Marjolein-klasse
De marjolein-klasse (Trifolio-Geranietea sanguinei) is een klasse van plantengemeenschappen die karakteristiek zijn voor droge en kalkhoudende, vaak zonnige, snel opwarmende standplaatsen. Doorgaans zijn het grazige zoomgemeenschappen die worden aangetroffen op de grens van grasland met bos of struweel, vaak op een (enigszins) hellend maaiveld. De Nederlandse gemeenschappen uit de marjolein-klasse komen hoofdzakelijk voor op matig voedselrijke bodems. Op Europees niveau is de klasse echter merendeels typerend te noemen voor voedselarme bodems.
Marjolein-klasse | |
---|---|
Marjolein-klasse met onder andere borstelkrans | |
Syntaxonomische indeling | |
| |
Klasse | |
Trifolio-Geranietea sanguinei T. Müller, 1962 | |
![]() |
Het aspect van de begroeiingen van deze klasse wordt in Nederland voornamelijk gekenmerkt door middelhoog opschietende kruiden en veel grassen, waaronder vaak langhalmige soorten. Ook kunnen hoog opschietende kruiden soms belangrijke blikvangers zijn, zoals bijvoorbeeld melige toorts (Verbascum lychnitis); dit is een kensoort van de klasse. Het merendeel van de associaties uit de marjolein-klasse die in Europa worden onderscheiden kennen in het bijzonder veel paarsroze- en geelbloeiende soorten.
In Nederland is de marjolein-klasse vrij zeldzaam en komt alleen voor in Zuid-Limburg, Zeeland, de kalkrijke duinen in het kustgebied en enkele plaatsen in het rivierengebied. De klasse wordt in Nederland hoofdzakelijk aangetroffen op duinhellingen en taluds van holle wegen en dijken. Ook kan zij weleens vlakdekkend worden aangetroffen op verwaarloosde graslandpercelen. De marjolein-klasse wordt in Nederland vertegenwoordigd door maar één verbond: het marjolein-verbond (Trifolion medii).

Naamgeving, etymologie en coderingBewerken
- Synoniem: Origano-Geranietea sanguinei (Van Leeuwen & Westhoff, 1961)
- Engels: Thermophilous forest fringe and tall-herb vegetation in nutrientpoor sites
- Duits: Licht- und wärmebedürftige Saumgesellschaften und Staudenfluren magerer Standorte[1]
- Hongaars: Lágy szárú erdőszegély-társulások
- Kroatisch: Šumski rubovi s prevlašću visokih zeleni
- Pools: Ciepłolubne zbiorowiska okrajkowe
- Syntaxoncode (Nederland): r17
De Nederlandse naam 'marjolein-klasse' refereert naar de enige orde uit de klasse die in Nederland voorkomt: de marjolein-orde (Origanetalia vulgaris). Deze is naar de wilde marjolein (Origanum vulgare) vernoemd.
De wetenschappelijke naam van de klasse, Trifolio-Geranietea sanguinei, is afgeleid van de botanische namen van bochtige klaver (Trifolium medium) en bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum). In andere Europese landen spelen de twee laatstgenoemde soorten een veel belangrijkere rol in veel plantengemeenschappen van deze klasse. Bovendien is bloedooievaarsbek niet inheems in Nederland; de soort komt alleen voor als verwilderde sierplant.
Onderliggende syntaxa in Nederland en VlaanderenBewerken
De marjolein-klasse kent in Nederland en Vlaanderen slechts één orde met maar één verbond, dat uit twee associaties bestaat. Er zijn in Nederland geen romp- en derivaatgemeenschappen bekend van de klasse.
- Orde: Marjolein-orde (Origanetalia vulgaris)
- Verbond: Marjolein-verbond (Trifolion medii)
- Associatie: Associatie van dauwbraam en marjolein (Rubo-Origanetum)
- Typische subassociatie (Rubo-Origanetum typicum)
- Subassociatie met rietzwenkgras (Rubo-Origanetum festucetosum arundinaceae)
- Associatie: Associatie van parelzaad en salomonszegel (Polygonato-Lithospermetum)
- Associatie: Associatie van dauwbraam en marjolein (Rubo-Origanetum)
- Verbond: Marjolein-verbond (Trifolion medii)
Soortensamenstelling in Nederland en VlaanderenBewerken
In de onderstaande tabel staan belangrijke vertegenwoordigers van de marjolijn-klasse in Nederland. De tabel heeft daarom feitelijk alleen betrekking op de Nederlandse gemeenschappen uit het marjolein-verbond (Trifolion medii).
Kensoort | Nederlandse naam | Wetenschappelijke naam |
---|---|---|
kV | Gewone agrimonie | Agrimonia eupatoria |
kK | Borstelkrans | Clinopodium vulgare |
kK | Donderkruid | Inula conyzae |
kK | Ruig viooltje | Viola hirta |
kK | Melige toorts | Verbascum lychnitis |
Wilde marjolein | Origanum vulgare | |
Dauwbraam | Rubus caesius | |
Viltig kruiskruid | Jacobaea erucifolia | |
Kropaar | Dactylis glomerata | |
Glad parelzaad | Lithospermum officinale | |
Eenstijlige meidoorn | Crataegus monogyna | |
Goudhaver | Trisetum flavescens | |
Ruige anjer | Dianthus armeria | |
Wilde hokjespeul | Astragalus glycyphyllos | |
Rood zwenkgras | Festuca rubra | |
Welriekende salomonszegel | Polygonatum odoratum | |
Boslathyrus | Lathyrus sylvestris | |
Veldlathyrus | Lathyrus pratensis | |
Hondsroos | Rosa canina s.l. | |
Bosaardbei | Fragaria vesca | |
Veldbeemdgras | Poa pratensis | |
Gewone bermzegge | Carex spicata | |
Smalle weegbree | Plantago lanceolata | |
Knoopkruid | Centaurea jacea s.l. | |
IJzerhard | Verbena officinalis | |
Wollige distel | Cirsium eriophorum | |
Duizendblad | Achillea millefolium |
AfbeeldingenBewerken
Een winteraspect van de associatie van dauwbraam en marjolein (Rubo-Origanetum) in Nederland
Het aanzicht van een vegetatie uit de marjolein-klasse met onder andere bloedooievaarsbek in Oostenrijk
Een koevinkje en bruin zandoogje, in een begroeiing van de marjolein-klasse in Servië
Zie ookBewerken
Zie de categorie Trifolio-Geranietea sanguinei van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Bronnen, noten en/of referenties
|