Portaal:Openbaar vervoer/Uitgelicht/30

Combino op tramlijn 12

De Amsterdamse tram is het grootste tramnet van Nederland en een van de grootste tramnetten van Europa. De tram in Amsterdam wordt geëxploiteerd door GVB (Amsterdam), voorheen het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam.

Op 3 juni 1875 werd de eerste paardentramlijn van de AOM, de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij, in gebruik genomen. Deze verbond de Plantage met het Leidseplein. In het laatste kwart van de 19e eeuw werden paardentramlijnen aangelegd door de belangrijkste straten van Amsterdam en werden alle buurten binnen de Singelgracht met de Dam verbonden. Ook kwamen er lijnen naar de toenmalige nieuwbouwwijken, zodat er aan het einde van de eeuw zo'n vijftien tramlijnen waren naar onder andere de Vondelstraat, Overtoom, Willemsparkweg, Amsteldijk, Linnaeusstraat, Weesperzijde, Bilderdijkstraat en Ceintuurbaan. In de huidige tramlijnen 1, 2, 3, 4, 7, 9, 10 en 13 zijn nog duidelijk de routes van de oorspronkelijke paardentramlijnen te herkennen.

Alle Amsterdamse tramlijnen hebben een lijnkleur. De lijnkleuren bestaan uit combinaties van een of twee kleuren (rood, groen, geel, blauw en wit). Niet alle kleurencombinaties zijn geoorloofd: zoals groenblauw en geelwit, dit vanwege het gebrek aan contrast. Het vierkante vlak is horizontaal, verticaal of diagonaal verdeeld. De ceintuurlijnen 3, 7, 9 en 10 kregen een lijnkleur in één kleur: resp. geel, blauw, groen en rood. De radiale lijnen kregen meestal een verdeling in tweeën. Later kwamen er ook lijnen met een verdeling in drieën (met telkens twee kleuren). Afwijkend zijn de kleurencombinaties van de lijnen 7 en 13: lijn 7 heeft blauw, maar voor de duidelijkheid zijn hier twee liggende witte stroken toegevoegd. Lijn 13 heeft wit, maar hier is een patroon in blauwe vierkantjes toegevoegd. Lijn 22 (aanvankelijk 19) had als enige lijn de kleur roze (kringlijn Centraal Station).