Joseph Muscat
Joseph Muscat (Pietà, 22 januari 1974) is een Maltees politicus voor de sociaaldemocratische Malta Labour Party. Sinds 11 maart 2013 is Muscat de premier van Malta, als opvolger van Lawrence Gonzi. Eerder was Muscat oppositieleider en van 2004 tot 2008 lid van het Europees Parlement.
Joseph Muscat
| ||||
![]() | ||||
Geboren | 22 januari 1974 te Pietà (Malta) | |||
Politieke partij | Malta Labour Party | |||
Beroep | Politicus | |||
Premier van Malta | ||||
Huidige functie | ||||
Aangetreden | 11 maart 2013 | |||
President | Marie-Louise Coleiro Preca | |||
Voorganger | Lawrence Gonzi | |||
|
Panama PapersBewerken
In 2016 waren twee naaste medewerkers van Muscat met twee bedrijven betrokken bij het Panama Papers-schandaal: minister Konrad Mizzi en de stafchef van de premier Keith Schembri. In 2017 beweerde journalist/blogger Daphne Caruana Galizia dat Muscats echtgenote Michelle een derde bedrijf in Panama had, genaamd Egrant. Oppositieleider Simon Busuttil uitte aantijgingen ten aanzien van overboekingen van aanzienlijke geldbedragen naar Egrant. Muscat en zijn vrouw ontkenden de claims en Muscat verzocht om een onafhankelijk onderzoek, waarbij de aantijgingen “de grootste politieke leugen in de politieke geschiedenis van Malta” werden genoemd. Muscat benadrukte dat hij de waarheid aan zijn zijde had en dat hij Malta wilde beschermen tegen onzekerheid en riep een verkiezingen uit. Corruptiebestrijding werd de strijdkreet van de Nationalistische Partij bij de verkiezingscampagne. Het houden van een onverwachte verkiezing in de laatste maanden van het roulerende voorzitterschap van Malta in de EU-Raad werd in Brussel met scepsis bekeken.
Het onafhankelijke onderzoek onder leiding van magistraat Aaron Bugeja interviewde 477 getuigen. Internationale forensische experts doorzochten duizenden documenten en digitale documenten uit meerdere bronnen. Het onderzoek vereiste de samenwerking van vijf landen (inclusief Panama en Duitsland) en omvatte meer dan 15 maanden. De resultaten van het onderzoek zijn op 22 juli 2018 openbaar gemaakt (hoewel het eindrapport van het onderzoek nooit openbare is gepubliceerd). Het onderzoek vond vervalste handtekeningen, van elkaar afwijkende getuigenissen, en geen bewijs dat de premier, zijn vrouw of hun familie een band hadden met het bedrijf Egrant. Het onderzoek heeft geen bewijs gevonden om de premier en zijn vrouw aan het bedrijf in Panama koppelen. Joseph Muscat definieerde de Egrant-beschuldigingen als een "onbetwiste en doorwrochte” poging tot een politiek frame.
Aankondiging aftredenBewerken
Na de moord op journaliste Daphne Caruana Galizia en daarop volgende protesten op Malta, gaf Muscat in december 2019 aan af 12 januari 2020 te zullen treden als zijn partij voor die tijd een opvolger heeft gekozen.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|