Maatschappelijke instorting
Maatschappelijke instorting of ineenstorting (ook wel de ondergang van een beschaving) is de terugval van een complexe menselijke samenleving. Het proces gaat gepaard met het verlies van culturele identiteit en van sociaal-economische complexiteit, het wegvallen van overheid en gezag, en burgerlijk geweld.[1] Mogelijke oorzaken van een maatschappelijke ineenstorting zijn natuurrampen, oorlogen, pandemieën, hongersnood en ontvolking. Een ingestorte samenleving kan terugvallen op een meer primitieve samenleving, worden opgeslokt in een sterkere, naburige samenleving, of volledig verdwijnen.
Vrijwel alle beschavingen zijn tenonder gegaan, ongeacht hun omvang of complexiteit. Maar sommigen konden heropleven, eventueel in een gewijzigde vorm, zoals China en Egypte, terwijl anderen het nooit te boven kwamen, zoals het Maya-rijk en de beschaving op het Paaseiland. Maatschappelijke ineenstorting verloopt over het algemeen relatief snel, maar zelden onverwacht. Een voorbeeld van een niet-ingestort, maar geleidelijk aan verschrompeld wereldrijk is het Britse Rijk sinds 1918. Toch is het zeldzaam dat een cultuur volledig uitsterft. In de meeste gevallen zijn de “nieuwe” samenlevingen duidelijk herkenbaar als nakomelingen, ondanks een drastische vermindering van de sociale verfijning. Bovendien kan de invloed van een ingestorte samenleving nog lang na haar dood blijven hangen. Dat was bijvoorbeeld het geval met het Romeinse Rijk.
Oorzaken van vervalBewerken
Antropologen, historici, statistici en sociologen hebben uiteenlopende verklaringen aangebracht voor de ineenstorting van beschavingen, met als oorzaken klimaatverandering, uitputting van hulpbronnen, onhoudbare complexiteit, verval van sociale cohesie, toenemende ongelijkheid, teloorgang van kennis en creativiteit, of een ongelukkige samenloop van omstandigheden.[1][2]
Onderzoek en literatuurBewerken
In de geschiedenisBewerken
Een van de meest bestudeerde voorbeelden van maatschappelijke instorting is de Val van het West-Romeinse Rijk.
In de 20e eeuw verschenen monumentale bijdragen over de ondergang van beschavingen van onder meer Oswald Spengler (1880-1936) en Arnold Toynbee (1889-1975).
21e eeuwBewerken
De teloorgang van beschavingen was een onderwerp voor bestsellerauteurs zoals Jared Diamond, en voor antropologen en sociologen zoals Joseph Tainter, Peter Turchin en Patricia McAnany.[3]
De vermeende, nakende ondergang van de Westerse geïndustrialiseerde samenleving is ook onderwerp van nieuwe disciplines zoals de cliodynamica of de systeemtheorie. In de Franstalige wereld lanceerde Pablo Servigne de “collapsologie”.[4]
Voorbeelden uit de geschiedenisBewerken
Sociale structuur ingestortBewerken
- Akkadische Rijk
- ondergang aan het einde van de Late Bronstijd:
- Angkor Wat van het Khmer-rijk
- Han en Tang-dynastie in China
- Mayacultuur
- Koninkrijk Mutapa
- Olmeken
- Kushanrijk
OpgeslorptBewerken
- Sumer, door het Akkadische Rijk
- Oude Egypte, door verschillende latere culturen
- Babylonië door de Hettieten
- Kelten door de Angelsaksen
- Rijk der Chazaren door de Oostelijke Slaven van het Kievse Rijk
- Byzantijnse Rijk door latere culturen en uiteindelijk het Ottomaanse Rijk
- tal van Aziatische culturen, opgeslorpt door het Mongoolse Rijk
- Koninkrijk Champa door het latere Vietnam
- Tokugawa-shogunaat, beëindigd in de Meiji-restauratie
- Azteken, Inca's en Maya’s, opgeslorpt door het Spaanse Rijk
- Garamanten, opgeslorpt door de Omajjaden
- Joseondynastie, opgeslorpt na annexatie van Korea door Japan.
Uitgestorven of verlatenBewerken
- Cahokia
- Noormannen op Groenland
- oorspronkelijke Polynesische beschavingen op de Pitcairn- en Henderson-eilanden
- Malden (eiland)
- Flinderseiland
Zie ookBewerken
Bronnen, noten en/of referenties
|