Kepodactylus

soort uit het geslacht Kepodactylus

Kepodactylus is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs, behorend tot de groep van de Pterodactyloidea, dat leefde tijdens het Laat-Jura in het gebied van het huidige Colorado.

Kepodactylus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Laat-Jura
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Pterosauria
Onderorde:Pterodactyloidea
Familie:Ctenochasmatidae
Geslacht
Kepodactylus
Harris & Carpenter, 1996
Typesoort
Kepodactylus insperatus
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

In 1992 voerde een team van het Denver Museum of Natural History veldwerk uit in het Garden Park in Colorado, waarbij een fossiel opgegraven werd van de dinosauriër Stegosaurus stenops in grijze moddersteen uit de Morrisonformatie (Kimmeridgien-Tithonien, 150 miljoen jaar oud), afgezet in een meer. Behalve het vrijwel complete stegosauriërspecimen werden in de groeve, Small's Quarry, ook losse botfragmenten aangetroffen waaronder die van een pterosauriër, die de wetenschap nog onbekend was.

De soort Kepodactylus insperatus werd in 1996 benoemd en beschreven door Jerald Harris en Kenneth Carpenter. De geslachtsnaam is afgeleid van het Klassiek Griekse kepos, 'tuin' en daktylos, 'vinger', een verwijzing naar de naam Garden Park en de vleugelvinger van de pterosauriërs. De soortaanduiding betekent 'onverhoopt' in het Latijn, een verwijzing naar het feit dat de onderzoekers geen pterosauriër hoopten te vinden maar een dinosauriër.

Het holotype DMNH 21684 nu DMNS 21684, bestaat uit een halswervel, een linkeropperarmbeen, het eerste kootje van de linkervleugelvinger, het uiteinde van het eerste kootje van de rechtervleugelvinger, het uiteinde van het tweede kootje van de linkervleugelvinger en een middenvoetsbeen.

De botten zijn licht beschadigd en tamelijk sterk in elkaar gedrukt. Het kon echter vastgesteld worden dat zowel de wervel als het opperarmbeen een foramen pneumaticum hebben waardoor lucht uit de luchtzakken de holte in het bot kon ontluchten.

Volgens de beschrijvers behoort Kepodactylus tot de Pterodactyloidea en naar de fylogenie die David Unwin gebruikt tot de Lophocratia.

Unwin zelf plaatste de soort later meer bepaald basaal in de Dsungaripteroidea sensu Unwin. De soort is echter niet opgenomen in recente grote kladistische analyses, zodat zijn plaatsing onzeker is. Nieuw materiaal uit de groeve lijkt de status als dsungaripteroïde te bevestigen.

Kepodactylus had voor het Jura een vrij grote spanwijdte: ongeveer 2,5 meter.