Satelliet-DNA bestaat uit reeksen van tandem (opeenvolgende) repeats en zijn niet-coderende DNA. Ze zijn meestal 2 – 100 basenparen lang en komen voor in 10 – 1000 herhalingen. Soms zijn ze wel tot 100.000 basenparen lang. Satelliet-DNA is het hoofdbestanddeel van functionele centromeren en van heterochromatine.[1] Het genoom van zoogdieren bestaat voor ongeveer 10 % uit satelliet-DNA. Gedenatureerd satelliet-DNA heeft een bijzonder hoge renatureringssnelheid (Gedenatureerd DNA bestaat uit losse strengen. Bij renaturering worden ze weer gekoppeld.).

Bij zoogdieren liggen de meeste satelliet-DNA's in het heterochromatine dicht bij het centromeer en bij het fruitvliegje ook nog bij de telomeren.

Typen satelliet-DNA bewerken

Satelliet-DNA behoort samen met minisatelliet- en microsatelliet-DNA tot de tandem repeats (kleine, opeenvolgende herhalingen).[2]

Enkele typen satelliet-DNA die bij mensen voorkomen zijn:

Type Grootte repeat in basenparen (bp) Plaats
α (alphoid-DNA) 171 Alle chromosomen
β 68 Centromeren of chromosomen 1, 9, 13, 14, 15, 21, 22 en Y
Satelliet 1 25-48 Centromeren en andere regio's in het heterochromatine van de meeste chromosomen
Satelliet 2 5 Meeste chromosomen
Satelliet 3 5 Meeste chromosomen

Satelliet 1 DNA bevindt zich in de pericentromere (aan de rand van de centromeer) gebieden van de chromosomen 3, 4 en 13 en aan elk van de acrocentrische chromosomen 14, 15, 21, 22 en Y.[3] Een acrocentrisch chromosoom is een chromosoom waarbij de centromeer zich dicht bij het einde van het chromosoom bevindt.