Johan Adolf I van Saksen-Weißenfels

Duits componist (1649-1697)

Johan Adolf I van Saksen-Weißenfels (Halle, 2 november 1649 - Weißenfels, 24 mei 1697) was van 1680 tot aan zijn dood hertog van Saksen-Weißenfels en vorst van Querfurt. Hij behoorde tot de Albertijnse linie van het huis Wettin.

Johan Adolf I van Saksen-Weißenfels
1649-1697
Johan Adolf I van Saksen-Weißenfels
Hertog van Saksen-Weißenfels
Periode 1680-1697
Voorganger August
Opvolger Johan George
Vader August van Saksen-Weißenfels
Moeder Anna Maria van Mecklenburg-Schwerin

Levensloop bewerken

Johan Adolf I was de oudste zoon van hertog August van Saksen-Weißenfels en diens echtgenote Anna Maria, dochter van hertog Adolf Frederik I van Mecklenburg-Schwerin.

In 1680 stierf zijn vader en werd Johan Adolf hertog van Saksen-Weißenfels en vorst van Querfurt. De dood van zijn vader betekende eveneens het verlies van het aartsbisdom Maagdenburg, dat door het keurvorstendom Brandenburg tot het hertogdom Maagdenburg werd geseculariseerd. Johan Adolf moest zich hierdoor in het nog onafgewerkte slot Neu-Augustenburg in Weißebfels gaan resideren. Hij zette de bouw aan het kasteel verder die in 1660 door zijn vader begonnen was. In 1682 werd de kasteelkapel gewijd en in 1694 werd het kasteel uiteindelijk bepleisterd. Eerder liet hij een groot theater bouwen dat vanaf 1685 Duitstalige operavoorstellingen ondersteunde.

In zijn landgoed nabij de Wachtershuizen creëerde Johan Adolf een formele tuin, de belangrijkste van Centraal-Europa in zijn tijd. In 1690 werden leidingen aangelegd om het kasteelcomplex te voorzien van water uit het Selauer gebied. Onder zijn bewind ontwikkelde de stad Weißenfels zich naast administratief centrum ook tot economisch centrum. Net als zijn vader en andere familieleden was Johan Adolf ook een ondersteuner van de kunsten. Als kapelmeester benoemde hij componist Johann Philipp Krieger, die ook onder zijn vader had gediend. Ook ontdekte hij het muzikale talent van de zoon van zijn hofarts Georg Händel, de jonge Georg Friedrich Händel, en overtuigde hij hem om zijn zoon een muzikale opleiding te laten volgen. Onder de gezelschapsnaam de Minutieuze was hij ook lid van het Vruchtdragende Gezelschap, waarvan zijn vader de voorzitter was geweest.

Controverse over de erfenis van het graafschap Barby bewerken

Toen het graafschap Rosenburg na het uitsterven van de mannelijke linie van de graven van Barby in handen kwam van het aartsbisdom Maagdenburg, slaagde zijn vader erin om de administratie over dit graafschap uit te oefenen, hoewel het niet tot zijn patrimonium behoorde. Dit leidde tot protesten van keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg en keurvorst Johan George II van Saksen, die deze landerijen wilden zoals overeenkwam met de condities van de Vrede van Westfalen.

In 1666 kreeg Johan Adolfs vader August uiteindelijk de toestemming van keurvorst Johan George II van Saksen om de graafschappen Barby en Rosenberg te behouden tot aan het uitsterven van de linie Saksen-Weißenfels. Na de dood van August in 1680 werd Barby geërfd door Johan Adolfs jongere broer Hendrik. Johan Adolf, die dit beschouwde als een reductie van de landerijen van zijn vader, protesteerde en wendde zich tot de keurvorst van Brandenburg om een nietigheidsverklaring te verkrijgen van het koopcontract waarin zijn vader Rosenberg toegewezen had gekregen. In april 1681 werd Rosenberg uiteindelijk voor 60.000 daalders verkocht aan erfprins Frederik van Brandenburg. Door de hoge schulden die hij van zijn vader had geërfd, moest Johan Adolf in 1687 de stad Burg bei Mecklenburg verkopen.

Dispuut met het keurvorstendom Saksen bewerken

Na de dood van keurvorst Johan George II van Saksen in 1680, betwistte diens zoon Johan George III de verdeling van het keurvorstendom Saksen. Hij wilde de overige delen van het keurvorstendom Saksen (Saksen-Weißenfels, Saksen-Merseburg en Saksen-Zeitz) als apanage toewijzen aan zijn jongere zonen en weigerde de vorstendommen en zijlinies van zijn neven te erkennen. Dit bracht enige moeilijkheden voor Johan Adolf, die zijn gebieden bedreigd zag door het keurvorstendom Saksen. Het conflict kon uiteindelijk opgelost worden door de ondertekening van het Contract van Torgau in mei 1681 en twee andere contracten die in 1682 en 1688 in Dresden ondertekend werden, waarin de heerschappij van Johan Adolf over het vorstendom Querfurt en zijn zetel in de Opper-Saksische Raad verzekerd werden.

In mei 1697 stierf Johan Adolf op 47-jarige leeftijd.

Huwelijken en nakomelingen bewerken

Op 25 oktober 1671 huwde hij in Altenburg met Johanna Magdalena (1656-1686), dochter van hertog Frederik Willem II van Saksen-Altenburg. Ze kregen elf kinderen:

Op 3 februari 1692 huwde hij met zijn tweede echtgenote Christiane Wilhelmine von Bünau (1666-1707). Het was een morganatisch huwelijk. In 1697 werd Christiane Wilhelmine verheven tot rijksgravin. Het huwelijk bleef kinderloos.