Afrika is na Azië het grootste continent van de wereld. Het beslaat zo'n 30 miljoen vierkante kilometer, wat 20,3% van de totale landoppervlakte van de aarde is. Het wordt bewoond door meer dan 800 miljoen mensen - ongeveer een zevende van de wereldbevolking. De naam Africa was in de Oudheid eerst voorbehouden aan het gebied van het huidige Tunesië. Later werd de hele kuststrook Africa genoemd en in de tijd van de ontdekkingsreizen werd het hele continent hiermee aangeduid.
De naam Afrika zou zijn ontleend aan het Foenicische woord afrid. Maar anderen stellen dat de naam Afrika te herleiden is tot de Amazighische godin ifri (wat grot betekent, enkelvoud van ifri). Deze godin werd later door de Romeinen overgenomen.
Afrika is een afwisselend continent. Onder de rijke en vruchtbare noordkust ligt de droge Sahara-woestijn. Ten zuiden van de Sahara liggen vele regenwouden. Het zuiden en het oosten van het continent bestaan voor een groot deel uit savannen: droge grasvlakten met hier en daar bomen en struikgewas. De rest van Afrika bestaat voornamelijk uit grasland. In het noordwesten wordt Afrika door slechts enkele kilometers zee gescheiden van Europa en in het uiterste noordoosten door het water van het sluisloze Suezkanaal van Azië. >>Lees verder.
|
|
|
|
|
Sahara
De Sahara is de grootste woestijn ter wereld en bestrijkt bijna een derde deel van het Afrikaanse continent. De afgelopen jaren heeft de woestijn zich zelfs uitgebreid als gevolg van droogte. Hier en daar houdt bevloeiing de woestijnvorming tegen, maar op den duur maakt die bevloeiing de bodem zout en onvruchtbaar.
Bevolking
De meeste Afrikanen wonen op het platteland. Er zijn echter ook een aantal grote steden, waarvan de grootste, Caïro, bijna 7 miljoen inwoners heeft. De plattelandsbewoners verbouwen meestal hun eigen voedsel. Zelden komt het voor dat zij genoeg hebben om ook iets te verkopen of te ruilen. De meeste stammen bebouwen al generaties lang dezelfde akkers en wonen met hun hele familie in hetzelfde dorp. Soms trekt de jeugd naar de stad om voor een paar jaar geld te verdienen, bijvoorbeeld in de mijnbouw of in een fabriek. Ze komen dan met spaargeld terug en stichten een gezin.
| |
|
|
Diersoort van de maand
Het manenschaap is een Noord-Afrikaans hoefdier uit de onderfamilie der bokken (Caprinae). Het is de enige soort uit het geslacht Ammotragus. Zijn nauwste verwant is de Arabische thargeit (Arabitragus jayakari).
Het manenschaap is een stevig hoefdier met vrij korte poten. Hij heeft een lang gezicht met vrij kleine, slanke, puntige oren. De vacht is zandkleurig tot roodbruin van kleur, met een ietwat lichter gekleurde onderzijde. 's Winters is de vacht wollig. De zomervacht is dunner. De kin is wit van kleur. Een rij korte manen loopt over de nek, langere manen bevinden zich aan de wangen, de keel, de onderhals, de voorpoten en de borst. De staart is lang, plat en onbehaard aan de onderzijde. De geribbelde, naar achteren wijzende hoorns zijn breed en kunnen een lengte bereiken van zo'n 75 centimeter. Ze zijn bij het mannetje breder en langer dan bij het vrouwtje. >>Lees verder.
| |
|
|
|