Odilia van Keulen
Odilia van Keulen (ook: Odilia van Brittannië; niet te verwarren met Odilia van de Elzas) is een rooms-katholiek heilige.

De heilige Odilia van Keulen zou volgens de overlevering een van de gezellinnen van de heilige Ursula van Keulen zijn. Volgens de Translatio sanctae Odiliae (ca. 1300 geschreven door de kruisheer Hubertus Dinart) vluchtte zij met Ursula uit Brittannië (Engeland) naar Rome, samen met een tiental dienstmeisjes. Ze voeren later de Rijn af en werden in de omgeving van Keulen omstreeks 300 door de Hunnen vermoord. Volgens een nog jongere Ursula-legende gebeurde dit samen met 10.000 andere maagden.
Volgens het relaas van de overbrenging van de reliek van Odilia naar Hoei verscheen de heilige in een visioen aan Joannes van Eppa, een lekenbroeder van de orde der Kruisheren te Parijs. Ze verzocht hem haar gebeente over te brengen van Keulen naar het klooster Clairlieu (Locum Clarum) van de Kruisheren te Hoei. De heilige wees hem nauwkeurig de plaats aan bij een inwoner van Keulen, in wiens tuin haar gebeente begraven lag. De overbrenging naar Hoei vond begin juli 1287 plaats. Odilia wordt sindsdien beschouwd als patrones van de Kruisheren.
Joannes van Eppa vond te Keulen buiten het gebeente van Odilia ook nog de stoffelijke resten van andere martelaressen (Basilia, Christina, Imma en Ida). Deze waren in drie urnen onder de grond begraven. De heilige Odilia wordt te Keulen vereerd in de Sint-Gereonkerk die dicht bij de plek ligt waar de urnen gevonden werden.
Tijdens de Franse Revolutie werd het klooster van Clairlieu opgeheven en het fraai beschilderde 13e-eeuwse reliekschrijn van de heilige Odilia naar het klooster Mariënlof in Borgloon-Kerniel overgebracht, dat oorspronkelijk eveneens een kruisherenklooster was. De relieken werden onder een aantal kruisherenkloosters verdeeld.[1]
Op 9 maart 2016 werd het schrijn plechtig geopend in het bijzijn Mgr. Patrick Hoogmartens, bisschop van Hasselt. Het doel van deze opening was het goed documenteren van de inhoud.[2] Er werden ook enkele stalen van de beenderen en het textiel afgenomen voor een datering in het radiokoolstofdateringslaboratorium van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel. Deze resultaten werden tijdens het internationale congres Relics @ the Lab in Brussel in 2016 voorgesteld.[3] Een wetenschappelijk artikel over de vondsten is in het tijdschrift M&L-Tijdschrift voor Monumenten, Landschappen en Archeologie in 2019.[4]
In 2020 sloot echter de abdij en werd het reliekschrijn eigendom van het Bisdom Hasselt. Het schrijn verhuisde tijdelijk naar PARCUM in Leuven voor een tentoonstelling. Nadien gaf het Bisdom het schrijn in langdurige bruikleen aan de Sint-Odulphuskerk van Borgloon, waar het sinds december 2020 in de sacristie staat opgesteld.
De attributen van Odilia zijn een banier met daarop het typische kruis van de Kruisheren, soms ook een palm (als teken dat zij martelares is) of een boek.
De feestdag van Odilia van Keulen valt op 18 juli (herinneringsdag van de translatio van Keulen naar Hoei).
Het ontginningsdorp Odiliapeel is vernoemd naar deze heilige. Ook in Baarlo wordt zij vereerd. In Godsheide verkreeg de kerk in 1855 drie relikwieën van haar, elk jaar wordt sinds toen een processie gehouden op de eerste zondag in het octaaf van Odilia (18-25 juli).
Externe links Bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|