Mark (gebied)

gebied

Een mark is een grensgebied ingericht om een achterliggend stuk land te verdedigen, bekend vanaf het Karolingische rijk. De bestuurder en beheerder van dit gebied werd markgraaf genoemd, die als voornaamste taak had het gebied militair te verdedigen tegen invallers.

Het woord mark of marke wordt ook gebruikt voor een gezamenlijke bestuursvorm van boerenbedrijven vanaf ongeveer de 11e eeuw:

Zie Marke (bestuur) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Etymologie bewerken

Het woord mark komt van het Oudnederfrankisch woord marka ("grens")[1] en duidt een grensgebied aan tussen twee landen. Gedurende de heerschappij van de Karolingische Dynastie verspreidde het woord zich door Europa.

Het Oudfranse woord marka komt van het Proto-Germaanse marko hetgeen weer afstamt van de Proto-Indo-Europese stam *mereg- hetgeen "grens, uiteinde" betekent. Van de stam *mereg- komt het Latijnse margo ("marge"), het Oudierse mruig ("grensgebied"), het Perzische marz ("grens, land"), het Noorse mark ("grensgebied, woud") en ook het Engelse mark ("(merk)teken").

Het schijnt dat "mark" in het Oudengels "grens" betekende, of "teken van een grens" en dat de betekenis later uitgroeide tot "teken in het algemeen". Het Engelse woord "march" in de betekenis van "grensgebied" is geleend van het Franse woord marche hetgeen zijn oorsprong vindt in het Frankisch. Het woord "mark" in de zin van "grensgebied" is een moderne interpretatie van het Duitse Mark hoewel het in sommige gevallen simpelweg kort is voor Markgrafschaft.

Soms spreekt men ook van een Grensmark wat dus een pleonasme is.

In tegenstelling tot wat tegenwoordig als bufferzone wordt aangeduid, behoorde een mark gewoonlijk duidelijk toe aan een bepaalde grootgrondbezitter en in plaats van wat tegenwoordig een gedemilitariseerde zone wordt genoemd, was een marke juist bedoeld als verdediging van het achterliggende gebied en speciaal versterkt tegen mogelijke aanvallen van buurlanden.

Frankische marken bewerken

Keizer Karel de Grote stichtte volgende marken:

Marken in het Heilige Roomse Rijk bewerken

Koningen en keizers van het Heilige Roomse Rijk stichtten nog verschillende marken; vooral de Ottonen voerden een uitgesproken 'markenbeleid', waarbij ze aan de grenzen graafschappen en hertogdommen samenvoegden dan wel splitsten om er markgraafschappen van te maken.

In het westen:

In het oosten: Van noord naar zuid langsheen de oostgrens van het Rooms-Duitse Rijk hebben de volgende markgraafschappen bestaan.

In het zuiden:

Frankrijk bewerken

Markgraafschappen pasten niet in het centralistische beleid van de Franse koningen. Een bekende uitzondering is het markizaat van Provence, dat een rol speelde tijdens de Kruistochten tegen de Katharen. Uiteindelijk schonk Filips III van Frankrijk in 1274 aan paus Gregorius X wat restte van het markizaat: de streek rond Avignon. Dit pauselijk gebied is bekend als de Comtat.

Hedendaagse marken bewerken

De benaming wordt nog steeds gebruikt in de regio's Wales en Schotland (Marches in het Engels).