Govert Suijs (ca. 1610-1671)

Govert Suijs
	Govert Suijsafgebeeld op een schuttersstuk van Ferdinand Bol in 1653
Algemene informatie
Geboren	circa 1610
Overleden	3 mei 1671
Politieke functies
1648-1671	Lid van de vroedschap van Gouda
1653, 1655,; 1656, 1658,; 1659, 1661,; 1663, 1664,; 1666, 1667,; 1669 en 1670	Schepen van Gouda
1671	Burgemeester van Gouda
Portaal	Politiek ; Nederland

Govert Abelsz. Suijs (?, circa 1610 – Gouda, 3 mei 1671) was burgemeester van de Nederlandse stad Gouda.

Leven en werk bewerken

Suijs werd in 1644 ingeschreven als poorter van Gouda.^[1] In 1648 werd hij lid van de Goudse vroedschap. Deze functie bekleedde hij van 1648 tot het jaar van zijn overlijden 1671. In die periode vervulde hij meerdere regentenfuncties. Hij was onder meer fabriekmeester (1651 en 1662), tresorier (1652), en elfmaal schepen. In het jaar van zijn overlijden was hij burgemeester van Gouda.^[2]^[3] Zowel zijn zoon Johan als zijn kleinzoon Govert werden evenals hij burgemeester van Gouda. Zijn dochter Maria trouwde met de Goudse burgemeester Gijsbert Cincq. Suijs trouwde in 1636 met Susanna Hoebeek. Na haar overlijden hertrouwde hij in 1664 met Margarita van Tol.^[4] Suijs overleed in 1671 en werd begraven in de Sint-Janskerk van Gouda.

Suijs was ook kolonel van de Goudse schutterij. In die hoedanigheid staat hij afgebeeld op een schilderij van Ferdinand Bol uit 1653. Suijs zou de eerste persoon van links zijn.^[5]^[6]

Suijs zorgde ervoor, samen met zijn collega burgemeester Adriaen Cornelisz. Vereyck, dat de kartons, de oorspronkelijke tekeningen, van de Goudse glazen bewaard zijn gebleven. Zij lieten in de kamer van de kerkmeesters een afgesloten bewaarplaats voor deze kartons inrichten.^[7]^[8]

Officieren van de Goudse schutterij onder leiding van kolonel Govert Suijs (waarschijnlijk de eerste van links), geschilderd door Ferdinand Bol in 1653

Noten

↑ Volgens De Jong (in: Met goed fatsoen) werd hij in 1664 poorter, dat spoort niet met zijn lidmaatschap van de vroedschap, zie ook Walvis 1713 II, die zijn benoeming tot lid van de vroedschap in 1648 vermeldde en de door hem vervulde functies als fabriekmeester, tresorier, schepen en burgemeester
↑ Jong, dr. J.J. de - Met goed fatsoen, de elite in een Hollandse stad, Gouda 1700-1780, Hollandse Historische Reeks 5, De Bataafsche Leeuw, 1985, ISBN 90 6707 095 5
↑ Walvis, Ignatius Beschryving der stad Gouda, Leiden, 1713, twee delen (herdruk 1972)
↑ Details van Govert Suijs
↑ Informatie "Museum Gouda"
↑ Goudriaan, Koen (et al.) De Gilden in Gouda (1996) uitg. Museum Het Catharina Gasthuis Gouda en Waanders Zwolle, 1996 ISBN 90 400 9924 3
↑ James, K.F.J. en Geselschap, J.E.J. in Burgemeesters van Gouda, getekend door K.F.J. James en van biografische notities voorzien door J.E.J.Geselschap, "Twaalfde Verzameling Bijdragen" van de Oudheidkundige kring "Die Goude", Gouda, 1963.
↑ Walvis verhaalt dat de kostbare tekeningen zo maar in en mand opgerold in het koor van de kerk stonden, "iedereen kon er in grabbelen zoveel hij wilde". Als de beide kunstliefhebbers Vereyck en Suijs niet hadden ingegrepen dan hadden hun collega kerkmeesters de tekeningen als onnutte papier-ballast weggedaan (Walvis II, 1713:85 en 86)

[1] Volgens De Jong (in: Met goed fatsoen) werd hij in 1664 poorter, dat spoort niet met zijn lidmaatschap van de vroedschap, zie ook Walvis 1713 II, die zijn benoeming tot lid van de vroedschap in 1648 vermeldde en de door hem vervulde functies als fabriekmeester, tresorier, schepen en burgemeester

[fatsoen-2] Jong, dr. J.J. de - Met goed fatsoen, de elite in een Hollandse stad, Gouda 1700-1780, Hollandse Historische Reeks 5, De Bataafsche Leeuw, 1985, ISBN 90 6707 095 5

[3] Walvis, Ignatius Beschryving der stad Gouda, Leiden, 1713, twee delen (herdruk 1972)

[4] Details van Govert Suijs

[5] Informatie "Museum Gouda"

[6] Goudriaan, Koen (et al.) De Gilden in Gouda (1996) uitg. Museum Het Catharina Gasthuis Gouda en Waanders Zwolle, 1996 ISBN 90 400 9924 3

[7] James, K.F.J. en Geselschap, J.E.J. in Burgemeesters van Gouda, getekend door K.F.J. James en van biografische notities voorzien door J.E.J.Geselschap, "Twaalfde Verzameling Bijdragen" van de Oudheidkundige kring "Die Goude", Gouda, 1963.

[8] Walvis verhaalt dat de kostbare tekeningen zo maar in en mand opgerold in het koor van de kerk stonden, "iedereen kon er in grabbelen zoveel hij wilde". Als de beide kunstliefhebbers Vereyck en Suijs niet hadden ingegrepen dan hadden hun collega kerkmeesters de tekeningen als onnutte papier-ballast weggedaan (Walvis II, 1713:85 en 86)

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]

[6]

[7]

[8]