Libius Severus
Libius Severus (waarschijnlijk Lucianië, ca. 420 - 15 augustus? 465), soms ook wel Severus III genoemd, was West-Romeins keizer van 19 november 461 tot zijn dood.
Libius Severus | ||||
---|---|---|---|---|
Een gouden solidus van Libius Severus
| ||||
Geboortedatum | ca. 420 | |||
Sterfdatum | 15 augustus? 465 | |||
Tijdvak | Ondergang van het West-Romeinse Rijk | |||
Periode | 19 november 461 – 15 augustus 465 | |||
Voorganger | Maiorianus | |||
Opvolger | interregnum (vanaf 467: Anthemius) | |||
Staatsvorm | Dominaat | |||
Persoonlijke gegevens | ||||
Naam bij geboorte | Flavius Libius Severus Serpentius[1] | |||
Bijnaam | Serpentius[2] | |||
Romeinse keizers | ||||
|
Regering
bewerkenLibius Severus werd door Ricimer, de opperbevelhebber van het West-Romeinse leger, op de troon gezet in Ravenna, na de dood van keizer Maiorianus in november 461. De Oost-Romeins keizer Leo I erkende hem echter niet als medekeizer.
Veel geschiedkundigen (ook van vroeger tijden) beschouwen Libius Severus als een marionet van Ricimer, maar waarschijnlijk was hij zelfs minder dan dat.
Tijdens zijn regeerperiode gebeurde er dan ook weinig, en voor de meeste van die weinige gebeurtenissen wordt Ricimer verantwoordelijk gehouden. Over de persoon Libius Severus weten we zo goed als niets, behalve dat hij waarschijnlijk geboren werd in Lucianië. Theophanes meldt dat hij het cognomen (= de bijnaam) "Serpentius" had.
De datum van zijn overlijden is onzeker. 15 augustus 465 wordt genoemd, maar er is nog een wet met zijn naam erop die werd aangenomen op 25 augustus, mogelijk slechts in zijn naam. De doodsoorzaak van Libius Severus is onbekend: zowel moord als een natuurlijke doodsoorzaak is mogelijk.
Na zijn dood volgde een interregnum van 18 maanden waarin ook weinig gebeurde. Uiteindelijk wist Anthemius zich de macht toe te eigenen en zich uit te roepen tot keizer van het West-Romeinse Rijk.
Noten
bewerken- ↑ Het nomen Flavius is geattesteerd in een papyrus uit 462 (P.Lips. Inv. 244[dode link]).
- ↑ Het cognomen "Serpentius" is geattesteerd in de Chronica Paschale en door Theophanes Confessor (AM 5955).