Invasie van Ethiopië

De Invasie van Ethiopië was een invasie door generaal Emilio De Bono met een leger van 100.000 man vanuit Eritrea in het noorden van Ethiopië bij het begin van de Tweede Italiaans-Ethiopische Oorlog.

Invasie van Ethiopië
Onderdeel van Italiaanse-Ethiopische Oorlogen
Troepen van het fascistische Italië in de hoofdstad Addis Abeba
Datum 3 oktober 1935 tot 27 November 1941
Locatie Ethiopië
Resultaat Overwinning van Italië in de oorlog van 1936/37;

Nederlaag van Italië in de Oost-Afrikaanse campagne tot 1941.

Strijdende partijen
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië

ondersteund door

Vlag van Ottomaanse Rijk Turkije met militaire adviseurs en vrijwilligers

Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland 1935 tot 1936

Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 1940 tot 1941

Vlag van Italië (1861-1946) Italië
Leiders en commandanten
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Haile Selassie I.

Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Kassa Haile Darge
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Imru Haile Selassie
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Seyoum Mengesha
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Mulugeta Yeggazu
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Desta Damtew
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Nasibu Zeamanuel
Vlag van Ottomaanse Rijk Vehib Pascha
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Wolde Tzadek
Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië Abebe Aragai

Vlag van Italië (1861-1946) Italië Victor Emanuel III
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Benito Mussolini

Vlag van Italië (1861-1946) Italië Emilio De Bono
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Pietro Badoglio
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Rodolfo Graziani
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Mario Ajmone Cat
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Ugo Cavallero
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Amedeo von Savoyen-Aosta
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Hamid Idris Awate
Vlag van Italië (1861-1946) Italië Olol Diinle

Troepensterkte
ca. 250.000 soldaten 330.000 Italiaanse soldaten

87.000 Libische, Eritrese en Somalische Askari's 100.000 militaire arbeiders

Verliezen
330.000–760.000 Ethiopiërs 25.000–30.000 Italiaanse soldaten
Emilio De Bono
Sir Samuel Hoare
De obelisk van Axum
Maarschalk Pietro Badoglio

Voorafgaande bewerken

Benito Mussolini keek naar het Britse Rijk en het Franse koloniale Rijk en droomde van een Italiaans Rijk rond de Middellandse Zee zoals het Romeinse Rijk.

Ethiopië gold als rijk in bodemschatten en militair zwak, maar was nog niet gekoloniseerd in de Wedloop om Afrika. Met Ethiopië zou Italië Eritrea en Italiaans Somaliland kunnen samenvoegen.

In november 1932 plande De Bono op verzoek van Mussolini een invasie die met beperkte middelen vanuit Eritrea zou binnentrekken.

Invasie bewerken

Op 3 oktober 1935 om 5h00 stak De Bono de Mareb-rivier over met drie legerkorpsen van samen negen divisies en viel hij vanuit Eritrea zonder oorlogsverklaring Ethiopië binnen. Ethiopië verklaarde Italië de oorlog, maar trok zijn leger een dagmars weg van de grens.

Generaal Rodolfo Graziani was ondergeschikt aan De Bono en moest met twee divisies binnenvallen vanuit Italiaans Somaliland, maar kreeg bevel zich verdedigend op te stellen.

Op 5 oktober 1935 nam het 1e korps Adigrat in en op 6 oktober nam het 2e korps Adwa in.

Volkenbond bewerken

Op 7 oktober veroordeelde de Volkenbond de inval zonder oorlogsverklaring en overwogen ze sancties, maar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hielden olie en staal buiten de sancties, met als argumenten dat anders de Verenigde Staten, die geen lid waren van de Volkenbond olie en staal aan Italië zouden leveren. Bovendien wilden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk net als in de Eerste Wereldoorlog Italië aan hun kant houden in geval van een oorlog met Duitsland. Samuel Hoare, 1st Viscount Templewood en Pierre Laval spraken het Hoare-Laval Plan af, waarbij Italië 3/5 van het Ethiopisch grondgebied zou krijgen in ruil voor vrede. Ethiopië ging daarmee niet akkoord.

Opmars bewerken

Op 11 oktober liep Dejazmach Haile Selassie Gugsa, schoonzoon van Keizer Haile Selassie te Adagamos over met 1200 man.[1]

Op 14 oktober schafte De Bono de slavernij af, maar hij schreef:

"Ik moet zeggen dat de afkondiging niet veel effect gehad heeft op de eigenaars van slaven en misschien nog minder op de vrijgelaten slaven zelf. Veel daarvan boden zich meteen na hun vrijlating aan bij de Italiaanse autoriteiten om te vragen: 'En wie geeft mij nu te eten?'”

Op 15 oktober reed De Bono vanuit Adwa de heilige stad Axum in op een wit paard. De Italianen roofden de Obelisk van Axum, die ze in 1937 naar Rome brachten vanwaar hij in 2005 terug naar Ethiopië werd gebracht.

Mobilisatie bewerken

Ethiopië mobiliseerde zijn leger en op 17 oktober defileerden 70.000 man van de Mahel Safari vier uur lang onder leiding van defensieminister Ras Mulugeta Yeggazu te Addis Abeba voor de Keizer Haile Selassie, waarna ze naar Dessie marcheerden. Van daar trok hij traag op naar Amba Aradam. Onderweg plunderden ze dorpen van de Azebu en Raya en ranselden ze er de opperhoofden af.

In de hoofdstad Gondar van de provincie Begemder riep Ras Kassa Haile Darge van de provincie Shewa 160.000 man onder de wapens met een chitet.

Zijn oudste zoon Dejazmach Wondosson Kassa was Shum van Begemder Met zijn zonen Aberra Kassa, Asfawossen Kassa, en Wondosson Kassa trok Ras Kassa naar het noorden om zich bij Ras Seyoum te voegen bij Abiy Addi.

In de hoofdstad Debra Markos van de provincie Gojjam lichtte Ras Imru Haile Selassie een leger van 25.000 man en hij trok noordwaarts naar Shire.

Vanuit Semien en Wolkait trok Fitawrari Ayalew Birru met 10.000 bergbewoners naar de grens met Eritrea.

Badoglio bewerken

Op 8 november nam het 1e korps Mek'ele in, de hoofdstad van Haile Selassie Gugsa in oostelijk Tigre. Door de slechte wegen soms paden kwamen de Italianen maar traag vooruit. Op 16 november bevorderde Mussolini De Bono tot maarschalk, maar op 17 december zond hij hem Telegrama di Stato 13181 zeggende dat met de inname van Mek'ele zijn taak volbracht was. Hij werd vervangen door maarschalk Pietro Badoglio.

Daarop beval Keizer Haile Selassie zijn Kerstoffensief.