende aardappelbovist (Scleroderma verrucosum) is een schimmel en een lid van het geslacht Scleroderma. Hij vormt ectomycorrhiza. De vruchtlichamen groeien op de grond van voedselrijke, humusrijke, kalkloze tot kalkarme zand-, leem- en kleibodems, vaak in loofbossen- of gemengde bossen, houtwallen, parken, struwelen, lanen en heiden.[2]

Wortelende aardappelbovist
Wortelende aardappelbovist
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Boletales (Boleten)
Familie:Sclerodermataceae
Geslacht:Scleroderma
Soort
Scleroderma verrucosum
(Bull.) Pers. (1801 [1])
Wortelende aardappelbovist
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Kenmerken bewerken

Uiterlijke kenmerken bewerken

Het vruchtlichaam heeft vaak de vorm van een afgeplatte knol, waarbij de basis langwerpig is. Het heeft een leerachtige buitenhuid (peridia), die aanvankelijk glad is en later bedekt met talloze kleine bruine schubben op een lichte achtergrond. De kleur varieert tussen geel en bruin. Het vruchtvlees van jonge vruchtlichamen is wit en stevig; het heeft een onaangename geur en een zure smaak. Later wordt het vruchtvlees zacht en krijgt het een olijfbruine tint. Op volwassen leeftijd bestaat de binnenzijde uit zwart sporenpoeder. Het vruchtlichaam scheurt aan de bovenkant open zodat de rijpe sporen in de vorm van stofwolken ontsnappen.

Microscopische kenmerken bewerken

De sporen hebben een diameter van 8 tot 11,6 µm (exclusief stekels). De stekels zijn tussen de 1,0 en 1,4 µm lang.

Verspreiding bewerken

De wortelende aardappelbovist heeft een kosmopolitische verspreiding en groeit in de grond op voedselrijke zandgronden. De soort is gevonden in Afrika, Azië (China en India), Australië, Europa, Noord-Amerika (inclusief Hawaï) en Zuid-Amerika.

In Nederland komt hij zeer algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]

Taxonomie bewerken

De soort werd voor het eerst beschreven door Pierre Bulliard in 1791 als Lycoperdon verrucosum. Christian Hendrik Persoon bracht het in 1801 over naar het geslacht Scleroderma. De specifieke epitheton verrucosum betekent "wrattig".

Eetbaarheid bewerken

De wortelende aardappelbovist is giftig. Consumptie kan leiden tot spijsverteringsproblemen zoals braken en buikpijn. Daarnaast kunnen zweten en lage bloeddruk met duizeligheid, mogelijk bewusteloosheid, optreden. Het giftige effect kan al 30 tot 45 minuten na de paddenstoelenmaaltijd optreden. Visuele stoornissen en abnormale waarneming zijn ook in individuele gevallen na consumptie opgetreden.

Het is niet bekend welke stoffen verantwoordelijk zijn voor het toxische effect.