Jakov Polonski

dichter uit Keizerrijk Rusland (1819-1898)

Jakov Petrovitsj Polonski (Russisch: Яков Петрович Полонский) (Rjazan, 18 december 1819Sint-Petersburg, 30 oktober 1898) was een Russisch schrijver en dichter.

Jakov Polonski, door Sergej Levitski

Leven en werk bewerken

Polonski werd geboren als zoon van een ambtenaar en studeerde aan de Staatsuniversiteit van Moskou, waar hij de jonge dichters Apollon Grigojev en Afanasi Fet leerde kennen. In 1844 publiceerde hij zijn eerste bundel met lyrische poëzie, welke geplaatst kan worden in de school van de ‘zuivere kunst’, welke in die periode, in de zucht van Aleksandr Poesjkin, opgang deed.

Polonski werkte in de jaren 1840 als secretaris voor Michail Vorontsov, onder andere in Tiflis en Odessa. De nabijheid van de Zwarte Zee leek zijn romantische gevoelens alleen maar verder aan te wakkeren en in deze periode schreef hij volgens velen zijn beste gedichten. In 1851 vestigde hij zich in Sint-Petersburg, deed daar aanvankelijk vooral journalistiek werk en trad vanaf 1860 in overheidsdienst, bij het departement voor de censuur. Zijn latere gedichten vertonen in toenemende mate een sociale betrokkenheid.

Op late leeftijd voerde Polonski nog een correspondentie met Anton Tsjechov. Hij overleed op 78-jarige leeftijd in Sint-Petersburg en werd begraven in zijn geboortestad Rjazan.

Hoewel Polonski in het Rusland van voor de revolutie van 1917 grote bekendheid genoot is hij in de Twintigste Eeuw enigszins in de vergetelheid geraakt. Tegenwoordig is hij vooral nog bekend door zijn gedichten die aan het einde van de negentiende eeuw op muziek werden gezet door vooraanstaande componisten als Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, Sergej Rachmaninov, Sergej Tanejev en Anton Rubinstein.

Fragment uit ‘De zwaan’ bewerken

Een park, een strijkstok, lampionnen,
Mensen maken blij gerucht,
Alleen de wind sliep, aardedonker
Was de nachtelijke lucht.

Ook donker was de groene vijver
En het dichte oeverriet,
Waar een gedoemde zwaan verkwijnde
In de stilte, onbespied.

Gebroken, tam, volslagen eenzaam,
Is hem stervende ontgaan
Dat ergens boven hem een vuurpijl
Vonkenregens deed ontstaan.

<…>

(Vertaling Peter Zeeman)

Literatuur en bronnen bewerken

  • Willem G. Weststeijn & Peter Zeeman: Spiegel van de Russische poëzie (inleiding W. Weststeijn), Amsterdam, 2000, ISBN 90-290-5595-2
  • E. Waegemans: Russische letterkunde Utrecht, 1986. (Opnieuw herziene en geactualiseerde editie: Amsterdam, Antwerpen, 2003). ISBN 90-5330-355-3

Externe links bewerken