Mineraloïde
Een mineraloïde is in de geologie een vaste stof in een gesteente die geen geordende kristalstructuur heeft, zoals metalen of mineralen. De kristalstructuur van een mineraloïde is amorf. Mineraloïden kunnen een grotere variatie in chemische samenstelling hebben dan mineralen. Omdat mineraloïden geen duidelijk kristalrooster hebben of kristallen vormen, hebben ze ook geen duidelijke splijtingsrichtingen maar een conchoidale splijting of glassplijting.
Voorbeelden van mineraloïden zijn vulkanisch glas (obsidiaan), barnsteen, limoniet (amorfe ijzerhydroxide), steenkool en bruinkool, git, opaal of chalcedoon. De laatste twee zijn polymorfen van silica (SiO2). Ook parel wordt meestal als een mineraloïde beschouwd, want hoewel er kleine fragmenten van calcietkristallen in aanwezig zijn wordt het gebonden door organisch materiaal en kan de chemische samenstelling sterk wisselen.