Gebruiker:Zedutchgandalf/zandbak


Art.:2.156.903

Dit is het persoonlijke kladblok van Zedutchgandalf.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

ZANDBAK bewerken

Winaars Turing Award bewerken

(zie A.M. Turing Award)

Jaar Naam Toelichting
1966   Alan J. Perlis Voor zijn invloed op het gebied van geavanceerde programmeertechnieken en compilerbouw.
1967   Maurice V. Wilkes Professor Wilkes geniet zijn grootste bekendheid als ontwerper van de EDSAC, de eerste computer met een intern opgeslagen programma. Gebouwd in 1949, maakte deze computer gebruik van een kwikvertraagd lineair geheugen. Hij is ook bekend als de auteur, samen met Wheeler en Gill, van een boek over de "Voorbereiding van Programmas voor Digitale Computers" uit 1951, waarin programmabibliotheken feitelijk ingevoerd werden.
1968   Richard Hamming Voor zijn werk aan de numerieke wiskunde, automatische codeersystemen, foutdetecterende en foutverbeterende codes.
1969   Marvin Minsky Voor zijn werk op het gebied van de kunstmatige intelligentie.
1970   J.H. Wilkinson Voor zijn onderzoek in de numerieke analyse ter ondersteuning van de hoge-snelheids digitale computer, in het bijzonder voor zijn werk aan berekeningen in de lineaire algebra en "regressieve" foutenanalyse.
1971   John McCarthy Voor zijn werk op het gebied van de kunstmatige intelligentie.
1972   Edsger Dijkstra Edsger Dijkstra leverde eind jaren 50 belangrijke bijdragen tot de ontwikkeling van ALGOL, een programmeertaal van een "hoog" niveau die het model geworden is van duidelijkheid en wiskundige striktheid. Hij is een van de belangrijkste voorstanders van de wetenschap en kunst van programmeertalen in het algemeen, en heeft grote bijdragen geleverd tot ons begrip van hun structuur, voorstelling en implementatie. Zijn vijftien jaar van publicaties strekt zich uit van theoretische artikels over grafentheorie tot simpele handleidingen, verklarende teksten en filosofische beschouwingen op het gebied van programmeertalen.
1973   Charles W. Bachman Voor zijn uitmuntende bijdragen aan de databanktechnologie.
1974   Donald E. Knuth Voor zijn grote bijdragen tot de analyse van algoritmen en het ontwerp van programmeertalen, en in het bijzonder voor zijn bijdragen tot "The Art of Computer Programming" (De Kunst van het Computer Programmeren) via zijn alom-gekende boeken in een doorlopende serie met deze titel.
1975   Allen Newell en
  Herbert A. Simon
In een gezamenlijke wetenschappelijke inspanning van meer dan twintig jaar, initieel in samenwerking met Cliff Shaw bij de RAND Corporation, en vervolgens met verschillende collega's en studenten aan Carnegie Mellon University, hebben ze bijdragen geleverd tot de kunstmatige intelligentie, de psychologie van de menselijke kennisverwerving en lijstverwerking.
1976   Michael Rabin en
  Dana S. Scott
Voor hun gezamenlijke paper "Finite Automata and Their Decision Problem," die de idee van niet-deterministische eindige automaten introduceerde, wat een enorm waardevol concept gebleken is. Hun paper is onafgebroken een bron van inspiratie voor verder werk in dit vakgebied gebleven.
1977   John Backus Voor diepgaande, invloedrijke en blijvende bijdragen tot het ontwerp van praktische programmeersystemen van een hoog niveau, met name door zijn werk aan FORTRAN, en voor zijn inspirerende publicaties van formele procedures voor het specificeren van programmeertalen.
1978   Robert W. Floyd Voor zijn duidelijke invloed op de methodologieën voor het maken van efficiënte en betrouwbare software, en voor zijn hulp bij het stichten van de volgende belangrijke velden in de informatica: de parsertheorie, de semantiek van programmeertalen, automatische programma verificatie, automatisch programmeren, en de analyse van algoritmen.
1979   Kenneth E. Iverson Voor zijn baanbrekende werk in programmeertalen en wiskundige notatie, resulterend in wat nu bekend staat als APL, voor zijn bijdragen tot de implementatie van interactieve systemen, tot de educatieve gebruiken voor APL, en tot de theorie en het gebruik van programmeertalen.
1980   Tony Hoare Voor zijn fundamentele bijdragen tot de definitie en het ontwerp van programmeertalen.
1981   Edgar F. (Ted) Codd Voor zijn fundamentele en voortdurende bijdragen tot de theorie en het gebruik van databasemanagementsystemen (vooral op gebied van relationele databanken).
1982   Stephen A. Cook Voor zijn bevordering van ons begrip van de computationele complexiteitstheorie op een belangrijke en diepgaande manier.
1983   Ken Thompson en
  Dennis M. Ritchie
Voor hun ontwikkeling van de algemene besturingssystementheorie en in het bijzonder voor hun implementatie van het Unix besturingssysteem.
1984   Niklaus Wirth Voor het ontwikkelen van een reeks van innovatieve computer talen, voornamelijk EULER, Algol-W, Modula en Pascal.
1985   Richard M. Karp Voor zijn voortdurende bijdragen aan de theorie omtrent algoritmen, waaronder het ontwikkelen van efficiënte algoritmen voor het bepalen van de stroom in grafen en andere optimalisatieproblemen uit de combinatoriek, de identificatie van polynomiale-tijd berekenbaarheid met de intuïtieve notie van algoritmische efficiëntie, en, in het bijzonder, voor zijn bijdrage tot de theorie over NP-volledigheid.
1986   John Hopcroft en
  Robert Tarjan
Voor fundamentele prestaties in het ontwerp en de analyze van algoritmen en datastructuren.
1987   John Cocke Voor zijn belangrijke bijdragen in het ontwerp en de theorie van compilers, de architectuur van grote systmen en de ontwikkeling van RISC's.
1988   Ivan Sutherland Voor zijn pionierswerk en visionaire bijdragen aan computergraphics.
1989   William (Velvel) Kahan Voor zijn fundamentele bijdragen aan de numerieke analyse. Als expert op het gebied van Zwevendekommagetallen, heeft Kahan het zijn doel gemaakt om "de wereld veilig te maken voor numerieke berekeningen".
1990   Fernando J. Corbató Voor zijn baanbrekend werk bij het organiseren van de concepten en het leiden van het onderzoek naar algemeen bruikbare tijdscharende en bronnendelende computer systemen op grote schaal, CTSS en Multics.
1991   Robin Milner For three distinct and complete achievements: 1) LCF, the mechanization of Scott's Logic of Computable Functions, probably the first theoretically based yet practical tool for machine assisted proof construction; 2) ML, the first language to include polymorphic type inference together with a type-safe exception-handling mechanism; 3) CCS, a general theory of concurrency. In addition, he formulated and strongly advanced full abstraction, the study of the relationship between operational and denotational semantics.
1992   Butler W. Lampson For contributions to the development of distributed, personal computing environments and the technology for their implementation: workstations, networks, operating systems, programming systems, displays, security and document publishing.
1993   Juris Hartmanis en
  Richard E. Stearns
In recognition of their seminal paper which established the foundations for the field of computational complexity theory.
1994   Edward Feigenbaum en
    Raj Reddy
For pioneering the design and construction of large scale artificial intelligence systems, demonstrating the practical importance and potential commercial impact of artificial intelligence technology.[1]
1995   Manuel Blum In recognition of his contributions to the foundations of computational complexity theory and its application to cryptography and program checking.
1996   Amir Pnueli For seminal work introducing temporal logic into computing science and for outstanding contributions to program and systems verification.
1997   Douglas Engelbart For an inspiring vision of the future of interactive computing and the invention of key technologies to help realize this vision.
1998   James Gray For seminal contributions to database and transaction processing research and technical leadership in system implementation.
1999   Frederick P. Brooks, Jr. For landmark contributions to computer architecture, operating systems, and software engineering.
2000   Andrew Chi-Chih Yao In recognition of his fundamental contributions to the theory of computation, including the complexity-based theory of pseudorandom number generation, cryptography, and communication complexity.
2001   Ole-Johan Dahl en
  Kristen Nygaard
For ideas fundamental to the emergence of object-oriented programming, through their design of the programming languages Simula I and Simula 67.
2002   Ron Rivest,
  Adi Shamir en
  Leonard M. Adleman
For their ingenious contribution for making public-key cryptography useful in practice.
2003   Alan Kay For pioneering many of the ideas at the root of contemporary object-oriented programming languages, leading the team that developed Smalltalk, and for fundamental contributions to personal computing.
2004   Vinton G. Cerf en
  Robert E. Kahn
For pioneering work on internetworking, including the design and implementation of the Internet's basic communications protocols, TCP/IP, and for inspired leadership in networking.
2005   Peter Naur For fundamental contributions to programming language design and the definition of ALGOL 60, to compiler design, and to the art and practice of computer programming.
2006   Frances E. Allen For pioneering contributions to the theory and practice of optimizing compiler techniques that laid the foundation for modern optimizing compilers and automatic parallel execution.
2007   Edmund M. Clarke,
  E. Allen Emerson en
  Joseph Sifakis
For [their roles] in developing model checking into a highly effective verification technology, widely adopted in the hardware and software industries.[2]
2008   Barbara Liskov For contributions to practical and theoretical foundations of programming language and system design, especially related to data abstraction, fault tolerance, and distributed computing.
2009   Charles Thacker For his pioneering design and realization of the Xerox Alto, the first modern personal computer, and in addition for his contributions to the Ethernet and the Tablet PC.
2010   Leslie G. Valiant For transformative contributions to the theory of computation, including the theory of probably approximately correct (PAC) learning, the complexity of enumeration and of algebraic computation, and the theory of parallel and distributed computing.
2011   Judea Pearl For fundamental contributions to artificial intelligence through the development of a calculus for probabilistic and causal reasoning.
2012   Shafi Goldwasser en
  Silvio Micali
For transformative work that laid the complexity-theoretic foundations for the science of cryptography and in the process pioneered new methods for efficient verification of mathematical proofs in complexity theory.[3]

Amerikaanse indianenoorlogen bewerken

De Amerikaanse indianenoorlogen is een naam gebruikt om een reeks gevechten tussen de kolonialisten van Amerika en de Indianen, de oorspronkelijke bewoners van Amerika, aan te duiden. Er is geen duidelijk begin of eind van 'de indianenoorlogen', maar algemeen wordt aangenomen dat deze liepen van halverwege de zeventiende eeuw (met de Pequot Oorlog) tot aan het eind van de negentiende eeuw (met het sluiten van de Amerikaanse grens in 1890). De meeste indianenoorlogen eindigden er mee dat de indianen hun land moesten openstellen voor verdere kolonisatie, de overwinning op de indianen en de verplichte deportatie van indianen naar reservaten.

Koloniale Periode bewerken

Land openen voor nederzettingen. Verdedigen tegen aanvallen van indianen.

Pequot Oorlog (1634-1638) bewerken

en:Pequot War

De 17e - 18e eeuw bewerken

Anglo-Powhatan Oorlogen (en:Anglo-Powhatan Wars) King Philip's War Oorlog van koning Willem Oorlog van koningin Anna Dummers oorlog

Ten oosten van de Mississippi (1775-1842) bewerken

Dit zijn oorlogen die vaak gevochten werden tussen de net opgerichte Verenigde Staten en de indianen. Ze eindigen net voor het losbarsten van de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog.

1775-1783: Amerikaanse Revolutie bewerken

en:American Revolutionary War Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog Eindigt met Vrede van Parijs (1783) Groot-Brittannië schenkt gigantisch stuk indianenland aan de VS.

1776–1794: Chickamauga Oorlogen bewerken

en:Chickamauga Wars (1776–1794)

1785-1795: Noord-westelijke indianenoorlogen bewerken

en:Northwest Indian War 1787: Verordening van het Noordwesten: Noord-westen open voor nederzettingen George Washington stuurt gewapende expedities. Eerste pan-tribale confederatie: Blue Jacket (Shawnee) Little Turtle (Miami) Buckongahelas (Lenape) Egushawa (Ottawa) Kolonisten olv Josiah Harmar en Arthur St. Clair Onderhandelingen, maar Blue Jacket wilt een grens die de VS onaanvaardbaar vindt. Nieuwe expeditie, ditmaal ovl Anthony Wayne: Battle of Fallen Timbers (1794) Eindigt in ondertekening Verdrag van Greenville in 1795 (en:Treaty of Greenville) Gevolg: Ohio en een deel van Indiana sluiten zich aan bij de VS.

1794: Expeditie van Nickajack bewerken

en:Nickajack Expedition

1806: Expeditie van Sabine River bewerken

en:Sabine Expedition

1812-1815: Oorlog van 1812 bewerken

en:War of 1812 Voorafgegaan door andere oorlogen en:Origins of the War of 1812 1800: William Henry Harrison Thomas Jefferson Tecumseh en Tenskwatawa

1811: Slag bij Tippecanoe bewerken

en:Battle of Tippecanoe Directe aanleiding

1811-1813: Tecumseh's Oorlog bewerken

en:Tecumseh's War

1813-1814: Creek War bewerken

en:Creek War Begonnen als burgeroorlog onder de Creek (Muscogee)

1813: Peoria War bewerken

en:Peoria War

1813: Slag om de Thames bewerken

en:Battle of the Thames Tecumseh wordt gedood. Einde Oorlog van 1812. Einde weerstand Oude Noordwesten, tweede confederatie.

1818: Eerste Seminole Oorlog bewerken

en:Seminole Wars Eigenlijk voortzetting Creek War Afloop: overdraging Florida aan de VS in 1819

1832-1842: Verwijderingsoorlogen bewerken

Verdragen voor verwijdering indianen 2 kleine oorlogen:

1832: Black Hawk War bewerken

en:Black Hawk War

1836: Creek War van 1836 bewerken

en:Creek War of 1836

Maar ook aanslepende Tweede Seminole Oorlog

1835-1842:Tweede Seminole Oorlog bewerken

en:Second Seminole War Andrew Jackson en Indian Removal Act Richard K. Call Osceola Fort King, Fort Brooke, Francis L. Dade Dade Massacre Wiley Thompson Clinch en Fort Drane Cove of the Withlacoochee (Lake Tsala Apopka) en:Battle of Lake Okeechobee

Ten westen van de Mississippi (1823-1890) bewerken

Scènes: Great Plains (Kiowa, Comanche, Sioux, Cheyenne, Arapako) Rocky Mountains, Great Basin (Ute) Snake War (Shoshone, Paiute, Bannock) Bannock War (Bannock, Shoshone) New Mexico, Arizona (Navajo Wars, Apache Wars) Californië (Modoc War) Pacific North-West (Nez Perce) Texas (Texaans-indiaanse oorlogen) Achtergrond: Santa Fe Trail Oregon Trail Mormoonse emigratie naar Utah Bent's Fort Verdrag van Fort Laramie (1851) Pike's Peak Goudkoorts (1859) Homestead Act + transcontinental railway Black Hills Goudkoorts (1875-1878) De Dakotas (Dakota War of 1862, Sioux)

  1. {{cite doi|10.1145/229459.233436}}
  2. 2007 Turing Award Winners Announced
  3. Turing award 2012. ACM.