Hans van Koetsveld

Nederlands verzetsstrijder (1918-1944)
Werk aan de winkel Dit artikel staat op een nalooplijst. Als de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd is, kan dit sjabloon verwijderd worden. Geef dat ook aan op de betreffende nalooplijst. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben.

Hans van Koetsveld (Rotterdam, 23 november 1918Waalsdorpervlakte, 29 februari 1944) was een Nederlandse verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hans van Koetsveld
Geboren 23 november 1918, Rotterdam
Overleden 29 februari 1944, Waalsdorpervlakte
Land Nederland
Groep Oranje Vrijbuiters

Van Koetsveld doorliep de HBS aan de 's-Gravendijkwal in Rotterdam. Hij woonde iets verderop met zijn vader Johan Emilius van Koetsveld en diens tweede echtgenote Wilhelmina Brouwer. Hij had ook twee stiefbroers en een stiefzusje. Na de HBS ging hij in Rotterdam aan de Nederlandse Economische Hogeschool studeren. Hij wilde accountant worden en het kantoor van zijn vader overnemen.

Zijn studie werd verstoord door de mobilisatie in 1940. Hij ging het verzet in en sloot zich aan bij de Oranje Vrijbuiters. Samen met Tom Spoelstra richtte hij een knokploeg op, die distributiekantoren overviel, onderduikadressen verzorgde en aan aan sabotage en spionage deed.

Op 25 augustus 1943 werd Van Koetsveld in Tuindorp gearresteerd terwijl hij geld ging brengen naar de moeder van Tom Spoelstra, die reeds opgepakt was, in de hoop dat zijn moeder Spoelstra kon vrijkopen. De volgende dag werd hij overgebracht naar het Oranjehotel in Scheveningen. Daar kreeg hij cel 487, die hij moest delen met Jacques Martens, ook een Vrijbuiter. In januari 1944 kreeg hij roodvonk, waardoor hij enkele dagen in quarantaine werd gelegd in een ziekenauto op de binnenplaats van de gevangenis. Later zat hij in cel 520. Hij heeft twee keer een brief mogen schrijven. Ook mocht zijn moeder hem af en toe bezoeken en schrijven. Op 28 februari werd hij met 19 andere Vrijbuiters ter dood veroordeeld. Op 29 februari werden de 20 vrijbuiters naar de Waalsdorpervlakte gebracht. Bart Heij en Jan van der Voort kregen gratie en werden naar Dachau gestuurd, de anderen 18 werden gefusilleerd en kwamen terecht in een massagraf.

Op 1 maart 1946 werden de Vrijbuiters herbegraven op de begraafplaats Tolsteeg in Utrecht. Er werd een monument geplaatst op initiatief van de vader van Van Koetsveld, de vader van Pieter Verhage en architect Niek van Donkelaar. Het werd op 10 mei 1947 onthuld door Quintus, de jongere broer van Van Koetsveld.