Jean Grandjean

Nederlands kunstschilder (1752–1781)

Jean Grandjean (Amsterdam, 5 februari 1752 - Rome, 12 november 1781) was een Nederlandse kunstschilder en tekenaar.

Portret van Jean Grandjean, anoniem, vóór 1782

Jeugd en opleiding bewerken

Jean Grandjean werd 5 februari 1752 geboren in Amsterdam. Zijn vader Pierre Grandjean werd handschoenmaker. Pierre hertrouwde na de dood van zijn vrouw Ida Hendriks. Zij kregen zes kinderen. Jean ging bij de landschapschilder Jacobus Versteegen in de leer en vervaardigde voor kunsthandelaar Jan de Groot onder meer portretten. Hij studeerde daarna bij Jurriaen Andriessen en aan de Stadstekenacademie, waar Andriessen ook les gaf. Jean won er drie prijzen. Hij schilderde genrestukken, historische werken en landschappen. Jean wilde historieschilder worden. In de zestiger en zeventiger jaren van de 18e eeuw werd de neoclassicistische stroming in Nederland sterk beïnvloed door Johann Joachim Winckelmann. In 1777 was hij een van de medeoprichters van de kunstenaarssociëteit 'Felix Meritis'. Jean kreeg opdrachten van en werd financieel gesteund om te reizen door Dirk Versteegh (1751-1822) en Jan Tersteeg (1750-1808).

Buitenland bewerken

Om te studeren en te werken reisde hij naar Düsseldorf in Duitsland en 2 juni 1779 vandaar naar Rome in Italië. Jean was de eerste Nederlandse kunstenaar in vijftig jaar die naar Italië ging, nadat paus Clemens XI de 'Bentvuegels', de vereniging van Nederlandse schilders in Rome, had opgeheven. Na hem volgden Hendrik Voogd en Daniel Dupré. Kardinaal Alessandro Albani was in Rome zijn mecenas. Jean werd er lid van de 'Trippelsche Akademie', waar Wilhelm Tischbein en Franz Kobell zijn collega's waren. Hij stierf in Rome op 12 november 1781 en werd begraven op het Protestants kerkhof van Rome bij de Piramide van Cestius.

Werken bewerken

Van hem zijn de schilderijen Cleobis en Biton, Dood van Sophonisba, De Viering van de Lente en Waterval bij Tivoli bekend.