Maculatuur

term uit het drukkerswezen

Maculatuur is een term die in het drukkerswezen gebruikt werd voor perkament of papier dat niet meer kon gebruikt worden omdat het bedrukt of beschreven was. Die vellen werden versneden om gebruikt te worden bij het verstevigen van de boekband bij het inbinden van nieuwe volumes. In het geval van perkament was het materiaal dikwijls afkomstig van oude codices die in latere tijden waardeloos werden geacht. Vandaar dat men in oude boekbanden vaak fragmenten van oude teksten heeft teruggevonden. Fragmenten uit de oudste romans over Karel de Grote en zijn tijd (Karelepiek) is voornamelijk via dergelijke maculatuurfragmenten bekend.

Maculatuur van een fragment van de Canon van de geneeskunde als omslag om een zielboek van het Kapittel van de Sint Stevenskerk in Nijmegen uit 1590.
Presentatie van maculatuur in het Regionaal Archief Tilburg

Een goed voorbeeld van maculatuur is te vinden in Hs. 382, waarin 8 perkamenten schutbladen zijn toegevoegd, afkomstig van twee verschillende oudere handschriften.[1]

Voor papiervellen werd gebruikgemaakt van drukproeven maar ook van onverkochte exemplaren. Zo werden nogal wat prognosticaties, waarvoor bij het drukken meestal slechts één vel gebruikt was om een boekje samen te stellen, als maculatuurfragment teruggevonden.