Kleine Zab

Rivier in Irak

De Kleine Zab (Arabisch: الزاب الاسفل (al-Zāb al-Asfal), Kurdisch: Zêy Koya / Zêyê Biçûk, Perzisch: زاب کوچک (Zâb-e Kuchak)) ontspringt in Iran en mondt uit in de Tigris in Noordoost-Irak. De rivier is ongeveer 400 km lang en het stroomgebied beslaat 22.000 km². De rivier wordt grotendeels gevoed door regenval en smeltende sneeuw, wat resulteert in een maximale waterafvoer in de lente, en laag water in de zomer en het begin van de herfst. Er zijn twee dammen gebouwd in de Kleine Zab, waaronder de Dukandam, die water voor irrigatie en elektriciteit aanleveren.

Kleine Zab
Stroomgebied van de Kleine Zab
Lengte 400 km
Hoogte (bron) 3000 m
Debiet 197,8 m³/s
Stroomgebied 22000 km²
Bron Zagrosgebergte
Monding Tigris
Stroomt door Vlag van Iran Iran
Vlag van Irak Irak
Het Dukanmeer is een stuwmeer in de Kleine Zab
Portaal  Portaalicoon   Geografie

Het Zagrosgebergte is sinds het Vroegpaleolithicum bewoond, maar de vroegste archeologische vindplaats in het stroomgebied van de Kleine Zab, Barda Balka, dateert uit het Middenpaleolithicum. Ook voor iedere periode daarna is menselijke bewoning langs de rivier aangetoond, bijvoorbeeld in Tell Bazmusian, Tell Shemshara en Idu. In teksten van het tweede millennium v.Chr. wordt de rivier Zābu šupālû genoemd en vormde hij de grens tussen māt Aššur (het rijk van Assur) en māt Arrapḫi (het rijk van Arrapha). Later vormde de rivier de grens tussen Adiabene in het noorden en Bēt Garmai in het zuiden.[1]