Guten Abend, gut’ Nacht

lied

Het Wiegenlied van Brahms, Guten Abend, gut’ Nacht, is een van de bekendste composities van Johannes Brahms. Het lied heeft opusnummer 49 (4) en werd gepubliceerd in 1868. De tekst van het lied is afkomstig uit de verzameling volksgedichten Des Knaben Wunderhorn van Clemens Brentano en Achim von Arnim (1805-1808).

Johannes Brahms (ca. 1866)

Tekst bewerken

Duitse originele tekst

Guten Abend, gut' Nacht, mit Rosen bedacht,
Mit Näglein besteckt, schlupf unter die Deck
Morgen früh, wenn Gott will, wirst du wieder geweckt
Morgen früh, wenn Gott will, wirst du wieder geweckt

Guten Abend, gute Nacht, von Englein bewacht,
Die zeigen im Traum dir Christkindleins Baum
Schlaf nun selig und süß, schau im Traum's Paradies
Schlaf nun selig und süß, schau im Traum's Paradies

Vertaling in het Nederlands

Goedenavond, goedenacht, met rozen omringd
Met nageltjes versierd, kruip onder de deken
Morgenvroeg, als God het wil, zul je weer wakker worden
Morgenvroeg, als God het wil, zul je weer wakker worden

Goedenavond, goedenacht, bewaakt door engelen,
Die je in je droom de boom van kindje Jezus tonen
Slaap nu zacht en zoet, kijk naar het paradijs in je droom
Slaap nu zacht en zoet, kijk naar het paradijs in je droom

Achtergrond bewerken

Brahms schreef dit wiegenlied voor een jeugdliefde, Bertha Faber, die - negen jaar na hun verbintenis - juist opnieuw moeder was geworden. De melodie is gebaseerd op een door hem eerder voor haar gecomponeerde versie van de Oostenrijkse volksdans Ländler. In de pianobegeleiding van het lied is deze oorspronkelijke compositie terug te horen.

Nachleben bewerken

Het wiegenlied van Brahms is een van de populairste wiegenliederen en klinkt wereldwijd uit speeldoosjes die naast kinderbedjes staan.

Trivia bewerken

Externe links bewerken