Gebruiker:Sylhouet/Concept2

Maatschappij Helenaveen was een Nederlands bedrijf dat in 1858 is opgericht met het doel veengronden in de Peel te vervenen en te ontginnen. Tot de producten van het bedrijf behoorden turf, turfstrooisel en landbouwproducten. Later, toen het veen opgebruikt raakte beperkte het bedrijf zich tot het verpachten van landbouwgrond.

Sylhouet/Concept2
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Oprichting 1858
Opheffing 2004
Oorzaak einde Sluiting na uitkoop van de aandelen door AMEV
Oprichter(s) Jan van de Griendt
Land Nederland
Hoofdkantoor Helenaveen
Producten turf, turfstrooisel, landbouwproducten, verpachting
Portaal  Portaalicoon   Economie

De maatschappij is vernoemd naar Helena Panis, de vrouw van oprichter Jan van de Griendt. De zetel van de onderneming was aanvankelijk gevestigd in 's-Hertogenbosch, maar werd na enkele jaren verplaatst naar Helenaveen, een dorp dat door de maatschappij was gesticht. De aandelen van het bedrijf zijn uiteindelijk door een fusie in handen gekomen van AMEV, waarna de maatschappij in 2004 werd ontbonden.

Geschiedenis bewerken

Voorgeschiedenis bewerken

In 1846 diende de industrieel George Carp bij de gemeente Deurne een verzoek in om tussen de 1500 en 2000 hectare veengrond te mogen kopen om die te vervenen. Hij beloofde daarbij dat tenminste 100 arbeiders het grootste gedeelte van het jaar bij hem te werk gesteld konden worden. De gemeenteraad was bang voor kolonisatie van buitenaf en vroeg Carp zijn plannen toe te lichten. Deze verklaarde dat na de vervening op de ontgonnen grond boerderijen gesticht zouden worden. De turf zou worden gebruikt voor steen- en aardewerkfabrieken, die in overleg met de gemeente in of nabij Deurne gebouwd zouden worden. De gemeente wees het verzoek af.[1]

Meer succes had het verzoek toen Carp het – in afgeslankte vorm – op 18 maart 1852 indiende samen met de broers Jan en Nicolaas van de Griendt. Deze keer ging het om slechts 610 hectare veengronden, gelegen in de Heitrakse Peel. Op 29 september 1852 besloot de gemeenteraad van Deurne om in beginsel medewerking te verlenen. De raad was van mening dat deze gronden toch te ver weg lagen en dat het er veel te drassig was. Bovendien had de gemeente op dat moment geldgebrek. De raad maakte het voorlopige besluit definitief op 30 maart 1853 waarbij de koopsom werd vastgesteld op 48.828 gulden. Enkele maanden later, op 2 juni, werd de notariële koopakte gepasseerd.[2]

De voorwaarden die de gemeente gesteld had hielden onder meer in dat er per jaar gemiddeld dertig mannen uit de gemeente voor werk in aanmerking moesten komen en dat aan niet ingezetenen maximaal drie jaar achtereen werk mocht worden gegeven. Verder moest het aan te leggen kanaal – bestemd voor de afvoer van de turf – op de grens van Noord-Brabant en Limburg liggen om zo het stelen van turf vanuit Limburg tegen te gaan. Ook zou de afwatering door het kanaal geen schade mogen toebrengen aan de gronden onder Deurne, Liessel en Asten, en moesten de kopers zelf in alle behoeften van hun arbeiders voorzien.[2]

Om de vervening en ontginning te organiseren stichtten de drie nieuwe eigenaren een onderneming met Jan van de Griendt als directeur. Deze noemde de onderneming 'Helena-veen', naar zijn echtgenote Helena Panis. Van de Griendt kocht terreinen onder Meijel en Helden, om daarop een kanaal aan te leggen waarover zijn turf via de Noordervaart naar de Zuid-Willemsvaart vervoerd kon worden. Het kanaal, dat ook diende ter ontwatering van de veengronden, gaf hij de naam Helenavaart. Van de Griendt kreeg op 24 augustus 1853 een concessie tot vervening en op 14 september 1853 een concessie tot het graven van het kanaal. Hij was de werkzaamheden aan het kanaal al gestart op 22 juni 1853 en eind van dat jaar was de Helenavaart vrijwel voltooid.[3][4][5]

Oprichting van de Maatschappij bewerken

Het hoofddoel van de onderneming was allereerst de vervening, maar Van de Griendt streefde ernaar ook het transport en de distributie van turf in eigen hand te houden. Omdat daartoe extra kapitaal nodig was zette hij samen met zijn broer Nicolaas en George Carp de onderneming om in een N.V. en richtte op 18 januari 1858 de 'Maatschappij tot ontginning en verveening genaamd Helenaveen' op. Het kapitaal van de vennootschap werd vastgesteld op 1.000.000 gulden, verdeeld in aandelen van elk 500 gulden. Aan de drie oprichters werden 1120 aandelen toegekend. Van de overige aandelen werden er 200 aangeboden ter inschrijving en de resterende 480 bleven in reserve. Jan van de Griendt werd de eerste directeur, tegen een jaarsalaris van 2000 gulden en een vast percentage van de winst.[6][7]

De onderneming bloeide: in 1860 bouwde Van de Griendt in Helenaveen een scheepstimmerwerf en het jaarverslag van 1875 vermeldde 32 schepen in eigen beheer, waarvan 2 stoomsleepboten. Verder had de maatschappij honderden hectaren grond waarop akkerbouwproducten geteeld werden, vooral boekweit. De maatschappij exploiteerde bovendien in Nederweert een eigen steenbakkerij. Vanaf 1858 tot aan zijn afscheid keerde Van de Griendt gemiddeld ruim 4 procent dividend per jaar uit.[3]

Eind jaren 1870 verslechterde de gezondheidstoestand van Van de Griendt en trok hij zich langzaam terug uit zijn zaken. Met ingang van 15 juli 1878 droeg hij de directie van de Maatschappij Helenaveen over aan zijn zoon Gerard. [8]

Van de Griendt overleed op 15 juli 1884.

Rond 1880 kwam de maatschappij Helenaveen in liquiditeitsmoeilijkheden. In dat jaar werd nog 3 procent dividend uitgekeerd maar daarna volgde een aantal verliesjaren. De algemene aandeelhoudersvergadering stelde een commissie in om de toestand van de maatschappij te onderzoeken. In 1882 adviseerde de commissie sterke inkrimping van werkzaamheden en krachtige vereenvoudiging voor de onderneming, die te ingewikkeld geworden is. Concreet betekende dit dat het turftransport werd overgedragen aan anderen, dat de scheepstimmerwerf en de steenbakkerij werden opgeheven en dat de landbouwteelt en de ontginning sterk werden verminderd. De maatschappij richtte zich in hoofdzaak weer op de eigenlijke turfproductie, maar hield daarnaast de winstgevende turfstrooiselfabricage aan.[3]

In 1881 werd hij -na een kort intermezzo door diens zoon Gerard- opgevolgd door Jans andere zoon, Jozef van de Griendt.


https://www.researchgate.net/publication/291202278_HF_van_de_Griendt_Uit_sphagnum_geboren_Een_eeuw_turfstrooiselindustrie_in_Nederland_1882-1983 Nu gebeurde het dat Wilhelm Hollemann uit Braunschweig experimenteerde met grauwe turf als grondstof voor papierfabricage en voor turfstrooisel. Een proeffabriek voor turfstrooisel was ingericht te Gifhorn en Wilhelm deed Jozef een verzoek om grauwe turf te leveren. Jozef bezocht de fabriek en stelde voor eene dergelijke fabriek van turfstrooisel op te richten te Helenaveen. Deze fabriek startte de productie in 1882 en dit zeer groot bouwsel was daarmee mogelijk de eerste van haar soort in Nederland. Mogelijk bezat echter de N.V. Machinale Briquet Maatschappij te Leeuwarden reeds een turfstrooiselfabriek in 1880, die gekoppeld was aan haar fabriek voor turfbriketten te Vroomshoop. Vermoedelijk betrof het hier echter een balenpers voor turfvezel.

De grootschalige fabriek te Helenaveen moest haar afzet in het buitenland zoeken, en met name Engeland was een interessant afzetgebied.

In 1884 brandde de -houten- turfstrooiselfabriek geheel af en men besloot tot herbouw in steen. In hetzelfde jaar was de fabriek weer in werking. Aangezien directeur Jozef, samen met zijn broer Eduard van de Griendt, ook actief was in de eigen maatschappij E. van der Griendt en Co., werd hij in 1884 bij de Maatschappij Helenaveen ontslagen. Jozef en Eduard stichtten in 1885, niet ver van Helenaveen, het dorp Griendtsveen, en begonnen aldaar met hun activiteiten.

In 1886 werd Koning Willem III beschermheer van de Maatschappij, en in 1889 werd het Koningsfonds opgericht, ter verbetering van de land- en tuinbouw, en van de sociale omstandigheden.

De fabriek te Helenaveen beschikte over een stoommachine en elektriciteitsopwekking. Hiervan profiteerde, buiten de fabriek, slechts de directeurswoning Villa GenA. Het dorp Helenaveen werd pas in 1939 op het elektriciteitsnet aangesloten.

Heden bewerken

De turfstrooiselfabriek had in 1912 de poorten reeds gesloten, nadat omstreeks 1910 het grauwveen uitgeput raakte. De fabriek werd toen een houtverduurzamingsbedrijf, en weer later, na een periode van leegstand, een autospuiterij. Het gebouw, aan de Rector Nuijtsstraat 13a, is nog steeds aanwezig en is geklasseerd als rijksmonument. In de jaren '20 van de 20e eeuw kwam de vervening tot een einde. De Maatschappij verpachtte sindsdien haar grond aan de boeren en tuinders te Helenaveen.

Reeds in 1947 was er sprake van een op handen zijnde liquidatie van de Maatschappij. In 2004 werden de aandelen uitgekocht door AMEV.


https://helenaveenvantoen.nl/geschiedenis-in-jaartallen

https://www.theelen.info/%5B20110318%5D%20kroniek%20van%20aandelen.pdf

https://docplayer.nl/26245533-Mutaties-van-aandelen-in-de-maatschappij-helenaveen-in-de-familie-bos.html

https://www.theelen.info/%5B20110125%5D%20belangen%20van%20de%20familie%20Bos.pdf

https://www.inview.nl/document/id1952006021575408haza04901admusp/ecli-nl-rbgro-2006-av2013-rb-groningen-15-02-2006-nr-75408-haza04-901?ctx=WKNL_CSL_10000001&anchor=id-22f1fb97-d4cc-4d80-a4f3-aa04911cc3d7&tab=tekst

https://www.theelen.info/%5B20110125%5D%20liquidatievoorstellen.pdf

https://www.theelen.info/%5B20110130%5D%20inleiding%20Maatschappij%20Helenaveen.pdf