Ruwe paardenstaart

soort uit het geslacht paardenstaart

De ruwe paardenstaart (Equisetum ×trachyodon, synoniemen: Equisetum trachyodon, Equisetum × mackayi) is een overblijvende plant, die behoort tot de paardenstaartfamilie (Equisetaceae). Het is een hybride van schaafstro (Equisetum hyemale) en bonte paardenstaart (Equisetum variegatum). De soort is in Europa bekend van het Boven-Rijndal, Schotland, IJsland en Noorwegen. De plant is zeer zeldzaam in het rivierengebied en is ook aangetroffen op vochtig, kalkrijk zand in de Braakman in Zeeuws-Vlaanderen. Ze is intermediair tussen de stamouders. De soort is steriel, de sporen zijn kleurloos en verschrompeld.[1] Het aantal chromosomen is 2n=216.

Ruwe paardenstaart
Ruwe paardenstaart
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Pteropsida
(Varens en paardenstaarten)
Orde:Filicales
Familie:Equisetaceae (Paardenstaartenfamilie)
Geslacht:Equisetum (Paardenstaart)
Soort
Equisetum ×trachyodon
A. Braun
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ruwe paardenstaart op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De plant wordt 20-70 cm hoog en heeft wortelstokken. De ruwe paardenstaart bloeit in juli en augustus. De ruwe, wintergroene, holle stengel is tot 4 mm dik. De stengel is alleen aan de basis vertakt. De in kransen staande bladeren bestaan uit kleine schubben, waarbij de bladscheden grotendeels met elkaar vergroeid zijn tot een stengelschede. De nauw omsluitende stengelschede is tot meer dan 3x zo lang als breed en draagt lange, smalle, donkere tanden met een naaldvormige top. De tanden zijn blijvend. Op de stengel zitten 7-14 ribben. De gelede stengel heeft een centrale holte waaromheen twee ringen bijholten, respectievelijk de carinale en valleculaire holte. De centrale holte is de helft of meer van de diameter van het internodium.

De ruwe paardenstaart staat op open, zonnige tot licht beschaduwde, vochtige, zwak basische tot kalkrijke, stikstofarme, matig voedselarme tot matig voedselrijke zandige of grindige kleigrond. Ze groeit in duinen, in kleigroeven, in voedselarme kalkmoerassen en langs waterkanten.[1]

Externe links bewerken

Zie de categorie Equisetum × trachyodon van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.