Gerard Croiset

Nederlands helderziende (1909-1980)

Gerard Croiset (Bussum, Noord-Holland, 10 maart 1909Utrecht, 20 juli 1980) was na de Tweede Wereldoorlog Nederlands bekendste paragnost en paranormaal genezer.

Gerard Croiset (1976)

Zijn vader was de Nederlands-joodse acteur Hijman Croiset en zijn moeder Judith Boekbinder, eveneens van joodse afkomst. Hij werd geboren in de commune Walden van Frederik van Eeden onder de naam Gerard Boekbinder[1], maar werd erkend door zijn vader op 23 februari 1910. Nadat zijn vader in 1916 het gezin had verlaten en zijn moeder in het ziekenhuis was beland, werd Croiset ondergebracht bij een pleeggezin in Hengelo (O). In zijn jeugd had hij al zogenaamde 'droomvriendjes', mogelijk om zijn eenzaamheid te verdrijven.

In de jaren dertig bouwde Croiset in Twente een zekere reputatie op als paranormaal genezer, en via parapsycholoog G. Zorab van de Studievereniging voor Psychical Research (SPR) kwam hij onder de aandacht van de bijzonder hoogleraar parapsychologie Wilhelm Tenhaeff.

Na de oorlog leidde de samenwerking met Tenhaeff tot internationale bekendheid van beide mannen. Naast de zogenaamde stoelenproef, waarin Croiset trachtte van tevoren de persoon te beschrijven die op een bepaalde stoel zou gaan zitten,[2] werd hij ook bekend door zijn hulp aan te bieden bij het zoeken naar vermiste kinderen. Hoewel Croiset tijdens zijn leven veel waardering opbouwde, werd na zijn dood die faam voor een deel tenietgedaan door de onwetenschappelijke methoden die Tenhaeff gebruikte. Een uiteenzetting hierover verscheen in de Skepter van september/december 1988 van de hand van Piet Hein Hoebens,[3] die concludeerde:

"Als buitenzintuiglijke waarneming bestaat, dan zou het inderdaad de meest economische verklaring kunnen zijn voor een aantal van de toevalligheden die in connectie met Gerard Croiset zijn gerapporteerd. Aan de andere kant zou het wel heel erg voorbarig zijn om op basis van het Croiset-materiaal te concluderen dat buitenzintuiglijke waarneming bestaat. Als zijn helderziendheid echt was geweest, waarom was het dan nodig voor Tenhaeff om de feiten te verdraaien?"

Croiset trouwde op 4 augustus 1933 met Gerharda ter Morsche (1910-1973). Uit dit huwelijk werden vier zoons en een dochter geboren. Tijdens de oorlog moest Croiset tot september 1942 de Jodenster dragen vanwege zijn afkomst. Nadat hij echter de erkenning door zijn vader had laten nietig verklaren en een naar de Verenigde Staten geëmigreerde huisvriend van "Arische" afkomst als vader werd vermeld, kon hij aan deze verplichting ontkomen.[4] Juridisch gezien thans halfjood, gehuwd met een niet-joodse vrouw, bleef Gerard Croiset voor deportatie gespaard.[4] Aan het einde van de oorlog moest hij echter in Heek en Gronau dwangarbeid voor de Duitse bezetter verrichten.[4] Van 1942 tot 1950 droeg hij officieel de achternaam van zijn moeder, Boekbinder, daarna nam hij de naam Croiset weer aan. Na het overlijden van zijn eerste echtgenote huwde Croiset op 9 april 1976 met Hendrika Adèle Jonkman (geb. 1930). Op dat moment woonde hij in Houten. Dit huwelijk bleef kinderloos. Croiset overleed op 71-jarige leeftijd aan een hartinfarct. Zijn praktijk werd voortgezet door zijn dochter Nannie Veerman-Croiset (geb. 2 april 1936).

Kritiek bewerken

De Vereniging tegen de Kwakzalverij zet Croiset op de elfde plaats in haar "Top twintig van Kwakzalvers in de twintigste eeuw".[5] De vereniging baseert zich vooral op de vele onjuiste voorspellingen omtrent vermissingen van personen (veelal kinderen) die Croiset – volgens de vereniging – door de jaren heen heeft gedaan.[6] Berichtgevingen hierover zijn ten tijde dat deze zaken speelden – dus tijdens het leven van Croiset – reeds in het Maandblad tegen de Kwakzalverij verschenen.

Wetenswaardigheden bewerken

Externe links bewerken

Zie de categorie Gerard Croiset van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.