Johan Eilerts de Haan

Nederlands militair (1865-1910)

Johannes Gijsbert Willem Jacobus (Johan) Eilerts de Haan (Noordwolde, 3 oktober 1865 – binnenland van Suriname, 29 augustus 1910) was een Nederlands militair en ontdekkingsreiziger.

J.G.W.J. Eilerts de Haan in marine-uniform

Hij werd geboren als derde zoon van Anneus Frederik Eilerts de Haan die toen predikant was in het Friese Noordwolde. Rond 1868 verhuisde het gezin van het zuidelijk deel van Friesland naar Ternaard in het noorden van die provincie toen zijn vader daar dominee werd. Johan Eilerts de Haan begon in september 1882 als adelborst derde klasse zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Willemsoord (Den Helder). Van 1886 tot 1891 diende hij als adelborst eerste klasse eerst in West-Indië, daarna volgde een zeiltocht met de Nautilus en vervolgens een verblijf van drie jaar Oost-Indië (Nederlands-Indië) tijdens welke periode hij in 1889 Luitenant ter zee der 2e klasse werd. In 1895 ging hij voor drie jaar opnieuw naar Oost-Indië. Vanaf 1900 was hij twee jaar gedetacheerd op het Departement van Marine en in 1902 volgde bevordering tot luitenant ter zee der 1ste klasse. In 1903 werd Eilerts de Haan gedetacheerd bij de sterrenwacht in Utrecht en in oktober van dat jaar vertrok hij opnieuw naar Oost-Indië waar hij drie jaar diende.

Van 30 juni 1908 tot 20 november 1908 vond onder zijn leiding in Suriname een expeditie plaats naar de bron van de rivier de Suriname. Andere leden van de expeditie waren onder andere luitenant ter zee R.H. Wijmans en de officier van gezondheid dr. J.H.A.T. Tresling. Tijdens die tocht werd op 16 oktober een rivier ontdekt die hij de Lucierivier noemde. Waarschijnlijk vernoemde hij deze rivier naar een overleden nichtje van hem.

Twee jaar later verscheen een artikel van Eilerts de Haan in het Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) onder de titel "Verslag van de expeditie naar de Suriname-rivier".[1]

Op 19 juli 1910 begon de Corantijn-expeditie met ook ditmaal Eilerts de Haan als expeditieleider. Doel was om vanaf de Surinamerivier de Lucierivier op te varen in de hoop zo de Corantijn te bereiken om via die rivier weer terug te keren naar de Atlantische kust om met de gegevens die verzameld werden tijdens de expeditie witte vlekken op de kaart van Suriname in te vullen. Het was de taak van de medicus en zoöloog J.Fr. Hulk, Officier van gezondheid 2e klasse, om zoölogisch en botanisch materiaal te verzamelen. Op 18 augustus overleed een van de arbeiders en op 21 augustus werd Eilerts de Haan ziek. Vijf dagen later verloor hij het bewustzijn en op 29 augustus overleed hij op 44-jarige leeftijd met als waarschijnlijke doodsoorzaak malaria, waarna hij ter plaatse werd begraven. De rest van de expeditie, die nog ruim 8 maanden zou duren, vond plaats onder leiding van de Luitenant ter zee der 1ste klasse Conrad Carel Käyser. Käyser schreef over deze reis in 1912 een artikel voor hetzelfde tijdschrift van de KNAG met als titel "Verslag der Corantijn-expeditie (19 Juli 1910 - 1 April 1911)".

Het Eilerts de Haangebergte is vernoemd naar Johan Eilerts de Haan. Op 5 december 1912 werd een borstbeeld van hem in Paramaribo bij het Vaillantsplein opgericht. Dit door Bart van Hove gemaakte beeld werd later verplaatst naar de Kleine Combéweg en vervolgens naar de tuin van het Surinaams Museum aan de Commewijnestraat. Verder is het in 1921 gebouwde opnemingsvaartuig Hr. Ms. Eilerts de Haan naar hem genoemd en staat zijn borstbeeld in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam.

Tijdens een expeditie in 1926 naar het Wilhelminagebergte met onder andere Gerold Stahel werd bij het graf een gedenksteen opgericht door leden van die expeditie. Het graf werd in 2000 opnieuw bezocht door nazaat Herry Eilerts de Haan, in gezelschap van o.a. Michel Boeijen en Nico Pronk. Van deze expeditie werd door National Geographic Channel een documentaire vervaardigd; " Jungle Grave ".