Portaal:Eerste Wereldoorlog/Uitgelicht/februari

Frederik Wilhelm Victor Albert (Potsdam, 27 januari 1859 - Doorn (Nederland), 4 juni 1941), uit het Huis Hohenzollern, was van 1888 tot 1918 de laatste koning van Pruisen en de derde en laatste keizer van het Duitse Keizerrijk. Hij geldt als een van de grote gangmakers en als de grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog.

Wilhelm werd geboren als oudste zoon van de latere keizer Frederik III en diens gemalin Victoria van Saksen-Coburg-Gotha, dochter van de Britse koningin Victoria. Als zodanig was hij een kleinzoon van keizer Wilhelm I, oomzegger van Eduard VII en een neef van George V. Hij was tevens een neef van de tsarina Alexandra Fjodorovna (de vrouw van Nicolaas II). Alexandra was een dochter van de Britse prinses Alice en daarmee een kleindochter van koningin Victoria.

Doordat Wilhelm door middel van een tangverlossing ter wereld kwam als gevolg van een stuitligging en daarbij zenuwen in zijn schouder werden beschadigd, was hij zijn leven lang licht gehandicapt: zijn linkerarm was zo goed als verlamd en bleef in groei achter ten opzichte van zijn rechterarm, een zogenaamde Erbse parese. Op de foto rechts tracht hij zijn kleine arm te verbergen door hem vast te houden. Zijn Engelse familie sprak altijd van "Willy's withered arm".(Lees verder')