Resolutie 1083 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1083 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 27 november 1996.

Resolutie 1083
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 27 november 1996
Nr. vergadering 3717
Code S/RES/1083
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in Liberia
Beslissing Verlengde de UNOMIL-waarnemingsmacht tot 31 maart 1997.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1996
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Chili Chili · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen
Het Bomimeer nabij Tubmanburg.

Achtergrond bewerken

  Zie Eerste Liberiaanse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de hoogdagen onder het decennialange bestuur van William Tubman, die in 1971 overleed, greep Samuel Doe de macht. Zijn dictatoriale regime ontwrichtte de economie en er ontstonden rebellengroepen tegen zijn bewind, waaronder die van de latere president Charles Taylor. In 1989 leidde de situatie tot een burgeroorlog waarin de president vermoord werd. De oorlog bleef nog doorgaan tot 1996.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

De fracties in Liberia bleven het overeengekomen staakt-het-vuren schenden. Wel was men begonnen met de ontwapening. Bij alle fracties werd aangedrongen de overeenkomst na te komen.

Handelingen bewerken

Alle fracties werden opgeroepen de vijandelijkheden onmiddellijk te staken en de ontwapening tijdig te voltooien. Dat laatste was van belang voor de verkiezingen die in 1997 moesten doorgaan. Het mandaat van de UNOMIL-missie in het land werd verlengd tot 31 maart 1997. De Veiligheidsraad veroordeelde ook ten stelligste de opleiding en inzet van kindsoldaten en eiste dat alle kindsoldaten werden gedemobiliseerd. Ze veroordeelde ook de aanvallen op de ECOMOG-vredesmacht, UNOMIL en de hulporganisaties. Het belang van de mensenrechten werd onderstreept. Ook moesten alle landen het wapenembargo tegen Liberia opvolgen. Ten slotte werd de secretaris-generaal gevraagd tegen 31 januari 1997 een vooruitgangsrapport in te dienen met ook aanbevelingen voor de mogelijke steun van de VN aan de verkiezingen.

Verwante resoluties bewerken