Giselbert van Luxemburg

Giselbert van Luxemburg (1007 - 14 augustus 1059) was de vierde graaf van Luxemburg.

Giselbert
995-1059
Graaf van Luxemburg
Periode 1047-1059
Voorganger Hendrik II
Opvolger Koenraad I
Vader Frederik van Luxemburg
Moeder Irmentrude van de Wetterau

Giselbert was in 1035 graaf van Longwy en Salm, voogd van de abdij van Echternach en de abdij van Sint-Maximinus. In 1047 volgde hij zijn broer Hendrik op als graaf van Luxemburg. Giselbert liet de eerste muren van de stad Luxemburg bouwen. Hij was berucht om zijn plundertochten in het bisdom Trier maar omdat hij een trouwe aanhanger van keizer Koenraad II de Saliër was, weigerde die de aanklachten tegen Giselbert in behandeling te nemen. Uiteindelijk werden deze kwesties opgelost door bemiddeling van Giselberts broer, bisschop Adalbero III van Metz. Op zijn sterfbed deed Giselbert grote schenkingen aan de abdij van Sint Maximinus.

Giselbert was de tweede zoon van graaf Frederik van Luxemburg (Moezelgauw) en Irmentrude van de Wetterau. De naam van zijn vrouw is niet bekend. Giselbert had de volgende kinderen:

    • Volgens sommige bronnen een dochter Jutta die getrouwd was met graaf Udo van Limburg. Dit betreft echter de erfdochter van zijn oudere broer Frederik.[1][2]

Voorouders bewerken

Voorouders van Giselbert van Luxemburg
Overgrootouders Wigerik (886-tussen 916-919)

Kunigunde van de Ardennen (ca. 890-ca. 940)
Eberhard IV van de Nordgau (-)

Luitgard van Lotharingen (-)
Udo van de Wetterau (895-949)

Kunigunde van Vermandois (957-1020)
Megingoz (± 920 - 998/1001)
∞ 945
Gerberga van Gulik (± 925 - 995)
Grootouders Siegfried van Luxemburg (922-998)
∞ 950
Hedwig van Nordgau (937-993)
Herbert van de Wetterau (930-992)

Avalgau (957-1020)
Ouders Frederik van Luxemburg (ca. 965-1019)
∞ 995
Irmentrude van de Wetterau (ca. 972 - ca. 1020)
Giselbert van Luxemburg (1007-1059)