Huis Anhalt-Zerbst (1606-1793)

adellijke familie

De Jongere linie Anhalt-Zerbst (Duits: Jüngere Linie Anhalt-Zerbst) was een Duitse vorstelijke dynastie die regeerde over het kleine vorstendom Anhalt-Zerbst in Midden-Duitsland. In 1667 erfde de dynastie ook de Heerlijkheid Jever dat grensde aan Oost-Friesland. De bekendste vertegenwoordigster van de dynastie is Sophia Augusta Frederika, die in 1762 als Catharina II keizerin van Rusland werd.

Jongere linie Anhalt-Zerbst
Verheffing 1603
Stamvader Rudolf
Laatste heerser Frederik August
Uitgestorven 1793
Etniciteit Duits
Zijtakken
  • Anhalt-Zerbst-Dornburg
Titels
  • Vorst van Anhalt
  • Hertog van Saksen, Egern en Westfalen
  • Graaf van Ascanië
  • Heer van Zerbst, Bernburg, Jever en Kniphausen

De jongere linie Anhalt-Zerbst ontstond door de verdeling van het vorstendom Anhalt in 1603 onder de overlevende zonen van Joachim Ernst. Rudolf, Joachim Ernst's vierde zoon, kreeg de Anhaltse gebieden ten noorden van de Elbe met als hoofdstad Zerbst. Hij werd de stamvader van de linie Anhalt-Zerbst. Na de dood van Johan in 1667 ontstond de zijlinie Anhalt-Zerbst-Dornburg die gesticht werd door Johans jongere zoon Johan Lodewijk (I). De hoofdlinie bleef in Zerbst regeren tot 1742 toen Johan August kinderloos overleed. Hij werd opgevolgd door zijn neven Johan Lodewijk (II) en Christiaan August uit de zijlinie Anhalt-Zerbst-Dornburg. In 1793 overleed de laatste vorst van Zerbst, Frederik August, zonder kinderen na te laten. Hiermee stierf het Huis Anhalt-Zerbst in mannelijke lijn uit. De heerlijkheid Jever werd geërfd door keizerin Catharina II van Rusland. Anhalt-Zerbst zelf werd in 1796 verdeeld tussen Anhalt-Dessau, Anhalt-Bernburg en Anhalt-Köthen.

Stamboom bewerken