Portaal:Openbaar vervoer/Uitgelicht/12

Stalen spoorstaven op houten dwarsliggers

Een spoorweg (of spoorbaan) is een weg, bestaande uit twee parallelle ijzeren staven, rails geheten. De baan wordt op breedte gehouden door (meestal houten of betonnen) dwarsliggers. Zij is bedoeld om een of een reeks gekoppelde voertuigen, een trein of rangeerdeel, met ijzeren wielen over deze staven zich te laten voortbewegen. Aan de binnenkant van de wielen van een trein zit de wielflens, een opstaande rand die de trein in het spoor houdt. Een gewone spoorweg wordt ter onderscheiding van de tandradspoorweg en de spoorsystemen met rubber banden ook wel adhesiespoorweg genoemd.

Ontstaan

Spoorwegen zijn in het begin van de 19e eeuw in Engeland ontstaan als innovatie in de mijnbouw. Werk in kolenmijnen was zwaar en gevaarlijk, en dus bestond er grote behoefte aan hulpmiddelen om dit werk te verlichten. Een hulpmiddel was het gebruik van karretjes die over spoor reden, om de kolen in te vervoeren; dan hoefden de kolen niet meer in manden op de rug vervoerd te worden. Aanvankelijk werden houten rails gebruikt, later kwamen rails van gietijzer beschikbaar. Het gebruik van rails zorgde ervoor dat de rolweerstand laag was, zo konden meer kolen vervoerd worden. De karretjes werden verplaatst met handkracht, met paardenkracht of door ze op zwaartekracht van de helling te laten rollen. Een ander hulpmiddel was de stoommachine. In de mijnen was behoefte aan kracht om grondwater weg te pompen en om liften te bewegen. Aanvankelijk werd hiervoor handkracht, paardenkracht of waterkracht gebruikt.

Uiteraard bedacht men dat je de stoommachine ook voor het vervoer van de kolenkarretjes zou kunnen gebruiken. Richard Trevithick was in 1804 de eerste die een stoommachine op rails zette. Zijn probleem was dat de gietijzeren rails niet bestand waren tegen het gewicht van de stoommachine en geregeld braken. Later is dit opgelost door gewalste stalen rails te gebruiken.

In 1825 opende de Stockton and Darlington Railway, bedoeld als verbinding om kolen van de mijn naar de haven te brengen. Locomotiefbouwer George Stephenson bewerkstelligde dat voor deze verbinding stoomtractie en geen paardentractie gebruikt werd. Bovendien werd besloten de lijn openbaar toegankelijk te maken, zodat hij ook voor andere zaken dan het vervoer van kolen gebruikt kon worden. Het was min of meer een verrassing dat de lijn ook voor reizigersvervoer erg in trek bleek. Door dit succes werd de lijn een voorbeeld voor andere spoorwegen, die spoedig volgden.

Zoals begin 21e eeuw de telecommunicatie als de drijvende industrie wordt gezien, gold dat in de 19e eeuw voor de spoorwegen.