Kunst in het harnas

Nederlandse naoorlogse tentoonstelling ter ere van gevallen en vervolgde kunstenaars

Kunst in het harnas, met als ondertitel gedachtenis tentoonstelling ter eere van gevallen- en vervolgde beeldende kunstenaars, was een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam van 30 juni 1945 t/m augustus 1945.

Kunst in het harnas
Gehouden in Stedelijk Museum Amsterdam
Data 30 juni 1945 t/m augustus 1945
Organisator Nederlandse Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars, afdeling Beeldende Kunsten
Openingsceremonie 30 juni 1945
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Chris Lebeau - Zelfportret (1941)

Achtergrond bewerken

Kort na de bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland nam de Nederlandse Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars, afdeling Beeldende Kunsten, het initiatief voor een tentoonstelling ter herinnering aan Nederlandse kunstenaars die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen, maar ook aan hen die actief waren in het verzet. Het doel wordt in de inleiding van de tentoonstellingscatalogus beschreven als:[1]

Het bijeenbrengen en exposeren van de kunstwerken, die men op deze tentoonstelling aantreft, beoogt slechts één doel : het wil een eerbetuiging zijn aan hen, die den bezetter hun verzetswil toonden, ofwel het slachtoffer werden van de onmenselijkheid van dienzelfden bezetter. Men vindt hier derhalve zowel het werk van die kunstenaars, welke om hun ras, geloof en politieke overtuiging werden vervolgd of vernietigd, alsook van hen, die de strijd aanbonden met de brengers van nationale onderdrukking, honger, en – vergeten wij het niet – de Kultuurkamer, om in die strijd in het concentratiekamp en de cel te worden opgesloten, of hun leven te geven voor de idee van een vrij land en een vrije kunst.

De tentoonstelling gaf geen compleet overzicht van het werk van de kunstenaars, dat kon ook niet vanwege het tijdsbestek en de logistieke problemen zo kort na de oorlog. De naam Kunst in het harnas verwijst zowel naar het afwijzen van de dwang van de bezetter, als naar het verzet daartegen. De door Wim Bosma gemaakte tentoonstellingsposter vertoont een kruis, wapenschild en witte lelie tegen een beschadigd gebouw, met daarboven een vliegende vogel (vredesduif).[2]

Op 30 juni 1945 werd de tentoonstelling geopend in aanwezigheid van onder anderen waarnemend burgemeester Feike de Boer, mr. H. de Roos, wethouder van kunstzaken en Jelle Troelstra van de Federatie van Beroepsverenigingen.[3] Positieve baten van de tentoonstelling werden afgedragen aan de Centrale kunstenaarscommissie voor bijzondere financiële belangen ten behoeve van de nabestaanden.

Kunst in het harnas zou een maand duren, maar werd verlengd tot eind augustus 1945. De tentoonstelling kreeg nog hetzelfde jaar een vervolg, aangevuld met werk van lokale kunstenaars, bij de Zwolsche Kunstkring[4] en bij de Pulchri Studio in Den Haag,[5] en begin 1946 in Utrecht. Eind 1945 werd in het Rijksmuseum Amsterdam de tentoonstelling Kunst in Vrijheid gehouden, waar werk werd getoond van kunstenaars die de Nederlandsche Kultuurkamer hebben afgewezen.

Vertoond werk bewerken

Op Kunst in het harnas werd uiteenlopend werk vertoond, waaronder litho's van Henk Albers, boekillustraties van Willem Arondeus, het portret van haar man Mommie Schwarz van Else Berg, sneeuwlandschappen van Meijer Bleekrode, politieke prenten van Tjerk Bottema, keramiek van Maup Cohen, tekeningen van Moos Cohen, het portret van een Italiaans violist door Max van Dam, landschappen en portretten uit Kamp Westerbork door Jos. H. Gosschalk, terracotta beeldjes van Frits van Hall, een olieverfschilderij van een atelierinterieur door Felix Hess, een onvoltooid zelfportret van Frans Hijmans, een penseeltekening van een visser en een zelfportret uit 1941 van Chris Lebeau, beeldhouwwerken van Hubert van Lith, een meisjesportret van Gerrit van der Veen en portretten van medegevangenen in het Kamp Sint-Michielsgestel door Karel van Veen.[6][7]


Kunstenaars bewerken

Zie de categorie Kunst in het harnas van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.