Scheut (plant)
Een scheut of spruit van een plant is een nieuwe stengel met bladeren of met bladeren en bloemen, die gevormd wordt door het uitlopen van een al of niet gemengde knop. De groei van een scheut wordt afgesloten door een eindknop. Bij bomen wordt meestal van een lot gesproken. Waterlot is een lange eenjarige scheut zonder bloemknoppen bij een boom en treedt vaak op na een sterke snoei.

In de oksels van de bladeren en aan het eind van de stengel zitten één of meer knoppen, die de scheuten kunnen vormen. Zijn deze knoppen verdwenen of zwaar beschadigd dan kunnen uit zogenaamde slapende (adventieve) knoppen weer nieuwe scheuten ontstaan. Als een okselknop uitloopt wordt van een zijscheut gesproken. Uit de eindknop van een stengel komt de topscheut.
Grondscheuten of wortelopslag ontstaan op de wortels van een plant, zoals bij de framboos en de linde.
Grondscheuten bij Japanse wijnbes
Opslag van de Hollandse linde
GrasBewerken
Bij gras wordt niet van een scheut, maar van een spruit gesproken.
GroenteBewerken
Jonge scheuten kunnen als groente gegeten worden, zoals spruitjes, asperges en bamboescheuten.