Aan de vooravond van het evenement kondigde Toyota hun afscheid uit het kampioenschap aan. Met beide titels nog binnen handbereik konden ze daarom ook op een hoogtepunt uitgaan. Didier Auriol volgde zijn zege in China op met een geroutineerde derde plaats op het Italiaanse asfalt, en hield daarmee zijn individuele kans op het kampioenschap in leven. Tommi Mäkinen sloeg echter wederom een gat door de rally vrij sensationeel op de laatste klassementsproef te winnen. De Peugeots, die aanvankelijk het tempo dicteerden, zagen Mäkinen vanaf dag twee een dreiging worden van een potentiële debuutoverwinning voor de 206 WRC. François Delecour viel op de regenachtige slotdag echter in leidende positie uit, waarna Gilles Panizzi deze kortstondig van hem overnam, om deze vervolgens in de laatste kilometers van de wedstrijd te verliezen aan een ontketende Mäkinen, met desalniettemin een tweede plaats als een bemoedigend resultaat voor het Franse team.