Karate

Japanse vechtsport

Karate is een vechtkunst die is ontstaan op de Riukiu-eilanden, waaronder het eiland Okinawa, Japan. Deze is ontstaan uit de samenvoeging van het Chinese Kempo (ook wel Kenpo) en de inheemse vechtkunsten van Okinawa, die te (手, letterlijk “hand”) werden genoemd.[1][2]

Karate
Karateka's
Algemene gegevens
Type Individueel
Categorie Verdedigingssport
Olympisch 2020
Portaal  Portaalicoon   Sport

Bij karate ligt de nadruk vooral op het gebruik van stoot-, trap- en afweertechnieken (te-waza, geri-waza en uke-waza). In het curriculum van sommige karatestijlen komen ook worpen, klemmen, verwurgingen en worsteltechnieken voor.[3] Een beoefenaar van het karate wordt een karateka genoemd.

Geschiedenis bewerken

Okinawa bewerken

 
Traditional Dojo - Karate Kaikan, Naha, Okinawa (prefectuur)

Karate is ontstaan op Okinawa en de omliggende eilanden in de Oost-Chinese Zee die thans wordt omringd door Volksrepubliek China, Japan, Zuid-Korea en Taiwan. De eilandengroep behoort tegenwoordig tot Japan, doch heeft historisch aldoor meer banden en contacten gehad met China en door de eeuwen heen daarmee een nauwere band onderhouden dan de overige, verder van het Aziatische vasteland af gelegen Japanse eilanden. De vechtkunst ontstond als een inheemse verdedigingskunst van de Riukiu-eilanden, genaamd te. Na het ontstaan van handelsrelaties met China tijdens de Ming dynastie in 1372 werden er Chinese Shaolin Kempo stijlen naar Okinawa gebracht door Chinese bezoekers en immigranten. Door het verbod op wapens dat door koning Shoo' Hashi werd uitgeroepen in 1609 steeg de populariteit van deze ongewapende vechttechnieken.

Hoewel er reeds enkele scholen van te waren op Okinawa, hielden de meeste beoefenaren er hun eigen methoden en gebruiken op na. Enkele van deze vroege stijlen kunnen worden gecategoriseerd als Shuri-te, Naha-te, en Tomari-te, genaamd naar de drie steden waar zij van stammen.[4] Elk gebied en zijn karateka's had specifieke kata, technieken en principes die hen onderscheidden van andere te vormen.

Leden van de hogere klasse van de Okinawanese samenleving werden regelmatig naar China gestuurd om diverse politieke en praktische disciplines te leren. Het integreren van Chinese ongewapende vechtkunsten werd gestimuleerd nadat het gebruik van wapens op Okinawa door de koning werd verboden. De oudste karate kata tonen nog sterke overeenkomsten met die van de Chinese vechtkunsten uit de Fujian regio.[5] Daarnaast hadden diverse andere vechtkunsten uit Zuidoost-Azië invloed op nieuwe stijlvormen. Mogelijk vindt werktuig zoals de sai, tonfa en nunchaku hun oorsprong in deze gebieden en werden zij later op Okinawa als wapens gebruikt.

 
Anko Itosu
Grootvader van het moderne karate

Kanga Sakugawa (1782–1838) studeerde Kempo en bo in China. In 1806 keerde hij terug naar Okinawa en begon hij in de stad Shuri met lesgeven in zijn vechtkunst, genaamd "Tudi Sakugawa", wat "China Hand Sakugawa" betekende. Rond 1820 begon Sakugawa's meest prominente student, Sokon Matsumura (1809-1899) het lesgeven in een synthese van de te stijlen van steden Shuri en Tomari, en Chinese Shaolin Kempo. De stijl van Matsumura werd later bekend als Shōrin-ryū.

Matsumura bracht al zijn kennis over naar Itosu Ankō (1831–1915) en enkele anderen. Tot einde van de 19de eeuw was karate officieel een verboden vechtkunst en daarom werd karate in het geheim beoefend. Meester Itosu probeerde de Japanse overheid over te halen om dit verbod op te heffen. Dit lukte en vanaf 1901 werd karate door Itosu geïntroduceerd op de openbare scholen van Okinawa. Itosu ontwikkelde de ping'an kata ("heian" of "pinan" in Japans) welke vereenvoudigde kata zijn voor beginnende studenten. De ping'an kata werden aan basischoolleerlingen onderwezen en zijn tegenwoordig nog steeds te vinden aan de basis van bijna elke karate stijl. Zijn studenten werden de grote meesters van het huidige karate, waaronder Gichin Funakoshi, Kenwa Mabuni, en Choki Motobu. Itosu wordt gezien als de "Grootvader van het moderne karate".[6]

In de stad Naha van Okinawa ontstonden karatestijlen bekend onder de naam Naha-te[7]. Bekende leraren hier waren onder meer Seisho Aragaki, Kanryo Higaonna, Chojun Miyagi, Norisato Nakaima en Kanbun Uechi. Hiervan werd Chojun Miyagi de grondlegger van het Goju-ryu karate. Deze vechtstijl werd later door de Japanner Gogen Yamaguchi naar Japan gebracht. Norisato Nakaima werd de grondlegger van het Ryuei-ryu karate en Kanbun Uechi werd grondlegger van het Uechi-ryu karate.

In de stad Tomari van Okinawa ontstonden karatestijlen bekend onder de naam Tomari-te[8]. Bekende leraren hier waren onder meer Kosaku Matsumora en Kokan Oyadomari. Ook de latere karateleraar Choki Motobu kan tot de Tomari-te groep gerekend worden, hoewel hij zelf van meerdere leraren les heeft gehad.[8]

Japan bewerken

 
Gichin Funakoshi
Grondlegger van Shotokan Karate

Aan het begin van de 20e eeuw werd karate van Okinawa naar het vasteland van Japan gebracht. De Riukiu-eilanden, waarvan Okinawa het hoofdeiland is, waren inmiddels geannexeerd door Japan, waardoor de culturele uitwisseling tussen de twee gebieden werd versterkt. In 1922 nodigde het Japanse ministerie van onderwijs karatemeester Gichin Funakoshi uit om in Tokyo een karatedemonstratie te geven. In 1924 werd op de Keio-universiteit de eerste karateschool van Japan opgericht en binnen een periode van acht jaar sloten ook de overige universiteiten zich aan.[9] Gichin Funakoshi wordt gezien als de verantwoordelijke voor het introduceren en populair maken van karate op de hoofdeilanden van Japan.

Deze periode kenmerkte zich door een militarisering van de Japanse maatschappij.[10] In die periode was Japan in Oorlog met China en Funakoshi wist dat de "Chinese hand" technieken niet geaccepteerd zouden worden door de Japanse bevolking, wat aanleiding gaf om de naam van karate te veranderen. De karakters 唐手 ("Chinese hand" of "Tang hand") werden gewijzigd naar 空手 ("lege hand"), en hebben dezelfde uitspraak. De naamsverandering van karate had de bedoeling de Chinese kenmerken te vervangen door Japanse.[11] De toevoeging "" impliceert dat karatedō een pad is naar zelfkennis en meer behelst dan louter technische aspecten van vechten. Ook in andere Japanse vechtkunsten werd er aan het begin van de 20e eeuw een nadruk geplaatst op het aspect en minder op jutsu; aikijutsu werd aikido, jujutsu werd judo en kenjutsu werd kendo. De naamsverandering van karate werd door Funakoshi gedaan in 1929. Later op 25 oktober 1936 tijdens een symposium over karate gehouden in Okinawa besloten alle karatemeesters van Okinawa deze naamsverandering van karate officieel te erkennen.

Meester Funakoshi werd de pionier van het moderne karate en hij zou de rest van zijn leven wijden aan het populariseren ervan. Ondanks het feit dat iedereen zijn stijl 'Shotokan' begon te noemen drukte Funakoshi iedereen op het hart dat die naam door zijn leerlingen aan het Karate was gegeven en niet door hemzelf. Funakoshi was in principe tegen stijlnamen zoals we in zijn boek Karate Nyumon kunnen lezen. Voor Funakoshi was alle Karate gewoon Karate, niets meer en niets minder.

In de voetsporen van Funakoshi kwamen er nog andere karatemeesters van Okinawa naar Japan, zoals Kenwa Mabuni, Chojun Miyagi, Choki Motobu, Kanken Toyama en Kanbun Uechi. Al deze leraren zorgden voor een snelle verspreiding van karate in Japan en er werden al snel veel karatescholen opgericht. Daaropvolgend werden er toernooireglementen opgesteld om van karate een competitiesport te maken. In Japan ontstonden er ook nieuwe stijlen van karate, onder meer Wado-ryu, Kyokushinkai en Shindo Jinen-ryu. Eind jaren dertig vroeg de Dai Nippon Butokukai, de officiële overheidsorgaan van Japanse vechtkunsten, aan alle karatemeesters in Japan om de naam van hun karatestijl bij hun instantie te registreren.

Tijdens de Japanse bezetting van Korea werd het de Koreanen verboden om eigen cultuur te beoefenen. Koreanen mochten echter wel Kendo, Judo en Karate beoefenen. Ondanks het feit dat de Koreanen wisten dat hun voorouders ooit eigen krijgskunsten beoefend hadden onder de namen Subak en Taekgyeon wist niemand hoe deze eruit moesten hebben gezien. Het boek de Muyedobotongji was hun enige stille getuige, maar van plaatjes kon niemand leren. Met behulp van het Okinawaanse Karate konden de Koreanen beginnen aan een reconstructie die vandaag de dag bekendstaat als Taekwondo. Karate bleef echter ook populair in Zuid-Korea, waar uit karate tevens eigen vechtsporten ontstonden zoals Kong Soo Do en Tang Soo Do.

Kenmerken bewerken

Karate behoort tot de harde vechtkunsten, maar het bevat meer dan alleen de fysieke toepassing van agressie. Discipline speelt bij de beoefening een zeer belangrijke rol. Hoewel er wedstrijden worden gehouden, gaat het bij karate niet om het winnen of verliezen, maar om de verbetering van het karakter van de beoefenaar. Karate mag uitsluitend voor zelfverdediging gebruikt worden en zoals een gezegde luidt: "Karate Ni Sente Nashi", ofwel "In karate is er geen eerste aanval". Over de betekenis hiervan bestaat echter geen eenduidigheid: veelal wordt dit gezegde eenvoudig opgevat als een gedragsregel van niet aanvallen, doch op een dieper niveau luidt een uitleg dat een geoefende op een aanval van een tegenstander kan anticiperen. Andere beroemde gezegden die typische karate-wijsheden uitdrukken luiden: Een vermeden gevecht is een gewonnen gevecht en Zeven keer vallen, acht keer opstaan.

Toepassing van karate-technieken kan vooral bij een niet geoefende tegenstander ernstig lichamelijk en zelfs dodelijk letsel veroorzaken[12]. Bij de beoefening van karate als wedstrijdsport is een belangrijke bedoeling dat men de tegenstander niet raakt met een techniek die hem ernstig letsel toebrengt.

Een karatetraining wordt gewoonlijk onderverdeeld in verschillende onderdelen. De vaste onderdelen zijn:

  • kihon (basistechnieken)
  • kata (een set technieken die een gevecht tegen denkbeeldige tegenstanders uitbeeldt)
  • kumite (oefengevecht)

Bij sommige karatestijlen zijn er ook nog andere trainingsonderdelen zoals:

Bij het karate maakt men gebruik van een bandensysteem van verschillende kleuren, om leerlingen van verschillende graad te kunnen onderscheiden. Deze banden worden Obi genoemd. De lagere kleurbanden noemt men in het karate de kyu-graden. De zwarte band rekent men tot de dan-graden. Nadat een leerling de zwarte band heeft behaald, kan de graad enkel omhoog gaan via de dan-graad. De banden kunnen in sommige karate stijlen of karate bonden variërend zijn wat soms wat verwarrend kan zijn voor mensen die niets over karate kennen maar ook voor mensen die karate beoefenen in verschillende stijlen of bonden.


Er is ook een verschil tussen jeugd en volwassenen die hun kyu (graad) behalen bijvoorbeeld een volwassene persoon kan met van witte band naar gele band gaan als hij slaagt voor het kyu-examen terwijl jeugd eerst één of meerdere streepjes op zijn/haar band moet behalen voordat hij/zij gele band kan behalen. Volwassenen kunnen wat sneller hun band behalen dan bijvoorbeeld jeugd jonger dan 12 jaar. Ook in elke bond kunnen regels wat variëren zo kan men in sommige karate bonden al vanaf 12 jaar zwarte band worden en in andere bonden vindt men 12 jaar nog te jong om zwarte band te worden. Daarom wordt er voor jeugd vaak met een streepjes systeem gewerkt wanneer jeugd aan een kyu examen meedoen.


Er zijn karate stijlen en bonden waar ook volwassenen streepjes voor sommige kyu's op hun band behalen wat hun nieuwe kyu aanduid. Voor jeugd die nog wat te jong zijn voor een nieuwe kyu te behalen zal een trainer een (extra) streepje geven wat je jeugd motiveert. Dit streepje wordt op de band genaaid/gekleefd en maakt duidelijk aan andere karateka's (karate beoefenaars) wat zijn/haar nieuwe kyu is.


Een zwarte band in het karate heeft ook een banden systeem en maakt ook duidelijk aan de karateka's hoe hoog deze karateka is. Vanaf zwarte band spreekt men vanaf "DAN" en er zijn 10 DAN's in het zwarte banden systeem! De wachttijden worden ook als maar langer om een nieuwe DAN te behalen. Gekleurden banden kunnen om het halfjaar een examen doen (de regels kunnen in elke karate bond variërend zijn) en vanaf zwarte band moet men soms jaren wachten om een nieuw DAN examen mee te doen.


Shodan = 1ste DAN (men moet minstens 1 jaar wachten na het te behalen van alle gekleurden banden onder 1ste DAN).

Nidan = 2de DAN (men moet minstens 2 jaar wachten na het te behalen van 1ste DAN)

Sandan = 3de DAN (men moet minstens 3 jaar wachten na het te behalen van 2de DAN)

Yondan = 4de DAN (men moet minstens 4 jaar wachten na het te behalen van 3de DAN.)

Godan = 5de DAN (men moet minstens 5 jaar wachten na het te behalen van 4de DAN.)

Rokudan = 6de DAN (men moet minstens 6 jaar wachten na het te behalen van 5de DAN.)

Nanadan = 7de DAN (men moet minstens 7 jaar wachten na het te behalen van 6de DAN.)

Hachidan = 8ste DAN (men moet minstens 8 jaar wachten na het te behalen van 7de DAN.)

Kudan = 9de DAN (men moet minstens 9 jaar wachten na het te behalen van 8ste DAN.)

Jūdan = 10de DAN (men moet minstens 10 jaar wachten na het te behalen van 9de DAN.)


Bij sommige karate stijlen of bonden komt er ook het aantal streepjes op de nieuwe dan (zwarte band) die de karateka behaald heeft en sommige karate stijlen of bonden komen er geen streepjes op de zwarte band na het te behalen van een nieuwe DAN.

Stijlen bewerken

 
Karatebeoefenaars

Bij karate onderscheidt men verschillende stijlen. Onderscheidend voor de diverse stijlen zijn de diverse kata, een min of meer eigen filosofie en eigen wedstrijdreglementen. De Federation of All Japan Karatedo Organization erkent vier zogenoemde traditionele stijlen (de Yondai Ryuha). Dit zijn:

Daarnaast bestaan nog vele andere stijlen, waaronder:

Film en cultuur in het Westen bewerken

Karate verspreidde zich snel in het Westen via cultuur. In de populaire fictie van de jaren 1950 werd karate soms beschreven voor de lezers in bijna mythische termen en was het geloofwaardig om westerse experts van de ongewapende vechtsport te laten zien als niet op de hoogte zijnde van de oosterse vechtkunsten van deze soort. Gedurende de jaren 1970 vormden karatefilms een populair genre, denk bijvoorbeeld The Karate Kid.[13]

Zie ook bewerken

Externe links bewerken

Zie de categorie Karate van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. Higaonna, Morio (1985), Traditional Karatedo Vol. 1 Fundamental Techniques, p. 17. ISBN 0-87040-595-0.
  2. History of Okinawan Karate
  3. Bishop, Mark (1989), Okinawan Karate, 153–166. ISBN 0-7136-5666-2. Chapter 9 covers Motobu-ryu and Bugeikan, two 'ti' styles with grappling and vital point striking techniques. Page 165, Seitoku Higa: "Use pressure on vital points, wrist locks, grappling, strikes and kicks in a gentle manner to neutralize an attack."
  4. Higaonna, Morio (1985), Traditional Karatedo Vol. 1 Fundamental Techniques, p. 19. ISBN 0-87040-595-0.
  5. Bishop, Mark (1989), Okinawan Karate, 28. ISBN 0-7136-5666-2. For example Chōjun Miyagi adapted Rokkushu of White Crane into Tenshō
  6. Patrick McCarthy, footnote #4
  7. MARK BISHOP, Okinawan Karate, 1989, ISBN 0-7136-5666-2, pagina's 19 t/m 44
  8. a b MARK BISHOP, Okinawan Karate, 1989, ISBN 0-7136-5666-2, pagina's 71 t/m 76
  9. (ja) 唐手研究会、次いで空手部の創立. Keio Univ. Karate Team. Gearchiveerd op 12 juli 2009. Geraadpleegd op 14 maart 2010.
  10. Miyagi, Chojun (1993), Karate-doh Gaisetsu [1934], p. 9. ISBN 4-900613-05-3.
  11. Draeger & Smith (1969), Comprehensive Asian Fighting Arts, p. 60. ISBN 978-0-87011-436-6.
  12. Brian C. Adams Medical implications of karate blows, uitg. A.S.Barnes & Co., South Brunswick and New York (1969)
  13. Schneiderman, R. M., "Contender Shores Up Karate’s Reputation Among U.F.C. Fans", The New York Times, 23 mei 2009. Gearchiveerd op 7 mei 2013. Geraadpleegd op 22-10-2012.