Na een snel begin ontstond er een kopgroep van acht man met daarin Julen Amezqueta, Tobias Bayer, Jetse Bol, Lilian Calmejane, Joe Dombrowski, Kenny Elissonde, Antonio Soto en Rein Taaramäe. De kopgroep kreeg snel een voorsprong van negen minuten en leken daarom te strijden voor de etappezege en de leiderstrui. Ondanks hard werk van Bahrain-Victorious bleef de voorsprong groot genoeg om de kopgroep daarvoor te laten strijden op de meer dan lastige slotklim, de Picon Blanco (7,6 kilometer à 9,3%).
Voor de klim probeert Calmejane een voorgift te nemen, maar al snel wordt hij door de achtervolgers teruggepakt. Wat volgt is een afvalrace in de kopgroep. Op twee kilometer van de streep blijkt Taaramäe de beste en pakt zowel de etappe als de rode trui. De klassementsrenners hielden elkaar daarachter in een wurggreep; al moesten olympisch kampioen Richard Carapaz en Guillaume Martin tijd toegeven op hun concurrenten.
Nevenklassementen
bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|