Saramaccaners
De Saramaccaners (ook: Saramakaners, in het Saramaccaans: Saamaka) zijn nakomelingen van marrons, voormalige slaven die vooral in de tweede helft van de 17de eeuw de bossen van Suriname in trokken en zich aanvankelijk vestigden langs de Boven-Surinamerivier en Saramaccarivier.
Saramaccaners | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Stampen van rijst in een Saramacaans dorp
| ||||
Totale bevolking | Marrons van Suriname | |||
Verspreiding | Boven-Surinamerivier | |||
Taal | Saramaccaans | |||
Geloof | Winti, christendom | |||
|
De taal van de Saramaccaners, het Saramaccaans, wordt ook nu nog door meer dan 25.000 mensen gesproken en ontleent zijn woordenschat aan vooral het Portugees, het Engels, het Nederlands en talen uit Afrika ten zuiden van de Sahara. De taal kent ook een aantal Franse leenwoorden.
In 1762 sloot het koloniale gouvernement vrede met de Saramaccaners, een vrede die daarna nog enkele malen hernieuwing behoefde. Het onder invloed van Boston Bendt opgestelde vredesverdrag van de Saramaccaners bevatte afspraken over het periodiek leveren van geschenken - waardevolle goederen zoals ook kruit en vuurwapens - door de Nederlanders aan de Saramaccaners en over het terugbrengen van nieuwe gevluchte slaven door de Saramaccaners aan de Nederlanders. Beide groepen deden alle moeite om via tactische manoeuvres en onderhandelingen onder deze afspraken uit te komen.
De Saramacca waren essentieel voor het vrachtvervoer in het binnenland in zowel Suriname alsook Frans-Guyana. In 1883 werd een overeenkomst gesloten tussen de gouverneur van Frans-Guyana en de granman van de Saramacca waarin de stam vrije toegang werd verleend in Frans-Guyana. Het gesloten akkoord is nog steeds van kracht.[1][2]
Spreiding bevolkingsgroepenBewerken
Zie ookBewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|